24 mei 2010

Michael Connelly (interview, 2010)



'In mijn hart blijf ik een krantenjongen'



Harry Bosch is terug. De snoeiharde politieman, in het leven geroepen door de - volgens velen - beste Amerikaanse misdaadauteur, staat in het nieuwe boek Tweede leven inderdaad een heel ander leven te wachten. Kwetsbaarder dan ooit, net als geestelijk vader Michael Connelly zélf. 'Het vaderschap verandert alles.'

(Door Monique Brandt)

NEW YORK - De Amerikaanse misdaadauteur Michael Connelly verkeert op dit moment middenin een juridisch mijnenveld. De oorzaak is 'zijn' Harry Bosch, de gedreven, nietsontziende LAPD-rechercheur annex Vietnam-veteraan die hem inspiratie voor vijftien boeken én wereldfaam heeft bezorgd. Filmgigant Paramount nam jaren geleden een optie op Bosch, met het vage plan wellicht een bioscoopfilm over hem te produceren. De rolprent is er nooit gekomen, maar nu de optie is verlopen kan de schepper van Bosch de rechten op het door hem bedachte personage slechts voor een astronomisch bedrag terugkopen. Waarop Connelly de rechter heeft ingeschakeld, zo vertelt hij in een van de weinige interviews die hij in deze voor hem hectische periode geeft. 'Het is niet de deal zélf die ik betreur. Paramount kocht de rechten een jaar of vijftien geleden toen ik nog werkte als misdaadjournalist en net begon als fictieschrijver. Het geld stelde me in staat mijn baan op te zeggen en fulltime te gaan schrijven. Dus het was de moeite waard. Maar dat ik Bosch nu alleen kan terugkopen voor een bedrag met zes nullen, dat is wél bizar.'

Het zal Bosch zelf worst wezen, want Connelly's protagonist krijgt in zijn nieuwste Bosch-boek Tweede leven (Nine Dragons in het Engels) al genoeg voor zijn kiezen. Verstrikt in een zaak rond een dodelijk afgelopen overval op een Chinese winkelier, komt hij uit bij een lid van een triade uit Hong Kong. Voordat Harry de zaak echter kan oplossen krijgt hij bericht dat zijn dertienjarige dochter Maddie, die met haar moeder, ex-agent en tegenwoordig croupier Eleanor Wish in Hong Kong woont, is ontvoerd. Bosch reist spoorslags af naar Hong Kong waar hij haar in een race tegen de klok probeert te vinden in een stad die zich ontpopt als een hels doolhof.

Het boek dat nu voor hem ligt, zat al jaren in zijn hoofd, vertelt Connelly, die duidelijk niet op zijn gemak is in het zwarte ribkostuum dat hij voor de gelegenheid - plaats van gesprek is een ultrachique sociëteit - draagt. 'Bosch heeft een gedrevenheid die een normaal privéleven onmogelijk maakt. Hij heeft geen vrienden, geen relatie, alles draait om zijn missie: het kwaad bestrijden. In Verloren licht, dat ik in 2003 schreef, kwam Bosch erachter dat hij met zijn ex-vrouw Eleanor een dochter heeft. Die ontdekking gaf hem een kwetsbaarheid die onbekend was voor Harry. Ik wilde dat verder onderzoeken, maar wilde wachten totdat het meisje wat ouder zou zijn. Ik wachtte af totdat ik voelde: nú is het moment. Ik wist ook dat de plek van handeling niet LA zou zijn, maar een plaats waar Harry zich niet op zijn gemak voelde. Tijdens promotiereizen nam ik steeds vrij om een locatie te zoeken. Ik zocht in Amsterdam, in Parijs, Kaapstad. Hong Kong bleek de plek te zijn, zo'n stad waar je je onbewust gedwongen voelt steeds over je schouder te kijken, zonder dat je precies weet waarom.'

De introductie van Maddie komt niet zozeer voort uit de behoefte om het personage Bosch meer uit te bouwen, als wel uit het feit dat de auteur zelf een uitlaatklep nodig had, zo vertelt hij. Net als Bosch is de schrijver veranderd, geeft hij volmondig toe. Zijn voorheen wat norse, stugge manier van doen heeft inderdaad plaatsgemaakt voor een meer open uitstraling. Connelly was zelf veertig toen hij vader werd, zijn dochter is inmiddels ook dertien, net als Maddie Bosch. 'Ik heb me rijkelijk laten inspireren door mijn eigen dochter en mijn eigen ervaringen. Ze is een bijzonder mens met een unieke kijk op de wereld. Ik leer van haar en voelde sterk de behoefte dat te reflecteren in mijn boeken. Dus ja, ik had Maddie eigenlijk meer nodig dan Harry. Ik voel me absoluut kwetsbaarder als vader. Ik heb altijd een redelijk, hoe noem je het, zelfzuchtig leven geleid, het draaide om wat goed was voor míj. Nu zit ik hier te praten terwijl mijn dochter thuis haar eerste paardrijlessen krijgt. Tijdens dit hele gesprek zit ik me druk te maken of ze niet van haar paard af valt. Dat is inderdaad iets wat ik me vroeger niet kon voorstellen.'

De auteur, bekend om zijn boeken waarin Los Angeles een personage op zich is, heeft zijn leven in meer opzichten veranderd. Zo woont hij al sinds 2001 niet meer in die stad. Hij heeft net een appartement in New York, vlakbij Central Park gekocht, maar woont in Tampa, Florida, waar hij zijn dochter een veiliger omgeving in de buurt van familie wilde bieden. Hij mist Los Angeles echter nog steeds en gaat doorgaans elke zes weken een paar dagen terug voor research. 'De stad is enorm in ontwikkeling. Ik heb in mijn vorige boek zelfs een fout gemaakt: zo voerde ik een ziekenhuis op dat al gesloten was. Gênant natuurlijk, voor iemand die geacht wordt de stad goed te kennen.'

Los Angeles zal hem nooit loslaten, zegt hij. Hij maakte er faam als misdaadjournalist bij de LA Times, en won in die hoedanigheid een Pulitzer Prize. In Ongrijpbaar ('The Scarecrow') uit 2009 beschrijft Connelly, aan de hand van de belevenissen van misdaadreporter Jack McEvoy, de ondergang van de krantenwereld. 'Ik móest hierover schrijven. Het breekt mijn hart om te zien dat steeds meer krantentitels verdwijnen. Ik ben in mijn hart nog steeds een krantenjongen. Ik beschouw mezelf in feite niet als boekenschrijver maar nog steeds als journalist die ook andere dingen is gaan doen.'

Zijn eigen belangstelling voor misdaad ontstond in zijn tienerjaren, toen hij ongewild zelf in aanraking kwam met de politie. Als zestienjarige werkte hij als bordenwasser in een restaurant in Florida, toen hij op een avond een man voorbij zag spurten. 'Aan zijn kleding zag ik dat hij niet aan het joggen was. Ik zag hem een voorwerp in de heg stoppen, en ging poolshoogte nemen, het voorwerp bleek een pistool te zijn dat was gebruikt bij een dodelijk afgelopen carjacking. Ik haalde de politie erbij. Ze pakten wat mensen op, ik moest kijken bij de line-up of de dader erbij zat, maar herkende hem niet. Ik ben de hele nacht ondervraagd, omdat de agenten dachten dat ik iets achterhield. Het was een rotnacht, omdat ze me niet geloofden, maar wel een nacht die in mijn geheugen staat gegrift en mijn fascinatie voor misdaad heeft aangewakkerd.'

De misdaad heeft ongewild nog steeds impact op het leven van Connelly. Zoals in de periode dat hij in Hong Kong aan het researchen was voor zijn boek, onder andere door het maken van videofilms en foto's in Chunking Mansions, een gebouw van schimmige reputatie in het hart van Hong Kong, vol goedkope hostels, duistere winkeltjes en restaurantjes. Net voor Tweede leven uitkwam stuitte Connelly op een filmpje over de Canadese toeriste Ani Ashekian, die op die plek is verdwenen. 'Het bleek dat zij daar in dezelfde week was geweest als wij. Wij hebben al ons materiaal nagezocht om te kijken of zij er misschien op voorkwam. Dat was niet zo, maar de zaak bleef me bezighouden, vanwege de bizarre parallel: ik schrijf over een meisje dat is gekidnapt in Chunking Mansions, in dezelfde periode dat dat daadwerkelijk gebeurt. In interviews bij de lancering van het boek heb ik steeds aandacht voor de kwestie gevraagd, maar helaas, zonder resultaat.'

Zojuist heeft de auteur zijn volgende boek rond Bosch en advocaat Mickey Haller, The Revearsal, ingeleverd bij zijn uitgever. Haller, de jurist uit De Lincoln Advocaat (The Lincoln lawyer', zal het, in tegenstelling tot Bosch, wel schoppen tot het witte doek. De opnamen van de verfilming beginnen volgens plan 4 juni, met Matthew McConaughey in de hoofdrol. De auteur is vooralsnog terughoudend over het project. Zelf probeerde hij als schrijver en producer verschillende malen tevergeefs tv-projecten op te starten. 'Ik weet dus dat in Hollywood nooit iets zeker is. En dat maakt de uitdaging des te groter.'

Michael Connelly - Tweede leven. Vertaling: Martin Jansen in de Wal. Uitgeverij De Boekerij, 350 pag.

Geen opmerkingen: