10 maart 2021

Met de kennis van nu #11 (interview, 2021)


Jacob Vis: 'Na tachtig pogingen had ik een proloog'  



Welk literair genre je ook beoefent, je debuut blijft een bijzonder iets. Vrij van de druk van uitgevers, recensenten en lezers is ineens jouw eerste proeve van bekwaamheid daar. De Spanningsblog vroeg thrillerauteurs met een aantal boeken op hun naam een 'trip down memory lane' te maken en hun debuut met de kennis van nu eens tegen het licht te houden. Vandaag vertelt Jacob Vis over de totstandkoming van Prins Desi. 'Tomas Ross gaf me zijn titel cadeau.'

'De voorgeschiedenis van mijn debuut begon in 1985. Ik had net een dik rapport geschreven over de omvorming van populierenbos in langlevend loofhout (eik, beuk, es, esdoorn) zonder kaalslag toe te passen. Ik had bedacht de tweede generatie loofhout onder de oude populieren te planten en daar in de luwte op te laten groeien tot de jonge bomen groot genoeg zijn om het stokje over te nemen.'

'Het lijkt voor de hand liggend, maar destijds was het een revolutionair idee dat lijnrecht tegen het heersende beleid in ging – kappen en opnieuw beginnen. Mijn baasjes waren zo beducht voor commentaar uit de hogere kringen dat ze mijn boek eerst niet wilden publiceren, uit angst dat ze teruggefloten zouden worden. Later is het gewoon uitgegeven en de methode wordt nog steeds toegepast, maar toen was ik zo kwaad dat ik geen letter meer voor de dienst (Staatsbosbeheer) wilde schrijven. Maar ik wilde wel schrijven en dus zei mijn geliefde: ‘waarom begin je niet voor jezelf?’'

Research
'En zo begon ik, in de vakantie van 1985 in Frankrijk aan Prins Desi, dat toen nog De leerling-terrorist heette. Na tachtig mislukte pogingen had ik eindelijk een proloog die stond als een huis en daarop bouwde ik verder, blaadje voor blaadje, gesteund door uitvoerige research over het Suriname van Desi Bouterse.'

'Anderhalf jaar later was het boek klaar: een dik pak papier vol typex dat ik op advies van een vriend die bij de Arbeiderspers werkte, naar twee uitgevers stuurde: Bruna en Het Spectrum. Bruna stuurde het na een week terug – 'past niet in ons fonds' – maar weer een week later kreeg ik een telefoontje van Tomas Ross, destijds adviseur van Het Spectrum: ‘Ik heb je boek gelezen. Ik vind het fantastisch en wil het graag uitgeven.’

'Ik legde de telefoon neer, sprong huizenhoog de lucht in en maakte de afspraak. Toen ik het vuistdikke manuscript bij de bureauredacteur inleverde keek hij me wanhopig aan en vroeg: ‘Heb jij geen computer?’
‘Nee', zei ik. ‘Ik heb een elektrische schrijfmachine, speciaal voor dit boek gekocht.’
‘Gauw doorverkopen', zei hij ‘En een pc aanschaffen.’
'Dat heb ik gedaan en daarop en op de talloze opvolgers van die eerste, zeer primitieve, maar wel geruisloze Joyce Schneider (er zat niet eens een harde schijf in!) heb ik mijn 26 andere boeken geschreven.'

Plot
'Prins Desi verscheen in april 1987. Het boek was al eerder klaar, maar we wilden wachten of Bouterse in de strijd met Brunswijk zou sneuvelen, zodat we de plot konden aanpassen. Dat gebeurde niet en dus sneeft Bouterse alleen in mijn boek. De titel is een cadeautje van Tomas Ross. Ik had het boek De leerling-terrorist genoemd, maar Ross had zelf een boek in de maak over Suriname, dat hij opzij zette voor mijn boek (wat ik nog steeds een groots gebaar vind) en gaf me zijn titel cadeau.'

'Af en toe lees ik er nog eens een stukje uit, gewoon voor de gein. Het boek is, uiteraard tot mijn vreugde, lovend ontvangen, terwijl het stikvol beginnersfouten staat, maar op een of andere manier had het iets bruisends waardoor erkende recensenten het leuk vonden. En het goedkeurende knipoogje van thrillerschrijver Joop van den Broek tijdens mijn eerste mystery dinner – ‘ben jij die jongen van dat Surinameboek?’ - was een groot compliment.'

'Het boek liep zo goed dat ik een plaatje van mijn moeder heb naast een stapel Prinsen Desi in de boekhandel die groter was dan zij. Nu was het wel een klein Indisch wijfje, maar toch. Ik heb er 3500 van verkocht, voor een eersteling een respectabel aantal, vond (en vind) ik zelf.'

'Ik kijk er met genoegen op terug, vooral op het schrijven en de research. Dat plezier vind je terug in het boek en dat is een mooie compensatie voor de al genoemde beginnersfouten die ik er bij de herdruk door mijn huidige uitgever, Larry Iburg (in 2007) uit heb gehaald. Dat zou ik dus veranderen als ik het opnieuw als eersteling zou schrijven, maar als je begint weet je van toeten noch blazen en schrijf je recht voor zijn raap wat in je geest opkomt. Ik heb geen seconde spijt van mijn debuut, integendeel, ik ben er nog steeds trots op. Vooral op die knipoog van Joop van den Broek.' 


Over Prins Desi: 

Jacob Vis (Haarlem, 1940) is schrijver sinds 1987. Hij heeft een kleine dertig boeken op zijn naam staan. Zijn thrillers werden meerdere malen genomineerd voor een prijs. Met De zwarte duivel won hij in 2015 de Diamanten Kogel, de Vlaamse prijs voor het beste Nederlandstalige spannende boek van het jaar. In 2020 won Vis de Gouden Vleermuis voor zijn omvangrijke oeuvre.

In december 1982 brengen juntaleider Desi Bouterse en zijn trawanten vijftien tegenstanders van het regime op beestachtige wijze om het leven. 

Prins Desi speelt zich af vijf jaar na de moord. Bouterse is op het toppunt van zijn macht. Nederland heeft de financiële steun ingetrokken, maar Bouterse vindt een nieuwe manier om zichzelf en zijn vriendjes te verrijken: hij maakt van Suriname het belangrijkste doorvoerland van Colombiaanse heroïne naar Europa en de Verenigde Staten. De helft van de Surinaamse bevolking is gevlucht naar Nederland waar hun leiders plannen smeden om de macht te heroveren.

Als de VS financiële steun belooft om de junta uit te schakelen laat Prins Desi twee handlangers een aanslag plegen op de leiders van het verzet. De moordpoging mislukt door heldhaftige zelfopoffering van een van die leiders. Voor de Nederlandse regering is de maat nu vol. Zij beraamt samen met de verzetsbeweging een gewaagd plan om een groepje Vietnamveteranen naar Suriname te sturen om de junta uit te schakelen.

De groep, onder leiding van David Quinn en Thijs Sanders,  is aangevuld met karate-expert Kaatje Postma die de juntaleider tijdens de bijslaap moet elimineren en de acteur Roy Paarhuis die zo'n geloofwaardige performance van Prins Desi neerzet dat zelfs diens getrouwen erin trappen.


Lees ook: 

René Appel
 vertelt hier over zijn debuut Handicap
Loes den Hollander vertelt hier over haar debuut Vrijdag
Corine Hartman vertelt hier over haar debuut Schone kunsten
Peter de Zwaan vertelt hier over zijn debuut
 Dietz
Lieneke Dijkzeul vertelt hier over haar debuut De stille zonde
Bavo Dhooge vertelt hier over zijn debuut 
Spaghetti
Michael Berg vertelt hier over zijn debuut 
Twee zomers
Almar Otten vertelt hier over zijn debuut Verdwenen chemie
Charles den Tex vertelt hier over zijn debuut
 Dump
Rudy Soetewey vertelt hier over zijn debuut
Inbraak

Geen opmerkingen: