15 november 2007

Jacqueline Hoefnagels en Santje Kramer - Ons soort mensen (2007)

Vermakelijk soort mensen




(Door Arno Ruitenbeek)

Een uitzonderlijk zooitje ongeregeld voeren Jacqueline Hoefnagels en Santje Kramer op in hun vermakelijke roman Ons soort mensen. Te vrezen valt dat de beschreven OSM'ers, zij het onder een andere naam, werkelijk bestaan. Ze lijken te sterk op de types die je tegenkomt op de hockeyclub, feestjes en evenementen.

Genieten, dus. Want aangezien een diepgaand gesprek over de zin van het leven met hen niet mogelijk is - tenzij je masochistisch bent aangelegd of het risico wilt nemen dat je biertje doodslaat - is dit boek dé methode bij uitstek om er ongestoord en ongevaarlijk achter te komen wat hun zielenroerselen zijn. Als ze die hebben.

Het decor is Amsterdam, het inkomensniveau grachtengordel. De plot doet er weinig toe.

Sylvia en Rogier, een onaangenaam stel centendieven, gaan uit elkaar. Rogier duikt in bed met grijze muis Meike, Sylvia legt het aan met haar rijke en doodzieke werkgever. Gebeurtenissen die de hoofdpersonen, tv-presentator Cas en vooral advocate Martine van Vloten, voor raadsels plaatsen. Als ze tijd zouden hebben, zouden ze dit tot op de bodem uitzoeken. En daar ontbreekt het hen en 'hun soort mensen' nu eenmaal voortdurend aan. Het tweede huis in het oosten des lands, de sportvereniging van de kinderen, de vrienden- en vriendinnenclubs, de hobby's zoals het verzamelen van peperdure oldtimers. Het is een wonder dat ze aan werken en geld uitgeven toekomen.

Hoefnagels, in het dagelijks leven eindredacteur, en Kramer, televisiemaker, hadden meer spanning mogen leggen in de verwikkelingen rond Sylvia en Rogier. Het thrillerelement had meer verdiend, zeker gezien de René Appel-achtige beschrijving van de entourage.

Jacqueline Hoefnagels en Santje Kramer - Ons soort mensen. Uitgeverij Arena, 382 pag.

Geen opmerkingen: