08 maart 2019

Macht (column, 2019)




Het elfde gebod 


(Door Mariska Overman)  

Na wat heen en weer gebakkelei op verschillende blogs, nam ik de uitnodiging aan om inhoudelijk in te gaan op de blog van Peter Kuijt over de vertrutting van de thriller in ons land. En direct liep ik vast. Want hoe ik ook wikte en woog, ik kan de vorm en de inhoud niet los zien van elkaar. Zodra woorden als vertrutting (Kuijt) en libellisering (Tomas Ross) gebezigd worden, hangt daar een waardeoordeel aan. Dan zeg je daar iets mee. Uit de strekking van de blog maak ik op dat dat waardeoordeel niet positief is.


Persoonlijk heb ik nooit ergens gelezen over de thematiek waar een goede thriller aan moet voldoen. Als het gaat over wat goed is, gaat het over criteria als spanningsopbouw, plot, stijl, et cetera. Of heb ik iets gemist en bestaat er een elfde gebod dat zegt: Gij zult boeken schrijven inclusief maatschappelijke ontwikkelingen want anders is het een truttenthriller (en belandt u in de hel, maar dat terzijde)?

De truttige thrillers (voor het gemak houd ik even deze onaardige betiteling aan) moeten volgens mij in een breder perspectief geplaatst worden. In historisch perspectief. Kennelijk is er al een tijdje een beweging gaande in het thrillerlandschap waarin vrouwen een steeds grotere rol krijgen. Dat past heel goed in een breder maatschappelijk perspectief waarin vrouwen steeds meer ruimte innemen. Kijk naar de artsenopleidingen bijvoorbeeld: meer dan de helft is vrouw. En verandert daardoor het vak? Ontegenzeggelijk. Dat is inherent aan de verschillende wijze waarop vrouwen in de wereld staan, en naar die wereld kijken.

In de literatuur, specifiek in het thrillerlandschap, is dat niets anders. Dat mannen dat onmiddellijk bezien als vertrutting, is een oordeel dat meer zegt over het ongemak met die historisch-maatschappelijke verschuiving, dan over de kwaliteit van de betreffende boeken. Dat er slechte boeken tussen zitten beaam ik onmiddellijk, maar die waren er vroeger ook, en die zijn er ook onder de door mannen geschreven boeken die uit elkaar knallen van maatschappelijke relevantie (ja, dit is ironisch bedoeld).

Lang geleden (19e eeuw) moest ene Mary Anne Evans onder een pseudoniem (punten als u raadt wie) schrijven om als auteur serieus genomen te worden. Inmiddels hebben we een man gehad die onder een vrouwennaam schreef om gelezen te worden (Suzanne Vermeer).

Waar we idealiter naar toe zouden moeten, is boeken uitgeven die goed zijn, of ze nu door een man of een vrouw geschreven worden, en of ze nu rondom de keukentafel spelen of in een historische context.

Maar. Nu komt ‘de grote maar’. Want wie bepaalt wat er gelezen wordt? Dit is de aloude vraag van de kip of het ei: worden boeken uitgegeven voor de lezers (vraaggestuurd), of lezen lezers de boeken die ze voorgeschoteld krijgen (aanbodgestuurd)?

Als ik hier ook naar de bredere context kijk, zie ik dat de Telegraaf de grootste krant is, en dat SBS6 en RTL4 graag bekeken zenders zijn. In boekenland zie ik eenzelfde tendens: de mensch wil over het algemeen klaarblijkelijk de vlotlezende, niet te moeilijke, boeken (ja, ook mannen. Zij lezen over Gijp en de Dikke Prins). De mensch wil ontspanning, en dat bereik je eerder (kennelijk) als er niet te veel nagedacht hoeft te worden. Bij boeken die gelaagder en/of diepgravender qua thematiek zijn, wordt nu eenmaal meer denkwerk verwacht.

Grote vraag is of je de lezers die macht volledig moet geven. Zij willen makkelijk, dus leveren wij makkelijk (ik chargeer). Ik geloof wat dat betreft heilig in wat Steve Jobs ooit zei:
Some people say, "Give the customers what they want." But that's not my approach. Our job is to figure out what they're going to want before they do. I think Henry Ford once said: "If I'd asked customers what they wanted, they would have told me, 'A faster horse!'" People don't know what they want until you show it to them. That's why I never rely on market research. Our task is to read things that are not yet on the page.”

Maar ik geloof (met tegenzin) ook in de dominantie van het ‘money makes the world go around-principe’ Met andere woorden: als verschillende partijen goed verdienen aan bepaalde boeken, waarom zouden ze dat in godsnaam wijzigen? Omdat ik dat wil? Omdat Kuijt en Ross dat graag willen?

Er is een doelgroep voor iedereen, en het is nu eenmaal zo dat de ene een grotere doelgroep heeft dan de ander. Daar kun je op anticiperen, zoals Paul Goeken en lang geleden Mary Anne deden, of je blijft bij je eigen ding, en legt je erbij neer dat je wellicht nooit een bestseller krijgt. Maar daarom zuur gaan vingerwijzen naar het andere geslacht en de bijhorende zogenaamde vertrutting zal geen zoden aan de dijk zetten. Dat elfde gebod, dat is er niet. En wat mij betreft blijft dat zo.


P.S Let wel, ik preek niet voor eigen parochie hier. Ik heb nu drie boeken geschreven die naar eigen mening best goed zijn. De VN-thrillergids was het in ieder geval wat betreft de tweede daar mee eens: vier sterren voor Voltooid, een thriller inclusief een maatschappelijk thema (voltooid leven en euthanasie). Ook de andere twee gaan dieper dan huis-tuin en keuken problematiek (ouderverstoting en zelfmoord). Lees de recensies er maar op na.

En ja, ik vermoed c.q. vrees dat ze het mede daarom misschien minder goed doen bij het grote publiek. Maar dat is ook maar mijn gedachte.



Mariska Overman is eigenaar van een bureau dat de dood bespreekbaar maakt. Ze schrijft als columnist voor verschillende websites over rouw en dood.

Ze heeft altijd de wens gehad ooit een eigen boek te schrijven. Dat werd Hoofdzaak, een thriller, die in 2017 is verschenen. Ze schreef het in drie maanden tijd. Nadat ze op een vrijdag het manuscript naar de Crime Compagnie had verstuurd, volgde op maandag een uiterst positieve reactie van de uitgever. Na vijf maanden lag het boek in de winkel.

Onlangs verscheen haar derde thriller Verdoemd met seriepersonage Isabal Dieudonné in de hoofdrol.

Geen opmerkingen: