05 maart 2019

Hun schuld (column, 2019)



Café Borsthaar 


(Door Peter Kuijt)

Nauwelijks verlicht door een weigerachtige lantaarnpaal staat onder het viaduct van de rondweg een café dat betere jaren heeft gekend. Hier schuiven vanavond vijf mannen aan. Ze spelen met bierviltjes, plukken aan de lusjes van het tafelkleed en praten over vroeger. Toen alles beter was.

Ze delen een ambacht en ze delen een verleden. René, Chris, Willem, Peter en Felix zijn schrijvers van misdaadromans. Ieder van hen won de Gouden Strop, in de tijd dat het prijzengeld nog in klinkende guldens werd uitbetaald. Maar de gouden toekomst die in het verschiet lag, is er nooit gekomen.

Ze kunnen van het schrijven niet leven. De een geeft Nederlandse taal aan asielzoekers, de ander runt een B&B met uitzicht op het Markermeer, de volgende helpt zijn broer in de bakkerij met het vullen van worstenbroodjes, de vierde rijdt met een streekbus door Zoetermeer en de laatste verdient een grijpstuiver bij een uitgeverij waar hij manuscripten aan een eerste lezing onderwerpt.

Café Borsthaar is hun stamkroeg. Het is, zoals ze het noemen, een plek voor echte mannen. Mannen met ballen. Die de oorlog hebben meegemaakt, ook al lagen ze toen nog in de luiers. Ze hebben geen weet van chillen in een door hipsters gerunde lounge, halen hun neus op voor met vet steigerhout gevulde ruimtes waar 24 soorten koffie zijn te bestellen en moeten al helemaal niets hebben van zaken met vegan-gerechten op de kaart. ‘Wijvengedoe’, vindt Willem.

Willem komt stampvoetend binnen, hij heeft een kwartiertje onder de overkapping van Borsthaar een sjekkie staan roken. Zijn colbert lijkt nog ruimer te zitten dan de vorige keer. De walm van zware shag doet zijn kompanen achteruit deinzen, maar Willem doet alsof hij het niet ziet.

‘Het is gewoon klote’, zegt Willem. ‘Ik krijg bij mijn uitgeverij geen voet meer aan de grond, terwijl ze wel die blonde Heleen van 34 een contract voor twee boeken hebben aangeboden.’

‘Bekend verhaal’, zegt Peter, die ooit furore maakte met een reeks politieromans over Bureau Hoefkade. ‘De uitgever wil dat mijn commissaris Boudewijn van geslacht verandert en Bo wordt, anders is het over en sluiten.’

Chris kreeg een afwijzing op zijn thriller over een handjevol op een uitkering terende SS’ers in Nederland. Felix hoorde van zijn uitgever dat zijn met Sterk spul getitelde boek over een directeur van een vruchtbaarheidskliniek die tientallen vrouwen met zijn eigen zaad zwanger maakte, niet commercieel genoeg was. Hij zei tegen zijn uitgever dat-ie z'n rug op kon en probeert nu met een thriller over een sumoworstelaar in maatkostuum andere uitgeefhuizen te interesseren. Chris en Felix brommen eensluidend. ‘Je doet er alleen toe als je met gelakte nagels tikt en nog net geen veertig bent.’

René versterkt de treurnis door te vertellen over twee mannenbroeders die onlangs bekenden dat ze geen ‘thriller’ meer op de cover van hun boek willen hebben en gaat vervolgens los over de recensent die een vrouwennaam koos en literaire thrillers begon te schrijven. ‘En dan is er ook nog Karel die onder het pseudoniem van Karin puntjepuntjepuntje boeken vol zomerhittehorror en wintersportgruwel op de markt gooit en er verdomme nog flink aan verdient ook. We komen er pas aan te pas als je je als vrouw gedraagt.’

‘Het is ook hun schuld’, oordeelt de doorgaans grofgebekte Willem. ‘Ik kon het nog wel hebben toen Saskia, Esther en, eh…’

‘Simone’, vullen de anderen aan.

‘…en Simone met hun vrouwenthrillers kwamen. Maar daarna kwamen er nog veel meer van die troela's bij.’

‘En die schrijven weer over vrouwendingetjes’, weet Peter. Vreemdgaande mannen, dochters die op hun leraar vallen, een frauderende yogalerares, een bijziende plastisch chirurg. Het blijft allemaal lekker dicht bij het Vinex-huis.'

'Als je er een gelezen hebt, heb je ze allemaal gelezen', zegt Felix. Hij laat een luide boer, staat op en zegt: 'Even mijn zwager een handje geven.'

‘Ze hebben succes, maar ik begrijp dat succes niet’, zegt Chris, voordat hij zich in een pelpinda verslikt en bijna aan een doodsrochel ten onder gaat. René schiet te hulp en geeft Chris enkele harde klappen op de rug.

‘Au! Tering!’

‘Sorry. Nog een biertje?’

‘Doe maar’, zegt Chris, die nog een keer zijn keel schraapt en vervolgt: ‘Men ziet de schrijvende man niet meer staan. Wij krijgen géén uitnodiging om te signeren op de Huishoudbeurs of de Libelle Zomerweek. Als er in een boekhandel een discussie is over thrillers, zie je alleen maar schrijfsters. En niemand is zo gek om een website mannenthrillers.nl in de lucht te slingeren, terwijl er wel een voor vrouwen bestaat.’

‘En waag maar niet er iets van te vinden of te zeggen, want dan ben je een seksist’, briest Willem. ‘Als je ook maar zoiets als luxe kwebbelkutjes zegt, hangen ze je op.’

De doorgaans wat teruggetrokken Peter scheurt verbeten een bierviltje doormidden en zegt: ‘Het kan zo niet langer. We moeten wat terugdoen!’

‘Maar wat dan?’, vraagt René.

‘When in Rome do as the Romans do’, antwoordt de net teruggekeerde Felix, die altijd al goed in vreemde talen is. ‘Doe hetzelfde als de vrouwen, maar dan op een mannenmanier. We moeten die gasten weer aan het lezen krijgen, want daar zit het geld. Laten we bijvoorbeeld workshops geven over hoe te schrijven over geweld, achtervolgingen, seks, drinken en slim vreemdgaan. Stoere schrijfvakanties, niet in een pipowagen in Portugal, maar in Lapland met meters bier en grote lappen rood vlees.’

‘Ja! Klinkt goed. Wat nog meer?, vraagt Willem enthousiast.

‘Maak deals met sportscholen, slijterijen, voetbalclubs en luxe bordelen. Koop een kratje pils, kom een uurtje trainen of maak een wip en neem dan een lekker harde mannenthriller gratis mee naar huis. En laten we ons verenigen zoals die Moordwijven doen.’

‘Dat we daar niet eerder op zijn gekomen’, brult René. ‘Eendracht maakt macht, zoals Adolf Hitler zei.’

‘Het was een Romeinse geschiedschrijver, niet Hitler’, zegt Chris.

‘Ach, what the fuck. Maar hoe gaan we ons dan noemen?

‘Goeie vraag’, zegt Peter. ‘Moordkerels kan niet, dat lijkt te veel op die andere club. Wat dachten jullie van ‘Ridders te Pen’?’

‘Zit wat in’, knikt Willem. ‘Maar ik moet nu moeders de vrouw ophalen van een workshop ‘Ontwerp je eigen boekenlegger’. Zien we elkaar weer de volgende week?’

De vier steken hun duim op en bestellen nog een kopstoot.


Naschrift: Bovenstaande is een stukje fictie. Geloof het of niet: elke gelijkenis met gebeurtenissen of personen berust op louter toeval. 

Geen opmerkingen: