Even bijpraten
(Door Peter Kuijt)
Wat begon als een mail van misdaadverslaggever Peter R. de Vries aan strafpleiter Gerard Spong over verwensingen op social media, mondde uit in een uitgebreide correspondentie die nu gebundeld is.
Peter R. de Vries is een landverrader, een gore nazi en een nikkervriendje. Althans, dat is globaal gezien de inhoud van de verwensingen aan zijn adres die de misdaadjournalist bijna dagelijks op social media voorbij ziet komen. Aan de lopende band zijn er ook bedreigingen. Zo wordt in vele varianten geuit dat De Vries een kogel verdient dan wel moet krijgen.
Het gescheld komt van mensen die De Vries niet kent, maar ‘niettemin overkoken van de haat’. Toen de crimereporter begin vorig jaar advocaat Gerard Spong op de Keizersgracht in Amsterdam zag wandelen, overwoog hij even om hem te vragen wat te doen tegen deze onfrisse uitingen. Maar hij zag dat Spongs yorkshireterriër Rex hoge nood had en besloot de vraag vervolgens per e-mail aan de strafpleiter te stellen.
Die mail was de start van een maandenlange briefwisseling, die is vervat in het boek met de opmerkelijke titel PS: Dit is vertrouwelijk… Opmerkelijk, omdat de twee behoorlijk wat privézaken en andere gevoelige informatie uitwisselen en het ze kennelijk weinig uitmaakt dat een lezerspubliek er nu ook kennis van kan nemen.
Voor wie nieuwsgierig is naar Spongs antwoord op de hatemail-vraag van De Vries: ook hij wordt voor alles en nog wat uitgemaakt. Soms kan hij ‘de kanker krijgen’ en er wordt gewenst dat Spong als homo maar van een flat gegooid moet worden. Hij heeft enkele malen aangifte gedaan, die alle in een veroordeling zijn geëindigd. Het ‘rilling-criterium’ bepaalt of Spong aangifte doet. ‘Zodra de rillingen over mijn rug lopen en ik bevattelijk word voor huiver, doe ik aangifte.’
Het zijn geen kattenbelletjes uit de losse pols waarmee Spong en De Vries elkaar bijpraten. Het duo neemt de beantwoording van elkaars brieven serieus. Soms vervalt De Vries in herhaling – zo komt regelmatig voorbij dat hij al veertig jaar in het vak zit -, maar door de bank genomen maken ze zich er niet met een jantje-van-leiden vanaf.
Tal van onderwerpen passeren de revue. Ze bespreken onder veel meer de plasseksopnamen van Patricia Paay, Spongs uurtarief van 500 euro, Joran van der Sloot, het open huwelijk van De Vries, seksboekjes, de funeste invloed van alcohol op het menselijk lichaam en de discriminatoire verschillen tussen de toga’s van raadslieden en rechters. Spong openbaart bijna terloops dat hij qua mannen op ‘bij voorkeur wat bleke, schriele, industriële scharminkels’ valt.
De twee hebben elkaar hoog zitten, de waardering voor elkaars werk spat van de pagina’s af. De Vries schrijft in zijn mails to the point, probeert Spong uit zijn tent te lokken. De advocaat formuleert bloemrijker, maar soms ook alsof hij een juridisch referaat houdt. Zo produceert hij in een betoog over integriteit in de opsporing een zin van meer dan 80 woorden die je leest en herleest en tenslotte laat voor wat hij is.
De Vries en Spong zijn het over veel eens en dan kan hun conversatie wel eens vervallen in gebabbel. Maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd bij thema’s waarover ze elkaar in de verzorgde kapsels vliegen. Zo vindt De Vries het kwalijk dat Spong als ‘eenzijdige belangenbehartiger’ van zijn cliënten optreedt en zich verder weinig lijkt te bekommeren om slachtoffers in strafzaken. Spong hekelt op zijn beurt een nationale DNA-databank waar De Vries voorstander van is. Ook begrijpt de advocaat geen snars van de ‘echte vriendschap’ van de journalist met de in 2003 vermoorde Heinekenontvoerder Cor van Hout en vindt De Vries het belachelijk wanneer onkreukbaar geachte rechters feestjes van advocatenkantoren bezoeken.
Dit zijn vertrouwelijkheden waar je als lezer van smult.
Gerard Spong & Peter R. de Vries - PS: Dit is vertrouwelijk.... Uitgeverij Balans, 368 pag.
Deze recensie is eerder verschenen in het AD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten