Almar Otten: 'Het sloeg enorm aan in Deventer'
Welk literair genre je ook beoefent, je debuut blijft een bijzonder iets. Vrij van de druk van uitgevers, recensenten en lezers is ineens jouw eerste proeve van bekwaamheid daar. De Spanningsblog vroeg thrillerauteurs met een aantal boeken op hun naam een 'trip down memory lane' te maken en hun debuut met de kennis van nu eens tegen het licht te houden. Vandaag: Almar Otten. 'Ik besloot dat een roman te moeilijk was en begon met een politieroman.'
Wanneer heb jij voor het laatst een blik geworpen in jouw thrillerdebuut Verdwenen chemie?
Almar Otten: 'Dat moet vorig jaar geweest zijn. Ik word met enige regelmaat gevraagd door Deventer bedrijven en instellingen om een ‘moordwandeling’ te doen. Ik loop een mooie route door het Deventer Centrum, langs aansprekende plekken die in mijn boeken voorkomen. Aldaar lees ik een betreffende passage voor en vertel iets over het boek, de plek of wat de mensen maar willen horen.'
Hoe verliep destijds de reis van de eerste woorden op papier naar daadwerkelijke publicatie?
'Ik ben begonnen met schrijven toen mijn oudste dochter (nu 22) een paar maanden oud was. Ik bracht meer tijd thuis door en moest ’s avonds kiezen tussen de televisie of een boek schrijven. Ik koos het laatste. Ik kon het niet. Mijn eerste poging tot roman was een mislukking. De tweede ook.'
'Ik had het geluk dat mijn vrouw Heleen afgestudeerd Neerlandica is. Zonder haar had ik het nooit geleerd. Ik besloot dat een roman te moeilijk was en begon met een politieroman. Dat bleek voor mij veel makkelijker dan een roman. Je creëert een rechercheduo, laat iemand doodgaan, weet wie het waarom heeft gedaan en leidt de rechercheurs via goed doordachte omwegen naar de dader.'
'Dankzij een stevige eindredactie van Heleen had ik in 2006 het eerste deel van een meerdelige politieserie in de hand. Uiteraard stuurde ik het manuscript met wat goede aanbevelingen naar drie grote uitgevers. Ik had daar niet al te hoge verwachtingen van. Op een avond zat ik met mijn vriend Nico, een vormgever, op het terras. Al drinkend ontstond het idee dat hij mijn boeken uit zou geven.'
'Ik sprak de ambitie uit om mij te kunnen meten met ’s Neerlands beste thrillerauteurs, hij ging mijn boeken in heel Nederland, te beginnen in Deventer, aan de man brengen. En zo geschiedde. Verdwenen Chemie werd mijn debuut, waarvan Nico er meteen 2500 had gedrukt. Het sloeg enorm aan in Deventer. Er kwam al vrij snel een tweede druk van 2500 exemplaren. Die zijn overigens nog steeds niet allemaal verkocht.'
Ik heb altijd geschreven naast mijn baan, toen was dat bij ingenieursbureau Tauw, daarna bij het ministerie van LNV en nu bij de gemeente Deventer. Vanaf het tweede boek heb ik ervoor gekozen om een of twee keer per jaar in volledige afzondering te schrijven, ergens in de Ardennen, zonder familie, zonder internet, alleen met mijn racefiets. Dan heb ik een derde of soms de helft van een nieuw boek af.'
Weet je nog hoeveel je van je eersteling hebt verkocht?
'Tot op heden 4500 schat ik. Ik weet niet hoeveel er nog te koop zijn. Bij boekhandel Praamstra in Deventer liggen ze nog.'
Wat waren destijds de reacties van pers en publiek?
'Het publiek, vooral in Deventer, was laaiend enthousiast. Iedereen vond het fantastisch om de voetstappen van de hoofdpersonen in hun eigen stad te kunnen volgen. Veel persaandacht was er niet. De recensie in het Deventer Dagblad was in mijn herinnering wat zurig. De beoordeling in de VN Thrillergids was daarentegen zeer positief. Ook drong Verdwenen Chemie meteen door tot de laatste twaalf boeken voor de Diamanten Kogel (de inmiddels ter ziele gegane Vlaamse thrillerprijs, red.), waarvoor later Lied van Angst echt genomineerd zou worden. Met Blauw Goud won ik in 2012 de felbegeerde zilveren boksbeugel met de diamanten punten.
Met wat voor gevoel kijk je naar jouw eerste thriller? Wat vind jij de pluspunten van het boek?
'Ik ben nog steeds goed bevriend met Jozef Laros en Ellen van Dorth, de rechercheurs die ik toen heb bedacht. Ze hebben zich natuurlijk ontwikkeld in de loop van de jaren. In de eerste boeken die ik voor Luitingh-Sijthoff heb geschreven, kwamen ze niet voor. Daarna heb ik hun levens weer opgepakt. In mijn laatste boek De Ambtenaar is Ellen van Dorth de baas van haar oude mentor Jozef Laros. Het grote pluspunt vind ik dus nog steeds de hele sfeer, de eigenzinnige, maar sympathieke rechercheurs en Deventer als mooiste decor van Nederland.'
Zou je, met de inmiddels opgedane kennis en schrijfervaring, nu een ander debuut hebben geschreven? Zo ja, wat zou je er aan veranderen?
'Nee, ik zou precies hetzelfde hebben gedaan. Sterker nog, na mijn boeken bij Luitingh-Sijthoff, waar het schrijven langzaam op werken begon te lijken, had ik enorm de behoefte om terug te keren naar het plezier waarmee ik mijn eerste Deventer Moordzaken had geschreven. Het boek Elite (2018), waarvan de opbrengst (70.000 euro) geheel bestemd was voor goede doelen, was een ouderwetse Laros en Van Dorth. Heb ik heel veel plezier aan beleefd. Dat geldt ook voor De Ambtenaar (2020), die voor mij zo urgent was dat ik helemaal geen tijd en zin had om een uitgever te zoeken. In eigen beheer heb ik er nu zo’n 2000 exemplaren van verkocht.'
Over Verdwenen chemie:
Almar Otten (Deventer, 1964) is naast thrillerauteur hydroloog. Hij schrijft sinds 1999. Voor de Deventer uitgeverij Artnik schreef Otten vier misdaadromans in de serie De Zeven Deventer Moordzaken. De overige drie romans in de serie werden geschreven door Marcel Verreck.
In 2014 wilde zowel Almar Otten als zijn collega Jacob Vis een thriller met dezelfde titel publiceren: Het Ronde Huis. De titel verwijst naar een cirkelvormig landhuis dat in de bossen nabij het Gelderse Nunspeet in het Zandenbos stond. Het is in 1970 afgebroken, maar sporen ervan zijn nog terug te vinden in het landschap. Later veranderde Vis de titel van zijn thriller in De zwarte duivel.
In Verdwenen chemie wordt de onervaren rechercheur Ellen van Dorth naar het chemiebedrijf Unimeer gestuurd om de bizarre inhoud van een envelop te onderzoeken. De volgende dag wordt het lijk van de exportmanager van Unimeer gevonden in het tuinhuisje van zijn villa. De ervaren Jozef Laros wordt op de zaak gezet. Hiermee is een nieuw politieduo geboren, al gaat de samenwerking niet altijd van harte. De mathematische werkwijze van de ambitieuze Ellen botst nogal eens met de intuitieve aanpak van de oude rot Jozef en dat leidt regelmatig tot pijnlijke, maar vaak ook vermakelijke misverstanden.
Lees ook:
René Appel vertelt hier over zijn debuut Handicap
Loes den Hollander vertelt hier over haar debuut Vrijdag
Corine Hartman vertelt hier over haar debuut Schone kunsten
Peter de Zwaan vertelt hier over zijn debuut Dietz
Lieneke Dijkzeul vertelt hier over haar debuut De stille zonde
Bavo Dhooge vertelt hier over zijn debuut Spaghetti
Michael Berg vertelt hier over zijn debuut Twee zomers
Geen opmerkingen:
Een reactie posten