BAKLAVA EN SCHUDDENDE BORSTEN
(Door Peter Kuijt)
Sommige schrijvers moeten al bij de afkorting kokhalzen, maar het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs (GNM) is een gemoedelijk gezelschap. Een club van uiterst innemende schrijvers, uitgevers en critici, kortom ware liefhebbers van het spannende boek.
Een club ook die het beste met zijn leden voor heeft. Die opkomt voor de belangen van de ploeterende thrillerschrijver, altijd in gesprek is met doorgaans welwillende sponsors en die elk jaar door onafhankelijke jury’s twee mooie prijzen laat toekennen: de Schaduwprijs en de Gouden Strop.
Regelmatig worden uitstapjes georganiseerd, want een schrijver moet ook wel eens de deur uit. En één keer per jaar legt het bestuur verantwoording af aan zijn leden. De plaats delict van de jaarvergadering was ditmaal een bovenzaaltje van een Turks specialiteitenrestaurant in Utrecht.
Voor wie geïnteresseerd is in het reilen en zeilen van het GNM: het gaat goed met de club. Het aantal leden groeit nog steeds en de financiën zijn dik in orde. Wel sprak voorzitter Roel Janssen – die in zijn toespraak nog even memoreerde dat de Gouden Strop werd gewonnen door Roel Janssen – zijn zorg uit over de houding van dat dekselse, elitaire, grachtengordelachtige Fonds voor de Letteren, een subsidieverstrekker die geen oog heeft voor de noden van de spannendeverhalenschrijvers.
En daarna kon het netwerken beginnen. De ene schrijver vertelde over een mogelijke overstap naar een andere uitgever, de andere auteur had net weer een fantastische thrillersite ontdekt: de mijne! Anderen discussieerden weer over het belang van sterren bij recensies. De honger werd intussen gestild met koude meze, vis, vlees, rijst, ijs en baklava: het was er in overvloed.
Wat er ook in overvloed was, was de buikdanseres. De restauranteigenaar had kennelijk bij de reservering van het clubje thrillerschrijvers gedacht dat die heren ook wel eens verzetje konden gebruiken. Die zitten maar alleen aan hun sombere schrijftafeltje in hun eenzame plotgrot te turen naar het knipperende cursortje op het computerscherm. Die mogen nu wel eens wat anders om handen hebben, bedacht de goede man.
Wat hij kennelijk niet wist, is dat het GNM allang geen exclusieve mannenaangelegenheid meer is à la de Herenclub van Harry Mulisch. Volgens de notulen van de jaarvergadering waren er 23 mannen en 14 vrouwen, waarbij we het duo Tupla Mourits voor het gemak even als twee individuen tellen. De mannen keken met grote ogen op toen het volume op tien ging, opzwepende muziek het zaaltje werd ingepompt en een niet al te dik geklede dame binnenwervelde, wild haar vingercimbaaltjes beroerend. Rinus Ferdinandusse begon als een Nikita Chroesjtsjov met zijn handen op de tafel te trommelen, Charles den Tex rolde met zijn ogen, biddend dat de vrouw hem niet al te zeer zou naderen. En bij een niet met name genoemde auteur legde de danseres vervolgens haar schuddende borsten in de nek, als een basketballer die een perfecte dunk maakt. Het was voor de objectieve buitenstaander een fabelachtig staaltje van fysiek kunnen. Ondertussen tuurden de schrijfsters besmuikt naar de grond, uit het raam of naar de wandtegeltjes met een afbeelding van de beroemde kalksteenterrassen in Turkije. Zo niet thrillerdebutante Elisabeth Mollema. Zij wiegde niet onverdienstelijk op de dreunende muziek mee.
En je zag Roel Janssen denken: als het Fonds voor de Letteren dit te weten komt, kunnen we de subsidies helemaal vergeten.
(eerder geplaatst op Ezzulia.nl)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten