De sterren van de websites
(Door Peter de Zwaan)
Straks is het vakantie. Je hebt De meidenschuur uit en je vraagt je af: wat moet ik nou.
Meer boeken lezen, natuurlijk, ik weet er nog wel een paar, mail me maar.
Of websites bekijken. Dat kan ook en dat is leuk, vooral op dagen waarop het je niet meezit en je zo’n beetje inhangt tussen een woede-uitbarsting en een half uurtje lachen. Smadelijk lachen, maar dat is ook lachen.
Ga naar websites en zoek de recensies. Iedereen die weet dat hij toch de energie of de kunde niet heeft om een boek te schrijven, maakt recensies. Dat is ter compensatie.
Ho, stop, even afpalen. Ik heb het niet over de serieuze recensenten die een boek echt lezen en die dat ook in het verleden al deden waardoor ze kunnen vergelijken. ‘Vroeger deed hij dit, nu doet hij dat, wat een verbetering.’ Die recensenten.
Ik heb het hier over de mensen die zo maar ineens iets vinden van een boek en dat willen opschrijven. Dat is natuurlijk eenvoudig, want als je een boek uithebt, vind je er iets van. Dat schrijf je op en dan heb je een recensie.
Maar het pakt niet altijd gelukkig uit en dat is nou net het leuke. Jaren geleden beleefde ik al plezier aan een recensente die schreef dat ik een debuut had gepubliceerd dat de moeite waard was en dat ik vooral door moest gaan. Ik had toen al drie of vier nominaties voor de Gouden Strop, wist het mens veel.
Gisteren las ik ook een mooie. Ik weet niet eens meer over welk boek het ging, maar een lezer vond het een vlak verhaal. Hij schreef er een recensie over en gaf het boek vijf sterren.
Geweldig.
Man naar mijn hart.
Zolang ik schrijf, heb ik te maken met recensenten die stukjes schrijven waardoor ik denk ‘verrek, ik schijn het te kunnen, dat worden vijf sterren.’ En dan zijn het er drie. Als ik geluk heb.
Ik denk dat het komt omdat recensenten wel spontaan kunnen opschrijven wat ze van een boek vinden, maar dat ze eerst een tijdje naar hun navel gaan zitten staren voor ze sterren laten flonkeren.
Wat moet ik nou, denkt de recensent terwijl hij staart, ik schreef wat ik dacht, maar als ik veel sterren geef, gaan ze zeggen dat ik met sterren smijt en dat is slecht. Dan nemen ze me niet meer serieus.
Ik weet nooit goed wie die ‘ze’ zijn, maar ik denk dat het kennissen betreft, andere recensenten, medewerkers van de site of het blad dat het stukje publiceert.
Niet serieus genomen worden, is de grootste angst van de recensent, ook van de serieuze.
De kreukelaars die hun ei leggen in een website, hebben daar geen last van. Niemand kent ze, houen zo. Ze geven vijf sterren als ze vijf sterren willen geven, lekker puh.
Mensen naar mijn hart, ik herhaal het graag. Leve de websites.
Deze column is ook te lezen op peterdezwaan.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten