Wie is de echte Frannie Langton?
Ze wordt een van de meest veelbelovende debutanten van 2019 genoemd: de in Jamaica geboren Sara Collins. Voor haar manuscript van De bekentenissen van Frannie Langton kreeg ze een aanbod van uitgeverij Viking die ze eenvoudigweg niet kon negeren. De Nederlandse vertaling verschijnt op 4 april bij de niet echt in spannende boeken grossierende uitgeverij Hollands Diep.
Slaaf. Hoer. Slachtoffer. Moordenaar. Wie is de echte Frannie Langton?
Londen, 1826. Een woedende menigte heeft zich verzameld voor het gerechtsgebouw om een glimp op te vangen van een jonge zwarte vrouw die in de pers als een monster wordt afgeschilderd. Het dienstmeisje Frannie Langton staat terecht voor de moord op haar werkgevers en de verklaringen tegen haar stapelen zich op: ze zou een hoer zijn, een verleidster.
En misschien is dat allemaal ook wel waar. Maar het is niet de volledige waarheid. Frannie heeft een ander verhaal te vertellen. Over een slavin die op een plantage op Jamaica terechtkomt in een herenhuis in Londen, waar een mooie maar eenzame vrouw op verlossing wacht. Ze weet dat ze haar verhaal moet vertellen, ook als anderen haar de mond willen snoeren. Een vraag blijft echter door haar hoofd spoken: zou ze echt de enige persoon van wie ze ooit gehouden heeft, vermoord kunnen hebben?
En misschien is dat allemaal ook wel waar. Maar het is niet de volledige waarheid. Frannie heeft een ander verhaal te vertellen. Over een slavin die op een plantage op Jamaica terechtkomt in een herenhuis in Londen, waar een mooie maar eenzame vrouw op verlossing wacht. Ze weet dat ze haar verhaal moet vertellen, ook als anderen haar de mond willen snoeren. Een vraag blijft echter door haar hoofd spoken: zou ze echt de enige persoon van wie ze ooit gehouden heeft, vermoord kunnen hebben?
Sara Collins neemt de lezer mee naar beide kanten van de Atlantische Oceaan en langs de duisterste bladzijden van onze geschiedenis, stelt de uitgeverij. 'Het schetst een indringend beeld van hoe ras, klasse en onderdrukking het slechtste in mensen naar boven haalt terwijl het voor anderen een innerlijke kracht aanwakkert. Bovenal is het een verhaal over een meisje dat in de verkeerde tijd op de verkeerde plaats geboren is. Een meisje dat zowel slachtoffer als dader is in een wereld die haar het liefste ten onder ziet gaan.'
De schrijfster werd 46 jaar geleden geboren op Jamaica, groeide op op de Kaaiman Eilanden, kwam op haar elfde naar Engeland en studeerde rechten aan de London School of Economics. Ze werkte zeventien jaar als advocate voordat ze een Master of Studies in Creative Writing aan Cambridge volgde, waar ze de Michael Holroyd Prize won.
Ze werd geïnspireerd door de biografie van Francis Barber, de Jamaicaanse slaaf van de Engelse schrijver Samuel Johnson. Hij was ruim dertig jaar lang de huishoudelijke hulp en erfde na de dood van Johnson een bedrag van omgerekend zo'n 8.000 Britse ponden per jaar. Barber verhuisde naar Lichfield, de geboorteplaats van Johnson en opende daar een winkel in manufacturen.
In een interview met The Guardian zegt Collins dat ze een Jamaicaanse vrouw wilde situeren in een Jane Austen-achtige omgeving. 'Ik wilde zien wat er zou gebeuren met iemand als Frannie wanneer zij zich moet staande houden in de 19e eeuwse Engelse klassenmaatschappij.'
Zo'n tien jaar geleden beëindigde ze haar carrière als advocate om de zorg op zich te nemen voor vijf kinderen, twee van haarzelf en drie van de weduwnaar met wie ze later trouwde. Pas toen haar jongste naar middelbare school ging, vond ze de tijd om te schrijven. Ze volgde een schrijfcursus en haar nog onvoltooide boek kwam op de shortlist terecht van de Lucy Cavendish prijs. Voordat ze de cursus had afgerond, had ze al een literair agente gevonden. Een genereus aanbod van Viking volgde. Het boek wordt inmiddels bewerkt tot een televisieserie, een klus die Collins zelf verricht. Schrijven is niet makkelijk, zo heeft ze ervaren. 'Niets van wat ik ooit heb gedaan, met inbegrip van het opvoeden van vijf kinderen, was moeilijker dan het schrijven van deze roman.'
Bron: Uitgeverij Hollands Diep, The Guardian
Ze werd geïnspireerd door de biografie van Francis Barber, de Jamaicaanse slaaf van de Engelse schrijver Samuel Johnson. Hij was ruim dertig jaar lang de huishoudelijke hulp en erfde na de dood van Johnson een bedrag van omgerekend zo'n 8.000 Britse ponden per jaar. Barber verhuisde naar Lichfield, de geboorteplaats van Johnson en opende daar een winkel in manufacturen.
In een interview met The Guardian zegt Collins dat ze een Jamaicaanse vrouw wilde situeren in een Jane Austen-achtige omgeving. 'Ik wilde zien wat er zou gebeuren met iemand als Frannie wanneer zij zich moet staande houden in de 19e eeuwse Engelse klassenmaatschappij.'
Zo'n tien jaar geleden beëindigde ze haar carrière als advocate om de zorg op zich te nemen voor vijf kinderen, twee van haarzelf en drie van de weduwnaar met wie ze later trouwde. Pas toen haar jongste naar middelbare school ging, vond ze de tijd om te schrijven. Ze volgde een schrijfcursus en haar nog onvoltooide boek kwam op de shortlist terecht van de Lucy Cavendish prijs. Voordat ze de cursus had afgerond, had ze al een literair agente gevonden. Een genereus aanbod van Viking volgde. Het boek wordt inmiddels bewerkt tot een televisieserie, een klus die Collins zelf verricht. Schrijven is niet makkelijk, zo heeft ze ervaren. 'Niets van wat ik ooit heb gedaan, met inbegrip van het opvoeden van vijf kinderen, was moeilijker dan het schrijven van deze roman.'
Bron: Uitgeverij Hollands Diep, The Guardian
Geen opmerkingen:
Een reactie posten