(Door Hans Knegtmans)
De Duitse schrijver Andreas Pflüger maakt het in Nooit en te nimmer zijn publiek niet gemakkelijk. Hoofdpersoon Jenny Aaron is al vijf jaar blind na een aanslag. Tot dat moment was zij hart en ziel van een geheime dienst die kortheidshalve 'de Afdeling' wordt genoemd. Zij werkte in een team met vijf mannelijke collega's die ze blindelings (woordspeling geen opzet) kon vertrouwen.
Na de fatale aanslag lag haar carrière aan diggelen, zou je denken, maar dan ken je Aaron niet. Haar gehoor, tast- en reukzin waren al superieur en zijn sinds het ongeval zo mogelijk nog scherper geworden. Tegenwoordig merkt het gros van de buitenstaanders haar handicap niet op.

De auteur verdient lof voor zijn ambitieuze project, dat in ieder geval aan spanning niets tekort komt. De flashbacks dwingen de lezer goed bij de les te blijven.
Het helpt daarbij niet dat het boek in wezen het vervolg is van Voor eens en altijd (2017). Wie dat niet gelezen heeft, moet extra alert zijn op zaken die nu slechts worden aangestipt: de ins en outs van de aanslag die Aaron haar gezichtsvermogen kostte, het feit dat in dat vorige deel Aarons vader werd geliquideerd.
Pflüger is helaas niet de enige misdaadauteur die doormeiert over het verleden.
Opmerkelijk is de drang van de auteur om vechtpartijen en andere actiesequenties in kortademig detail te beschrijven. Dat werkt niet. Pflüger zou nog eens moeten lezen hoe actieheld Jack Reacher reageert als hij gedwarsboomd wordt door een of andere lamstraal. Maar Lee Child is dan ook van de buitencategorie.
Andreas Pflüger - Nooit en te nimmer. Xander uitgevers, 415 pag.
Deze recensie, met toestemming van de auteur overgenomen, verscheen eerder in Het Parool.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten