06 juni 2019

Zeurzakken (column, 2019)



Geen ruimte, geen liefde
 



(Door Peter de Zwaan)

Aan- en opmerkingen op columns komen van vijf kanten: bezoekers van sites (waarvan Hebban de belangrijkste is), van blogs (de belangrijkste: de Spanningsblog), e-mail, Facebook en het plekje in mijn hoofd dat zich met misdaadromans bezighoudt. Het is een gevoelig plekje en soms is het er druk. Dan levert het ideeën en kritiek en omdat ik goed ben geworden in het negeren van kritiek schenkt het extra aandacht aan de ideeën.


Onder meer over voor- en nadelen van papier ten opzichte van internet.

Naar een site moet je toe, bewust, een krant ligt op je tafel, die blader je door en dan zie je van alles en nog wat... behalve stukken over misdaadromans.

Soms wel, hoor, want een beetje krant heeft een boekenredactie waar bij tijd en wijle iemand zegt: ‘Jongens, kom op nou, er worden veel spannende boeken verkocht, laten we daar eens wat meer aan doen.’

De oudste collega, wijs en zuur geworden in de loop der jaren, slaat terug. ‘Komt alleen maar gezeik van. Als we veel aan misdaad gaan doen dan krijgen we die Nederlandse zeurzakken achter ons aan die beweren dat ze mooie boeken schrijven en jullie weten net zo goed als ik dat het niks is en niks wordt.’

Dat niks-idee blijft hangen. Het hangt al heel lang en nou kan één keer per jaar de juryvoorzitter van de (BookSpot) Gouden Strop zich de blaren op de tong kletsen: er zal niets door veranderen.

Vorig jaar heb ik voorzitter Anniko van Santen zeer haar best horen doen en dit jaar heeft ze het vast ook gedaan. Maar in de kranten die ik lees, is me geen enkel interview met haar of de winnares opgevallen.

Omdat de Strop niet belangrijk genoeg wordt bevonden? Zelfs niet nu de prijs vorig jaar is opgekrikt naar 20.000 euro?

Ik ben er bang voor. Jaren geleden was de prijs 1001. Guldens. Geen euro’s. Een bedrag van niks voor een boekenprijs, maar, jongens en meisjes, wat was er een aandacht voor.

Momentum. Dat is het woord dat ik nu hoor te gebruiken. We hadden het en we zijn het kwijt geraakt.

Omdat wij, misdaadschrijvers, van die beroerde boeken schrijven?

Ik geloof daar niet zo veel van. Ik heb het meerdere malen een recensent horen zeggen, maar als ik vroeg: ‘Hoe vaak lees jij Nederlandstalige misdaadromans’ dan kwam te vaak het hakkelende antwoord neer op: ‘Zelden, want jullie kunnen er niks van.’

De Volkskrant had ooit een recensent die dit zei voor hij aan het recenseren sloeg. Het Algemeen Dagblad had een heel ervaren recensent die werd weggepest (en daarna thrillerweb.nl begon). Er zijn meer voorbeelden.

Geen ruimte, geen liefde voor het genre, geen plannen voor verbetering.

Dan kom je als liefhebber inderdaad snel terecht bij websites en blogs. Dat is even mooi als betreurenswaardig.

Zoiets denkt dat misdaadplekje in mijn hoofd en het eindigt meestal met: oké, dit weet je allemaal al een hele tijd, ga je nu weer verder met je boek?

Geen opmerkingen: