Rudy Soetewey: 'Het boek werd beschouwd als een one trick pony'
\Welk literair genre je ook beoefent, je debuut blijft een bijzonder iets. Vrij van de druk van uitgevers, recensenten en lezers is ineens jouw eerste proeve van bekwaamheid daar. De Spanningsblog vroeg thrillerauteurs met een aantal boeken op hun naam een 'trip down memory lane' te maken en hun debuut met de kennis van nu eens tegen het licht te houden. Vandaag: de Vlaamse schrijver Rudy Soetewey. 'De reacties waren weinig spectaculair.'
Wanneer heb jij voor het laatst een blik geworpen in jouw thrillerdebuut Inbraak?
Rudy Soetewey: 'Dat moet vele jaren geleden zijn. Zo lang geleden zelfs dat ik het me niet meer kan herinneren. Het boek werd in 2001 gepubliceerd, twintig jaar geleden dus, en veel later een keer heruitgegeven. Waarschijnlijk heb ik er toen nog wel eens een een keer in gekeken.'
'Herlezen doe ik nu eenmaal zelden. Waarom zou je dat ook doen? Een boek is na publicatie definitief een in beton gegoten stuk van je verleden. Je kunt er niks meer aan veranderen. Je hebt je bovendien tijdens het schrijven zo lang in de specifieke wereld van het verhaal ondergedompeld, dat je je daarna echt wel kunt herinneren wat er in staat. De behoefte om mijn eigen werk te herlezen is dan ook heel klein. Nostalgie, allemaal goed en wel, maar de wereld verandert wel in een rotvaart. Je moet soms opletten of de trein is al vertrokken voor je op het perron bent geraakt.'
Hoe verliep destijds de reis van de eerste woorden op papier naar daadwerkelijke publicatie?
'Dat was in het geval van Inbraak redelijk ongewoon. Er waren al drie romans van mijn hand gepubliceerd, Bedrieglijke eenvoud, De laatste reis en Dubbel krijt. Ik had daarna net opnieuw een toneelstuk geschreven: een thriller met drie personages. Dat was Inbraak. Toen de uitgever van de romans me vertelde dat hij met een thrillerreeks wilde beginnen en me vroeg of ik ‘zo niks had liggen’, stelde ik hem de vraag wat de deadline voor het manuscript zou zijn. Over zes maanden, antwoordde hij. Op aanraden van mijn vrouw besloot ik van het toneelstuk een roman te maken. Niet zó moeilijk, vermits al het denkwerk reeds was gebeurd. De personages en de conflicten waren reeds uitgewerkt. Na enkele maanden kon ik het manuscript dan ook inleveren.'
'Vermits ik een fulltime job had in het onderwijs, is schrijven natuurlijk altijd laatavond- en weekendwerk geweest. Omdat het denk- en puzzelwerk in dit geval echter al gebeurd was, ging dat in dit specifiek geval redelijk vlot. Van manuscripten opsturen en afwijzingen incasseren was ook al geen sprake. Niet meer, tenminste. Mijn eerste probeersels - nog vóór mijn eerste publicatie, een bundel kortverhalen met telkens een verrassende ontknoping - hadden al voor een mooie verzameling vriendelijke afwijzingen gezorgd. Doorzettingsvermogen is nu eenmaal een cruciale eigenschap voor een schrijver. :-) '
Weet je nog hoeveel je van je eersteling hebt verkocht?
'Hoeveel er van verkocht zijn, weet ik niet meer. Maar het ging zeker niet om spectaculaire aantallen, integendeel. Een onbekende auteur, een onbekende uitgever... Hoewel het boek een aantal nominaties in de wacht sleepte, was de tijd dat zoiets garant stond voor een stevige verkoop al een paar jaar voorbij. Daar bovenop had je dan ook nog het fenomeen dat de meeste Vlaamse auteurs in Nederland niet echt ernstig werden genomen. Of dat ondertussen erg veranderd is, laat ik in het midden.'
Wat waren destijds de reacties van pers en publiek?
'De reacties waren weinig spectaculair, ook al werd Inbraak genomineerd voor de Hercule Poirotprijs, de Gouden Strop, en de prijs voor het beste debuut. Er is zelfs enige tijd sprake geweest van een verfilming. Hoewel de nominaties natuurlijk wel mijn ego streelden, was het ontbreken van reacties op die nominaties wel een domper op de feestvreugde. Hoewel het eigenlijk al mijn vierde boek was, werd het ogenschijnlijk beschouwd als een one trick pony. Er was dus ook niet meteen sprake van een stormloop op de boekhandels. :-) Een illusie minder. Maar ja: naïviteit heeft me wel meer parten gespeeld.'
Met wat voor gevoel kijk je naar jouw eerste thriller? Wat vind jij de pluspunten van het boek?
'Ik ben er nog steeds vrij tevreden over. Het specifiek gebruik van drie verschillende verstelstandpunten lijkt me nog steeds redelijk speciaal. Het verhaal - gebeurtenissen gedurende één nacht, op één plaats - wordt alternerend per hoofdstuk verteld door één van de drie betrokken personages, maar telkens in de ik-vorm. Daardoor krijg je als lezer een beter begrip voor elk van hen omdat je als het ware per hoofdstuk in een ‘andere huid’ kruipt. ‘Een kant kiezen’ wordt daardoor heel wat moeilijker. De vraag wordt op de duur wie van de drie eigenlijk de grootste misdadiger is.'
Zou je, met de inmiddels opgedane kennis en schrijfervaring, nu een ander debuut hebben geschreven? Zo ja, wat zou je er aan veranderen?
'Het lijkt me onmogelijk om daar iets anders dan ‘ja’ op te antwoorden. Twintig jaar, twaalf boeken waarvan negen thrillers, twaalf nominaties en twee prijzen verder (en een tiende thriller op komst) lijkt me dat niet meer dan logisch. Maar nadenken over wat je anders zou doen is hoe dan ook tijdverlies. Maar om toch iets te antwoorden op de vraag: één element, een detail, zou ik misschien wel veranderen. Ik zou het voor de lezer nog duidelijker maken wie er aan het woord is, door elk hoofdstuk als titel de naam van het personage te geven. Dat is nu niet het geval. Hoewel het haast meteen duidelijk wordt wie de verteller is, zou het de algemene herkenbaarheid nog iets kunnen vergroten. En misschien zou ik ook iets meer nuance en reliëf brengen in de spanningsboog van het hele verhaal. Maar nogmaals, mijmeren over wat je anders zou doen als je mocht herbeginnen heeft nog nooit iets veranderd aan wat je gedaan hebt.'
Over Inbraak:
Rudy Soetewey (Wilrijk, 1955) werkt al zijn hele werkzame leven in het onderwijs. Zijn eerste boek Bedrieglijke eenvoud publiceerde hij in 1992. In datzelfde jaar schreef hij ook het toneelstuk Bizar bezoek, dat een jaar later werd opgevoerd.
Soetewey heeft inmiddels een dozijn boeken en bijna evenveel toneelstukken op zijn naam staan. De thriller Inbraak werd genomineerd voor de Hercule Poirotprijs 2001, de Schaduwprijs 2002 en De Gouden strop 2002. Moord uit 2007 werd genomineerd voor de Gouden Strop 2007 en voor de Hercule Poirotprijs 2007. Vrienden (2009) werd genomineerd voor de Hercule Poirotprijs 2009. En Getuigen (2011) belandde op de shortlist van De Diamanten Kogel 2011 en won de Hercule Poirotprijs 2011. In 2013 kreeg hij de Diamanten Kogel voor 2017.
In Inbraak komt het echtpaar Didier en Erica ’s avonds thuis van een feestje. Ze betrappen een inbreker, die zij herkennen als Willy, een oud-postbode.Erica houdt de inbreker aanvankelijk onder schot met een pistool, doch zij laat zich overbluffen door Willy die daarmee het heft in handen krijgt.
Deze realiseert zich dat hem vanwege de herkenning om zijn straf te ontlopen weinig anders rest dan het ombrengen van Didier en Erica. Maar hij is geen moordenaar.
Er ontspint zich een psychologisch én fysiek kat-en-muisspel dat steeds vanuit een van de drie aanwezigen wordt beschreven. Didier is advocaat en roert zich flink ook al is hij in de macht van Willy. Ook het geloof in elkaar van de echtelieden wordt zwaar op de proef gesteld. De gebeurtenissen hebben een verrassende slotakte.
Lees ook:
René Appel vertelt hier over zijn debuut Handicap
Loes den Hollander vertelt hier over haar debuut Vrijdag
Corine Hartman vertelt hier over haar debuut Schone kunsten
Peter de Zwaan vertelt hier over zijn debuut Dietz
Lieneke Dijkzeul vertelt hier over haar debuut De stille zonde
Bavo Dhooge vertelt hier over zijn debuut Spaghetti
Michael Berg vertelt hier over zijn debuut Twee zomers
Almar Otten vertelt hier over zijn debuut Verdwenen chemie
Charles den Tex vertelt hier over zijn debuut Dump
Geen opmerkingen:
Een reactie posten