Niemand steekt een poot uit
(Door Hans Knegtmans)
Het Zweedse schrijverspaar Anders Roslund en Börge Hellström is in sommige kringen al bijna heilig verklaard. Toch moeten we daar nog maar even mee wachten. Het meisje onder de straat is niet het pareltje geworden dat hun vele fans hadden verwacht.
Aan de maatschappelijke relevantie van het thema schort het niet. In Stockholm worden uit een aftandse bus 43 Roemeense kinderen op straat gezet. Tevens blijkt het gigantische tunnelnetwerk onder de stad bevolkt te worden door psychisch gestoorden, verslaafden en kinderen die door de zorgsector over het hoofd zijn gezien.
Niemand steekt een poot uit, totdat een eerzame burger wordt vermoord, mogelijk door iemand uit deze doodgezwegen onderwereld. Beide zaken belanden op het bordje van commissaris Ewert Grens en zijn collega's. De lezer zou verwachten dat het team de onderste steen boven haalt om deze maatschappelijke wantoestanden een halt toe te roepen. Niets van dat al.
De zaak van de Roemeense kinderen wordt door toedoen van een Duitse commissaris van politie in de doofpot gestopt. De kinderen gaan terug naar hun geboorteland, en de mannen die een vorstelijke onkostenvergoeding hebben geïncasseerd voor het vinden van opvangadressen, lachen in hun vuistje. Grens bestrijdt het probleem van de ondergrondse bevolking door de bewoners te verjagen en de toegangswegen naar de catacomben onklaar te maken. Dat daardoor een paar oudere bewoners doodvriezen, neemt hij voor lief.
Op zichzelf is het niet verwonderlijk dat het politieteam weinig proactief optreedt. Om dat te doen moet de korpsleiding - lees: de schrijvers - de politieke aspecten van de problemen goed hebben geanalyseerd. Dat blijkt te hoog gegrepen te zijn.
Verder dan terloopse gemeenplaatsen als 'bezuiniging' en 'verantwoordelijkheid uit handen geven' komen de auteurs niet.
Het boek wordt gepresenteerd als een thriller die 'onze zogenaamde welvaartsstaat aan de kaak stelt'. Was het maar waar.
Roslund & Hellström - Het meisje onder de straat. Vertaling: Tineke Jorissen-Wedzinga. Uitgeverij De Geus, 349 pag.
(Bron: Het Parool)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten