Giraffe in een kudde koeien
Sara Paretsky (1947) groeide, in het enige joodse gezin in een dorpje in Kansas, op als 'giraffe in een kudde koeien'. In het tiende en meest persoonlijke deel in haar thrillerreeks over detective V.I. Warshawski, Total Recall, wekt ze de geesten van de jodenvervolging tot leven die ook haar jeugd hebben getekend. 'Ik kan nog steeds niet de moed opbrengen naar Oost-Europa te gaan. Voor mij voelt dat als één groot kerkhof.'
(Door Marjolijn de Cocq)
Of iemand haar een goed Indonesisch restaurant kan aanbevelen. 'Rijsttafel. Spreek ik dat zo goed uit?' De Amerikaanse misdaadauteur Sara Paretsky is een paar dagen in Amsterdam, een culinair journaliste als reisgenote. Afgezien van eetgelegenheden, razen de twee langs de musea van de stad. Het Van Gogh, maar ook het Verzetsmuseum en 'The Anne Frank's House'.
Ze komt aangezeild met een zwierig zonnehoedje op het grijswitte haar, trots dat ze tot nu toe nog niet door een fiets is overreden en bereid haar korte vakantie voor één interview te onderbreken. 'Mijn vriendin is onvermoeibaar', lacht ze een beetje besmuikt. 'Dit is eigenlijk mijn enige pauze.'
Het is één van haar schaarse grapjes. Paretsky, bekend van haar thrillers over detective V.I. (Victoria Iphigenia) Warshawski en in 2002 bekroond met de prestigieuze Golden Dagger Award voor haar hele oeuvre, straalt vooral zorg uit. Sorry dat haar verhaal niet wat samenhangender is, verontschuldigt ze zich, sorry dat ze niet wat vlotter praat. Meesteres van de zelfkritiek. Eigenlijk zou ze wel iets anders willen schrijven dan wéér een V.I. Warshawski, bekent ze, boos is ze op zichzelf dat ze niet meer risico's neemt en zich harder opstelt tegenover haar uitgever. 'Ik ben een hoer die zichzelf laat kopen. Ik zou dapperder moeten zijn, moeten vechten.' Eigenlijk, zegt ze, zou je niet alleen een eindredacteur moeten hebben voor je boeken, maar ook voor je leven.
Niet dat ze een hekel heeft aan haar heldin - die weinig te maken heeft met de V.I. Warshawski die actrice Kathleen Turner in 1991 neerzette in de gelijknamige filmflop. 'V.I.', zo waren filmcritici en kijkers het destijds eens, stond voor 'Very Irritating.' 'V.I.', zegt Paretsky, is niet zoals zijzelf op haar mondje gevallen, altijd heeft ze de snedige antwoorden klaar waar ze zelf twee dagen over moet nadenken.
'V.I.' staat met haar Italiaans-Poolse achtergrond voor het multiculturele Chicago waar Paretsky in 1966 kwam wonen en waar met de vraag 'Waar kom je vandaan?' niet wordt bedoeld waar je bent geboren maar uit welk land je voorvaderen stammen. 'V.I.' staat voor sociale betrokkenheid. 'Als ze weer eens kritiek heeft op yuppies, wijst ze eigenlijk naar mij.' En 'V.I.' heeft alles wat Paretsky zelf altijd had gewild. 'Haar Italiaans, ze spreekt prachtig Italiaans. En ze is enig kind. Maar als ik zelf enig kind geweest was, had zíj waarschijnlijk vier broers gehad.'
De vier broers met wie Paretsky opgroeide tussen de korenvelden in Lawrence, Kansas, het enige joodse gezin van het dorp. Als 'giraffen in een kudde koeien', zegt ze. Ze woonden in een groot, 'ongelooflijk' huis met vijf open haarden, dat geleidelijk ten prooi viel aan verval terwijl haar ouders zich overgaven aan hun ruzies. Haar vader, een wetenschapper, werd geobsedeerd door de Tweede Wereldoorlog, zijn familie was in Oost-Europa omgekomen en hij was volgens zijn dochter volslagen paranoïde geworden. Haar gelukkigste herinnering, zegt ze, is dat ze op school werd gekozen voor het honkbalteam. Maar als kind was ze altijd bang dat ze zelf óók zou worden vernietigd. 'Ik groeide op als blank meisje in Amerika zonder zelf ooit in gevaar te zijn geweest. Hoe komt het dan dat deze geesten je tóch altijd blijven achtervolgen?'
Eind september verschijnt in de Verenigde Staten Blacklist, het elfde deel in de Warshawski-reeks. Het vorige, Total Recall uit 2001, verscheen in Nederland als Zwendel en gaat onder meer over de kwestie van de joodse tegoeden. Total Recall is, zegt ze, met al zijn joodse achtergronden haar meest persoonlijke boek en vertelt een verhaal waar ze jarenlang mee rondliep. Ze droeg het boek op aan haar grootmoeders, uit Polen en Litouwen, die de oorlog niet overleefden. 'Voor Sara Krupnik en Hannah Paretsky, wier namen ik draag.' Maar de Holocaust, zegt ze, is 'kitschified', tot kitsch verworden, en aanvankelijk voelde ze zich zelf ook bijna één van de 'profiteurs' en 'heiligschenners' die de jodenvervolging in haar ogen uitmelken. Pas twee jaar geleden achtte ze zich technisch en emotioneel in staat het te schrijven, al bracht haar research haar niet oostelijker dan Wenen. ,,Ik kan nog steeds niet de moed opbrengen naar Oost-Europa te gaan. Voor mij voelt dat als één groot kerkhof.''
Polemiek
Profiteurs en heiligschenners, Paretsky schuwt de harde woorden niet en in Total Recall serveert ze deze verguisde mensensoorten genadeloos af. Zij zijn het die in het boek praten over Holocaust hier en Holocaust daar. De mensen om wie het gaat, zegt ze, de mensen die de oorlog hebben overleefd, nemen het woord nooit direct in de mond. Ze kan alleen maar schrijven als ze ergens bevlogen door is. 'En sociale en politieke kwesties, dáár ligt mijn passie. Dus zelfs als ik over 'V.I.' schrijf omdat er nou eenmaal een markt voor is, moeten de boeken wel een thema hebben dat mij raakt.'Haar probleem nu is dat ze nu overál boos om is, over alles wat er gebeurt in de Verenigde Staten van George Bush jr., waar mensen in de strijd tegen terreur zonder proces worden vastgehouden. 'De meest extreme dingen gebeuren. En allemaal in mijn naam, omdat ik Amerikaanse ben. Ik kan het nauwelijks verdragen. Maar daar kun je dus geen roman over schrijven. Als je zo boos bent als ik nu, wordt het een polemiek.'
In Total Recall promoveert ze één van haar vaste bijrolspelers tot een hoofdrol. Lotty Herschel, de oudere arts en vriendin/moederfiguur bij wie V.I. Warshawski altijd haar wonden kan likken, vertelt met horten en stoten haar oorlogsgeschiedenis. Toen Paretsky, historica, in 1997 als gastdocent in Oxford werkte, kreeg ze toegang tot de archieven over de kindertransporten van het Imperial War Museum in Londen en sprak ze met overlevenden. Even overwoog ze het hele boek vanuit Lotty's perspectief te schrijven. Maar dan moest alles tot in de kleinste historische details kloppen, en dat leek haar een onoverzienbare klus. Maar de hoofdstukken die nu aan Lotty zijn gewijd , zegt Paretsky, zijn wel het beste wat ze ooit heeft geschreven. 'Haar stem kwam zo gemakkelijk, terwijl schrijven voor mij vaak veel moeizamer is. Dan laat ik me afleiden door wat ik vanavond eens zal gaan eten, wat voor boodschappen ik moet doen.'
De achtergrond van Lotty Herschel, aanvankelijk geïntroduceerd omdat 'V.I.' daadwerkelijk medische zorg behoefde, was in de loop der jaren door Paretsky in gedachten al steeds meer ingekleurd. Hoe Lotty vanuit Wenen via Londen in Chicago was terechtgekomen, een baby had afgestaan. 'Vanaf 1990 wilde ik het verhaal ook gebruiken, maar hoe moest ik dat inpassen in het hedendaagse Chicago waarover ik schrijf?' De juiste context diende zich aan toen eind jaren negentig in de Verenigde Staten de discussie oplaaide over de teruggave van joodse tegoeden. 'De Europese verzekeringsmaatschappijen waren absolute schurken als het ging om uitbetalen aan de nabestaanden, decennialang zijn ze op het geld blijven zitten. Ze werden door de VS onder druk gezet, het was erg veel in het nieuws. Ik dacht: zó kan ik het allemaal bij elkaar brengen, de oorlog, Lotty én V.I. én Chicago. Het verleden en het heden.'
De verzekeringswereld kende ze van binnen uit, ze was na haar studie bij een verzekeraar terechtgekomen als marketing manager. 'Sáái', zegt ze, er waren regels die voorschreven wat je op je bureau mocht hebben: één telefoon, één plant, één foto, in haar geval van haar echtgenoot en honden. 'Geen stapels papier, geen boeken, voor mij was het marteling. En het lukte me natuurlijk nooit. Ik kreeg drie jaar achter elkaar de 'prijs' voor het slordigste bureau.'
Ze had altijd voor zichzelf geschreven, haar eerste verhaal werd gepubliceerd in een meisjesblad toen ze elf was. En V.I. Warschawski werd in zekere zin geboren als een reactie op het verzekeringswerk - en niet in de laatste plaats de mannencultuur op kantoor. 'Het is een onschatbare bron van informatie gebleken voor de witteboordencriminaliteit waar V.I. altijd in verzeild raakt.'
Grijs
Toen ze in 1982 haar eerste boek schreef,'Indemnity Only (Bloed is dikker dan goud), was Paretsky 31 en Warshawski een jaar jonger. Nu is de leeftijdsverhouding 56/46. 'V.I.' eeuwig jong laten bleek onmogelijk omdat Paretsky wil schrijven over actuele gebeurtenissen in Chicago, de rouwdouwer van weleer moest meegroeien met de stad - maar ze kon wel het verouderingsproces iets vertragen. 'Ik zou het verschrikkelijk vinden als ze niet meer fysiek zo actief zou kunnen zijn. En ik laat V.I. ook haar haar niet verliezen - of helemaal grijs worden, zoals ik.' Nee, een hekel aan Warshawski heeft ze niet. En ze zal ook niet kiezen voor een radicale oplossing à la Conan Doyle, die in 1893 zijn Sherlock Holmes liet omkomen omdat diens succes hem afhield van zijn - voor zijn gevoel veel belangrijker - historische romans. Ze wil alleen soms gewoon even níet over Warshawski hoeven schrijven.Ze zou artistieker willen zijn, verzucht ze, en dan ligt even zelfspot op de loer: 'Maar zelfs bij het koor waar ik zong hebben ze me weggestuurd. Want ik kon de maat niet houden.' Af en aan werkt ze nu wel aan een ander boek, over haar ouderlijk huis in Kansas waar later een lesbisch stel introk dat ook nog eens aan hekserij deed en zo het dorp van wedergeboren christenen op stelten zette. Maar verwacht van haar niet iets totaal nieuws en afwijkends, waarschuwt ze. 'Ik ben geen revolutionaire schrijfster, ik vertel gewoon verhalen.' Onderzoek voor het boek brengt haar terug naar de plaatsen van vroeger, naar het platteland en het graan en koren. 'Waarvan ik me nu ineens heel erg van bewust ben is dat ik nooit meer zomaar groente mag weggooien. Ik heb nu gezien nu hoeveel moeite het kost om die te kweken, te transporteren. Alhoewel mijn echtgenoot daar geen boodschap aan heeft. Nu ik weg ben ligt alles in de groentela weg te rotten - hij bakt liever wat eieren.'
Haar eerste drie boeken schreef ze naast haar fulltime verzekeringsbaan en de opvoeding van drie stiefzoons. In zekere zin, zegt ze, genoot ze meer van het schrijven toen het níet het enige was wat ze deed. 'Toen het in nog een soort hobby was, schreef ik veel speelser.' Zoals haar plan voor het Kansas-boek, is ze naast 'V.I.' altijd wel dingetjes voor zichzelf blijven schrijven - tot en met het libretto voor een opera-parodie op Madame Butterfly. Maar de laatste tijd lukt het haar niet om gewoon puur voor eigen plezier te schrijven. Het is voor Paretsky een nieuwe bron van zorg, een nieuwe reden voor zelfkastijding. 'Misschien is het de stress, mijn woede over alles wat er nu in de VS gebeurt in politiek opzicht. Ik hoop in ieder geval niet dat het de leeftijd is. Ik weet niet wat dat met me is. Je wilt worden gelezen, als schrijver, je wilt erkenning. Je bent exhibitionistisch. Maar ondertussen ook zo vreselijk bang. Het is alsof je in het openbaar je kleren uittrekt, met altijd de angst dat de mensen je lichaam niet mooi zullen vinden.'
PASPOORT SARA PARETSKY
Geboren op 8 juni 1947 in Ames, Iowa
Studeerde politieke wetenschappen aan de University of Kansas en geschiedenis aan de University of Chicago
Werkte o.a. als een marketing manager bij een verzekeringsmaatschappij
Debuteerde in 1982 met de thriller Indemnity Only
Oprichter van Sisters in Crime (1987), een organisatie die de belangen behartigt van vrouwelijke misdaadauteurs
Woont in Chicago, samen met haar echtgenoot, een natuurkundige, en hun golden retrievers.
Dit interview werd eerder gepubliceerd in augustus 2003
Geen opmerkingen:
Een reactie posten