Intelligente thriller, geen meesterwerk
(Door Hans Knegtmans)
Een enkele keer gunt de Amerikaanse Laura Lippman haar vaste heldin Tess Monaghan rust en schrijft ze een op zichzelf staande roman. What the dead know sleepte drie vooraanstaande onderscheidingen in de wacht, wat zelfs voor Lippmans doen aan de hoge kant is.
Een verwarde vrouw veroorzaakt een verkeersongeluk. Ze claimt de jongste te zijn van 'de zusjes Bethany'. De politie staat paf. Dertig jaar geleden verdwenen Heather (11) en Sunny Bethany (15) spoorloos in Baltimore. Iedereen neemt aan dat ze vermoord zijn. En nu staat één van hen voor hun neus, levend en wel? Rechercheur Kevin Infante is ervan overtuigd dat de vrouw de boel bezwendelt, al zou hij niet weten waarom.
Lippman heeft liefst vierhonderd pagina's nodig om het verhaal naar de eindstreep te loodsen. Veel actie levert dat niet op, maar aan gesprekken en vooral overpeinzingen is geen gebrek. We lezen hoe 'Heather' bij stukjes en beetjes haar verleden onthult, volgen Infante bij zijn vruchteloze speurwerk en vernemen, vooral in flashbacks, hoe het sinds die fatale dag de ongelukkige ouders is vergaan.
Voor de kenners van het genre komt de ontknoping, hoe vergezocht ook, niet onverwacht. Het is jammer dat Lippman de goed uitgewerkte personages, met uitzondering van Infante en Heather, er zo weinig bij betrekt. Daardoor ziet het verhaal er gelaagder uit dan het is. Ook de wandtegelwijsheden - 'het is nooit de schuld van een kind wanneer vader en moeder uit elkaar gaan' - suggereren meer diepgang dan de schrijfster te bieden heeft. Dit is een intelligent geschreven thriller. Niet het meesterwerk dat men met een literaireprijzenregen associeert.
Laura Lippman - Wat de doden weten. Vertaling: Jan de Ruiter. Uitgeverij Van Holkema & Warendorf, 381 pag.
(Bron: Het Parool)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten