06 oktober 2019

'Ertoe doen' (nieuws, 2019)


De Gouden Strop hangt aan een zijden draadje 



Begin vorig jaar kondigde BookSpot met veel tamtam aan dat het voor zeker drie tot vijf jaar de Gouden Strop zou financieren. De webboekwinkel verdubbelde meteen het prijzengeld naar 20.000 euro. Nu trekt BookSpot zich terug als sponsor terwijl het deze maand nog wel twee prijzen van in totaal 100.000 euro toekent aan de auteurs van de beste literaire roman en het beste non-fictieboek. Het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs (GNM) moet nu naarstig op zoek naar een nieuwe weldoener. ‘Van pleeggezin naar pleeggezin, maar de Gouden Strop blijft een weeskind in de literaire familie’, schreef een van de acht winnaars, die zich hieronder uitspreken over de toekomst van Nederlands belangrijkste thrillerprijs. ‘Het is steeds weer hetzelfde gebedel en gelazer om het prijzengeld veilig te stellen.



Wat vind jij van het besluit van BookSpot?

Samantha Stroombergen (winnaar in 2019): ‘Jammer, natuurlijk. De thriller is een populair genre en het blijft teleurstellend dat het desondanks in het verdomhoekje blijft staan.’
Willem Asman (winnaar in 2018): ‘Bijzonder spijtig.’
Michael Berg (winnaar in 2013): ‘Behoorlijk waardeloos. Als ze nou alle prijzen hadden geschrapt had ik het nog kunnen begrijpen, maar nu de prijzen voor literatuur en non-fictie nog staan komt het erg over als minachting voor het thrillergenre. En dat steekt.’
Samantha Stroombergen
Elvin Post (winnaar in 2004): ‘Het is jammer, maar het is niet anders. Wel vreemd dat ze hebben aangegeven het voor zo'n lange periode te gaan doen en nu terugtrekken. Hebben ze een reden gegeven?’
Peter de Zwaan (winnaar in 2000): ‘Dit soort besluiten wordt op commerciële gronden genomenDaar kun je veel van vinden, maar als een sponsor zich daar druk om zou maken dan zou hij zich wel aan zijn woord houden. Het is niet heel chic wat nu gebeurt, maar zelfs als je heel goed luistert hoor je na kritiek geen BookSpotter die van zijn stoel valt. Blijkbaar genereren literaire romans en non-fictieboeken naamsbekendheid. Nederlandstalige misdaadromans doen dat niet. Einde organisatie Gouden Strop.’
Jac. Toes (winnaar in 1998): ‘Opmerkelijk, zeg je dan. Je belooft trouw voor drie jaar aan je geliefden Bookspot Gouden Strop en de Bookspot Schaduwprijs (27.000 euro all inclusive), je laat haar na twee jaar in de steek om haar in te ruilen voor twee veel duurdere nieuwe minnaressen, de BookSpot Literatuurprijzen fictie en non-fictie (meer dan 100.000 euro). En dan zeg je dat het een geldkwestie is.
Nog opmerkelijker is de reactie van Peter Römer (voorzitter Genootschap Nederlandstalige Misdaadauteurs) en Charles den Tex (voorzitter stichting Gouden Strop). Ze verklaren zich ‘dankbaar voor de afgelopen jaren’. Geen woord van verbazing, verontwaardiging of boosheid. Ik snap dat niet iedereen in de wieg is gelegd voor een vechtscheiding maar er bestaat ook nog zoiets als het nakomen van afspraken. Dat heet fatsoenlijk zaken doen. Ik ken de contracten niet die zijn afgesloten met BookSpot en maar afgaande op de summiere communicatie van beide voorzitters over deze kwestie lijken ze nog in shock over deze plotselinge verlating. Maar het is nog niet te laat om met een goede advocaat (Knoops? Hij schreef ook een paar thrillers) de gang naar de rechter in te zetten.’
René Appel (winnaar in 1991 en 2001): ‘Het is wat mij betreft een jammerlijk besluit. Is de toezegging om de Gouden Strop drie tot vijf jaar te financieren niet vastgelegd in een contract? Zo nee, is dat een beetje naïef van de Stichting Gouden Strop. Zo ja, dan is er een basis voor een juridische procedure. Bedenk verder ook dat die twee prijzen van ieder 50.000 euro Bookspot veel meer kosten dan totaal 100.000 euro. Denk aan kosten van juryleden, secretariaat, uitreiking enz.’
Tomas Ross (winnaar in 1987, 1996 en 2003): ‘Ik weet niet of het GNM BookSpot kan dwingen de prijs in elk geval nog komend jaar te betalen, contract is contract per slot, ook mondelinge toezeggingen zijn rechtsgeldig, ik zou het in ieder geval wel doen en het verbaast me dat we daar niks over horen.’



Hoe zie jij de toekomst van de Gouden Strop?

Stroombergen
: ‘Laten we hopen dat de Gouden Strop flink wat jaren blijft bestaan. Het voelt allemaal wel een beetje als een munt die beide kanten op kan vallen. Ik denk dat we allemaal mooie wensen hebben voor wat de Gouden Strop zou moeten betekenen binnen het landschap van andere prijzen, maar het lastige daaraan is dat we daarvoor ook anderen nodig hebben, zoals de media. En als die niet mee bewegen...’
Willem Asman
Asman
: ‘Daar is sinds de oprichting discussie over, ik ken geen ander genre dat zo hartgrondig eigengereid kan lopen zeiken over zijn eigen voornaamste assets. We hadden het natuurlijk allemaal liever anders gezien, BookSpot begon zo veelbelovend, maar ik maak me op de lange termijn geen zorgen. De Gouden Strop is een merk, niet meer weg te denken, die 20K was echt niet uit liefdadigheid.’
Berg: ‘Ik zou het echt niet weten. Een nieuwe sponsor zoeken? Of de prijs in eigen beheer voortzetten? Het thrillergenre verdient een prijs maar als de media-aandacht dermate gering blijft ben ik bang dat het niks wordt. Leuk voor ons schrijvers maar het grote publiek merkt er niets van. De vraag is hoe je het schip moet keren. Een andere vorm van jureren misschien, een publieksjury, waardoor de prijswinnaars ook echte bestsellers kunnen worden. Ik wou dat ik het wist.’
Post: ‘Ik verwacht dat er wel een andere sponsor komt. De prijs bestaat al zo lang.’
De Zwaan: ‘Voornamelijk hééél kort.’
Toes: ‘Als je dan toch een prijs wilt handhaven, zou het wel zo handig zijn om te bepalen: waarom? Gaat het genre ten onder wanneer er geen jaarlijkse mededeling ‘And the winner is…’ verschijnt? Gaan de verkoopcijfers omlaag zonder de GS?
Zelf zou ik in ieder geval de antieke naam afschaffen. Niemand weet nog waar ‘Gouden Strop’ vandaan komt of wie Joop van den Broek was (Wie? Good old Joop van ver uit de vorige eeuw die een totaal onbekend boek met een gelijknamige titel schreef). Kom dus met een nieuwe prijs in een nieuwe jas. Maak een stevig businessplan (van vijf jaren?), waarin je belangen van sponsor én het genre én de deelnemers vastlegt. Zoek er een organisatie bij die inhoudelijke grote affiniteit met het genre of de literatuur in het algemeen heeft.’
Appel: ‘Ik ben in het verleden als bestuurslid van het GNM al op zoek geweest naar een nieuwe sponsor (dat is toen gelukt: de Bruna boekhandels), maar ik weet dat het verdomd moeilijk is. Toch is dat het enige wat er op zit als je de Gouden Strop wilt behouden. Hij mag wat betreft het prijzengeld dan best terug naar 10.000 euro. Belangrijk is, zoals altijd, de publiciteit die je ermee kunt creëren. Als dat niet lukt, maakt een Gouden Strop weinig kans op financiering.’
Ross: ‘Het verbaast me niet dat BookSpot zich terugtrekt. Het is helaas zoals ik al meer zei: de Strop is gedevalueerd, qua uitstraling maar zeker om commercieel uit te baten. Daar is BookSpot dan dus ook achter gekomen. Ik heb opnieuw geen publiciteit gezien, niet tevoren, nauwelijks tijdens, niet achteraf. Vraag naar de Stropwinnaar en je krijgt geen antwoord, evenmin als op de vraag naar de meeste voorgaande winnaars. En het zou me weer wel verbazen wanneer Samantha Stroombergen meer dan 2000 exemplaren verkocht. Ook al zoals voorgaande prijswinnende titels uit de recente jaren.
De Strop heeft nauwelijks of geen effect op de verkoop, de prijswinnende uitgever besteedt - het oude liedje - zijn promogeld liever aan zijn buitenlandse bestsellerauteurs. Nodig, jawel, maar ook dom want zonder betaalde publiciteit worden geen eigen debutanten dat.
De Strop - het wordt eentonig, en ik weet dat het tegengesproken wordt - was tijdelijk bedoeld, voor pakweg een jaar of tien. Waarom? Omdat het toen al duidelijk was dat we een klein clubje zijn dat het op de langere termijn nooit alleen zou redden. Goedbedoeld, aanvankelijk wel prima aandacht en goede verkoop, maar alras Ons kent Ons. En dat werkt tegen je.
Drie maal de Strop winnen is mooi maar het doet wenkbrauwen fronsen. Zo ook met de steeds terugkerende juryleden, daar heb je Jos van Cann weer, en dezelfde voorzitster die bij mijn beste weten een schat is maar deskundig waar het om thrillers gaat?’





Wat vind je van de manier hoe er de afgelopen jaren door diverse instituties (CPNB, verschillende sponsors, het GNM) met de thrillerprijs is omgesprongen?

Stroombergen: ‘Zo'n stoelendans werkt niet in het voordeel van de prijs. Je hebt toch een basis nodig om van daaruit verder te kunnen groeien: je kunt dan immers zien wat er het ene jaar misschien wat minder lekker ging zodat dat een volgende jaar beter opgepakt kan worden.’
Asman: ‘Je moet altijd ambitieus zijn, als schrijver maar ook als genre: kijken waar het beter, mooier, groter kan. En je moet leren van de missers, want wie iets wil bereiken zal nu en dan de plank misslaan. Tegelijkertijd moet ik ook altijd denken aan de gemiste penalty’s van Seedorf – hij nám ze wel.’
Michael Berg
Berg
: ‘De neergang is begonnen met de CPNB die zich min of meer heeft teruggetrokken. Toen de CPNB nog fors investeerde was de uitreiking van de Gouden Strop een echt media-event en kwam de winnaar zelfs in het NOS journaal.’
‘Als je het genre belangrijk vindt moet je er ook in investeren. Ik krijg bij de CPNB sterk de indruk dat ze andere evenementen belangrijker vinden en dat de thrillers zich maar zelf moeten redden. Een rare opstelling, want het spannende boek wordt meer gelezen dan literatuur of kinderboeken. Kortom: als je leesbevordering zo hoog in het vaandel hebt staan dan moet je ook de thriller serieus nemen.’
‘Dat sponsoren afhaken kan. Probleem is dat er geen enkele partij te vinden is die het wil overnemen. Alsof de thriller een besmet genre is. Wat betreft het GNM: ik zit tegenwoordig zelf in het bestuur en merk hoe gering onze invloed is. Ik ben blij dat de club aansluiting heeft gevonden bij de Auteursbond, een professionele organisatie die opkomt voor alle schrijvers, en nu dus ook voor thrillerauteurs. Een goede zaak.’
Post: ‘Ik vond The Power of Plots een paar jaar erg leuk. Ik zou er voor pleiten om zoiets te laten terugkeren. Een gezellig en laagdrempelig feest met interviews en andere activiteiten, voor lezers, schrijvers, uitgevers en boekhandelaren.’
De Zwaan: ‘Wij, misdaadschrijvers, kunnen wel vol edele verontwaardiging zitten, maar de reactie van de bedrijven die geld op tafel leggen, is steevast: het kost heel wat meer dan het aan goodwill dan wel naamsbekendheid oplevert.
Misschien moeten we terug naar het begin toen de Strop 1001 gulden opleverde. Zelf betalen via het GNM, klein feestje erbij met van die knabbelstokjes en een bitterbal en hopen dat er zo hard wordt gelachen om de nieuwe aanpak dat er van schrik iemand zegt: 'Ik heb een aardig tv-programma, kom eens vertellen wat jullie eigenlijk aan het doen zijn.'’
Toes: ‘De GS is natuurlijk vanaf het begin als een vehikel gebruikt voor naamsbekendheid, en minder als inhoudelijke waardering of stimulans voor het genre of een specimen ervan. In het allereerste begin was het een borreltafelidee van een groepje vrijgevochten misdaadauteurs om het imago van de thriller an sich wat op te poetsen en toen later het grote geld in zicht kwam, dachten diverse al dan literair geïnteresseerde concerns in een gespreid reclamebedje te stappen (afgezien van de LIRA, die ideëlere motieven kon hebben gehad). Dat mag, maar zoals dit jaar is bewezen, je verkast dan als Gouden Strop even snel van uitbater als een slechtlopend café, zodra het beoogde effect uitblijft.’
Appel: ‘Daar heb ik niet veel inzicht in. Het GNM en later de Stichting Gouden Strop heeft zijn best gedaan, maar of het allemaal op de juiste manier is aangepakt, weet ik niet. Al die sponsors hebben het een tijdje 'geprobeerd', maar het feit dat de publiciteit gering was (weinig of geen tv, vrijwel niets in de kranten), maakte de sponsors kopschuw. Wat het CPNB heeft gedaan of nagelaten weet ik niet.’
Ross: ‘De prijs doet geen stof (meer) opwaaien. Je vraagt je af waarom er dan niet meer aan werd gedaan. Antwoord: omdat het ook niet mogelijk is. Want hóe dan?
En dus is het steeds weer hetzelfde gebedel en gelazer om het prijzengeld safe te stellen want die sponsors snappen dat na een tijd ook. En deden er ook al niets aan of mee: de KRO zond godbetert de Maand van het Spannende Boek dagelijks BUITENLANDSE detectives uit, de CPNB organiseerde een SCANDINAVISCHE spannende week. Ja, dat schiet lekker op dan.’
Het verleden van de Strop was mooi, zeer tevreden met alle drie prijzen, goeie verkoop ook, maar nogmaals, dat was toen, toen het allemaal nog nieuw was en aandacht kreeg van de Volkskrant, de NOS, NRC Handelsblad, de chic van het Amstelhotel, etc.'



'De Gouden Strop doet geen stof meer opwaaien, maar wordt ter kennisgeving aangenomen', schreef GNM-voorzitter Peter Römer twee jaar geleden al in een brief aan de leden. Is de Strop nog te redden en zo ja, hoe dan?

Stroombergen: ‘Ik denk het wel, maar het is geen makkelijke opgave. Voor literatuurprijzen lijkt het allemaal meer 'vanzelf' te gaan: romans krijgen immers al veel aandacht vanuit programma's als De Wereld Draait Door en de grote kranten. Het zou mooi zijn als kranten meer aandacht schenken aan oorspronkelijk werk in plaats van vooral te focussen op de buitenlandse bestsellers en er in talkshows ook eens thrillerauteurs aan mogen schuiven die niet Saskia Noort of Esther Verhoef heten. Niet omdat het niet goed is dát zij aanschuiven, maar omdat er wat mij betreft meer variatie te zien mag zijn. Hoe we dit voor elkaar kunnen krijgen? Tja, als we dat toch eens wisten! Misschien zou het helpen als veel thrillerauteurs, bijvoorbeeld via het GNM, een keer bijeen komen om hier een plan van aanpak voor te maken. Niet voor het individu, maar voor ons als geheel. Een 'voor auteurs, door auteurs'-aanpak als het ware, in hoeverre dat niet al eens is gebeurd. Meer aandacht over het algemeen betekent hopelijk ook dat aandacht voor een thrillerprijs niet achter kan blijven.’
Elvin Post. Foto (c) Didier Cohen
Asman
: ‘Ik heb veel vertrouwen in Peter Römer en zijn bestuur, veel vertrouwen in Charles den Tex. Ik ga mijn steentje bijdragen waar ik kan, en ze in de tussentijd zo min mogelijk voor de voeten lopen.’
Berg: ‘We moeten niet dramatisch doen. Thrillers zijn het meest gelezen genre. Er zijn meer thrillerauteurs dan ooit. Natuurlijk is niet alles even goed, maar er is een veel bredere top dan twintig jaar geleden. Dat is allemaal winst. Het is nu de kunst om het publiek te verleiden om meer Nederlandse auteurs te lezen. Op dat vlak zouden uitgevers ook wat meer kunnen doen. In plaats van veel geld te betalen voor iedere scheet uit het buitenland zouden ze hun eigen auteurs wat meer mogen promoten.’
Post: ‘Ik vertrouw erop dat er een nieuwe sponsor wordt gevonden. Dat is tot nu toe altijd gelukt. Het zou treurig zijn als in navolging van De Diamanten Kogel in België ook De Gouden Strop verdwijnt.’
De Zwaan: ‘Alleen als er iets gebeurt waardoor tv-makers (‘radio en kranten doen er niet toe’, zegt Job Vis dan en ik denk dat hij gelijk heeft) in actie komen, kun je er iets mee opschieten. Kún je, zeg ik met nadruk, want mijn twijfel is groot.’
Toes: ‘Waarom wil je dat het stof opwaait? Als het antwoord “commercieel gewin’ luidt, moet je snel met een beter plan komen waarin je omschrijft wat je wilt, waarom, met wie en hoe.’
Appel: ‘Vanaf mijn bureaustoel is dat moeilijk te zeggen. Misschien dat een brainstorm met een aantal betrokkenen iets oplevert.’



Waarom moet de Gouden Strop blijven bestaan?

Stroombergen: ‘Hoewel de aandacht voor de Gouden Strop in het niet valt vergeleken met die voor literatuurprijzen, krijgt de auteur desondanks een goede 'boost' in de media. Het mag best meer en breder, maar toch! Ook kopen de boekhandelaren na zo'n prijs weer lekker in. En het moet gezegd worden: het geld is ook niet verkeerd. Zoals iedereen wel weet, kunnen weinig auteurs van hun boeken leven. Zo'n bedrag helpt dan om minder te werken bij de 'normale baan' of om kansen te grijpen voor research die je anders niet zo snel zou pakken.’
Asman: ‘Ik heb aan den lijve de kracht van die prijs ondervonden. Rebound werd in het jaar vóór de Gouden Strop best goed ontvangen, maar qua verkoop kwam het nauwelijks van de grond. Na de Gouden Strop gingen er meer dan vijftigduizend over de toonbank.’
Berg: ‘Omdat de thriller een serieus literair genre is en dus een prijs verdient. Het aanbod is groot. De lezers zijn talrijk. Daarom is het alleen maar logisch dat er ieder jaar een 'beste boek' wordt gekozen om daarmee hen genre in de spotlights te zetten.’
Post: ‘Niets moet, maar het zou wel fijn zijn. Dit jaar won Samantha Stroombergen met haar debuut. Het zal haar boek een flinke zet hebben gegeven en dat wil natuurlijk iedere schrijver. Tegelijkertijd: ik denk dat goede boeken uiteindelijk toch hun weg wel vinden, met of zonder prijs. Als een lezer geraakt wordt, om welke reden dan ook, wordt het boek vanzelf aangeraden en doorgegeven. Maar met een prijs gaat het sneller. Het kan het verschil zijn of je wel of niet bij de grote ketens binnenkomt.’
Peter de Zwaan
De Zwaan
: ‘A: Omdat het leuk is om te kunnen zeggen: 'Vaders boeken lezen jullie toch niet, maar die prijs, daar kijk je niet om heen.' (Hij was nogal groot in 2000 en erg zwaar.) En B: Omdat een paar mensen nog steeds bereid zijn zich het vuur uit de sloffen te lopen om een nieuwe sponsor te vinden. Charles, ik wens je elk jaar meer sterkte.’
Appel: ‘De Gouden Strop is toch een teken dat de thriller 'ertoe doet', dat het een serieus te nemen literair genre is.’
Ross: ‘De neergang bevestigt dat de prijs tijdelijk moest zijn. Waar ik altijd voor heb gepleit. Een thriller is een roman, literair of niet, dus waarom dan niet als 'roman' beschouwd maar als separate categorie binnen een klein clubje gehandhaafd? De CPNB heeft nota bene een aparte Thriller toptien. Why in godsnaam? Dat versterkt het toch al zo lang bestaande dedain bij recensenten, docenten en literatoren hier die dat in tegenstelling tot in andere landen altijd al vonden. Zelfs uitgevers, de goeden niet te na gesproken.
In plaats van meer aandacht voor de vaderlandse thriller is er steeds minder. Neem de ooit roemruchte VN-gids, nauwelijks interviews meer met Nederlandse auteurs, wel pagina's wervende artikelen over en grote advertenties voor Nicci French, Jo Nesbø, Thomas Harris. Zie de laatste gids waarin datzelfde BookSpot adverteert met Bauer, Bolton, Hurwitz, Musso, Lapidus en Tudor. Die leveren namelijk geld op, dat snap ik, maar het een sluit het ander toch niet uit? Wel Suzanne Vermeer dus, maar verder vaderlands aanbod bij Bruna, ooit erom vermaard? Daarentegen reeksen kleine uitgevers die het ongetwijfeld goed menen maar a. geen geld hebben voor promotie en b. van alles uitgeven waar je je wenkbrauwen bij optrekt en dat door gerenommeerde uitgevers werd afgewezen, en terecht. En wie dat nog wel koopt en leest, besluit dus voortaan die buitenlanders maar te kopen.’



Is het wellicht een goed idee om de Schaduwprijs op te doeken en alle’energie te steken in het behoud en het toekomstbestendig maken van de Gouden Strop?

Stroombergen: ‘Hm, weet ik niet. De kans dat een debutant de Gouden Strop wint is niet zo groot en de situatie van vorig jaar (waarin drie debutanten op de shortlist stonden) komt ook niet vaak voor. Ik vind het juist goed dat een debutant wordt aangemoedigd door een nominatie voor de Schaduwprijs. Het is al erg lastig om met je hoofd boven het maaiveld uit te komen als je geen bekende Nederlander bent.’
Asman: ‘Nee, dat is geen goed idee. Zeker in de huidige markt is het voor debutanten zeer lastig om een plekje te veroveren – dan is elk opkontje meegenomen. Een genre zonder frisse nieuwe geluiden en invloeden is gedoemd.’
Berg: ‘Zou kunnen. Meer focus op de winnaar. En een andere vorm van jureren zou ook kunnen helpen. Een longlist en shortlist opgesteld door een schrijversjury, waarna een publieksjury het eindoordeel mag vellen.’
Post: ‘Ik vind een prijs voor een debuut ook mooi. Het kan voor een debutant net dat beetje vertrouwen geven om door te gaan. Ik hoop dus dat ook de Schaduwprijs blijft.’
De Zwaan: ‘Dat kan geen kwaad. De Strop is het stiefkind van de boekenprijzen en de Schaduwprijs is het zorgenneefje van de Strop.’
Toes: ‘De Schaduwprijs als stimulans voor beginnende auteurs mag er best blijven. Qua organisatie en geld neem je die gewoon mee met de grote zus/broer GS.’
Appel: ‘Ja, opheffen die Schaduwprijs; die maakt publiciteit voor de GS alleen maar moeilijker omdat het beeld diffuser wordt. Prijzen als de Libris Literatuur Prijs hebben bijvoorbeeld ook geen 'schaduwprijs',’



Wat heeft het winnen van de Gouden Strop voor jou betekend?

Stroombergen: ‘Een tweede leven voor mijn debuut. De timing van de uitreiking was wat ongelukkig, want die was de dag voor Hemelvaart, waardoor de tweede druk vrij lang op zich liet wachten. Gevolg: het boek was op veel plekken ruim een week niet te krijgen (en ook niet te bestellen). Het goede nieuws is natuurlijk wel dát er gelijk een tweede druk kwam en boekhandelaren in begonnen te kopen die voorheen niet inkochten. De AKO kocht dit keer ook in, wat toch betekent dat je boek in één keer op veel tafels over heel Nederland ligt.’
Berg: Ik heb het geluk gehad de prijs te winnen toen de aandacht nog maximaal was. Met Nacht in Parijs stond ik 14 weken in de top zestig. Dat zijn aantallen die sindsdien niet meer zijn voorgekomen. Ik heb dus dubbel geluk gehad. Sinds het winnen van de GS kan ik min of meer leven van het schrijven. Zonder Gouden Strop was ik waarschijnlijk allang gestopt.’
René Appel
Post: ‘Het gaf me zelfvertrouwen. Groene vrijdag was mijn debuut en ik was best onzeker over de kwaliteit van wat ik had gemaakt. Door het winnen van de prijs ging het schrijven van mijn tweede boek veel vlotter en makkelijker.’
De Zwaan: ‘Ik kreeg de prijs in de tijd dat je er mee in het Journaal van 8 uur kwam en dat je wist: een druk of vijf, zes gaat wel lukken. Het werden er zeven en daarna kwamen een paar heruitgaven bij andere uitgeverijen. Tikte leuk door, in die tijd.’
Toes: ‘Ik won hem in 1998. Andere tijden, waarin de uitreiking van de GS een groots drukbezocht evenement was en waarvoor voorpagina’s werden gereserveerd. Het was voor mij dé kans om definitief over te stappen naar het schrijverschap, ook als verdienmodel. Die verdomde schoorsteen. Dat lukte omdat je met de GS in de hand in die tijd nog vele deuren kon openen. In mijn geval: de poort naar het Duitsland waar ‘der Krimi’ een andere status heeft. (Een aanrader: het is daar ‘besser’.)’
Appel: ‘Waardering en erkenning (en wat geld, mooi meegenomen). Misschien ook een stimulans om door te gaan met schrijven, maar die stimulans had ik eerlijk gezegd niet nodig.’
Ross: ‘Het verleden van de Strop was mooi, zeer tevreden met alle drie prijzen, goeie verkoop ook. Maar nogmaals, dat was toen, toen het allemaal nog nieuw was en aandacht kreeg, de Volkskrant, de NOS, NRC Handelsblad, de chic van het Amstelhotel, etc.’



Thrillers doen het commercieel goed, toch wordt er in Nederland op neergekeken. In het buitenland is het een volwassen genre met aansprekende thrillerprijzen en populaire festivals rondom het spannende boek. Waarom lukt het volgens jullie wel over de grens en niet hier?

Stroombergen: ‘Wellicht wordt er in die landen meer in thrillers geïnvesteerd? Als je kijkt naar de Verenigde Staten en Engeland, bijvoorbeeld, helpt het ongetwijfeld dat het thrillergenre een geliefde inspiratiebron is voor filmadaptaties (of series). En in Scandinavië zal de internationale aandacht geen windeieren hebben gelegd. Het is misschien passend om te vermelden dat ik een paar jaar geleden een meet & greet had met Samuel Bjørk en hij vertelde dat Noorse journalisten hem steevast vroegen: 'Wanneer ga je weer eens een écht boek schrijven?'
Berg: ‘ Er bestaat veel dedain voor ons vak. ‘Scheer je weg’, riep Connie Palmen ooit tegen Saskia Noort. Sindsdien is er niet heel veel veranderd.’
Post: ‘Ik weet niet of er op thrillers wordt neergekeken. Ik ken heel veel mensen die juist erg van thrillers houden. Wat festivals betreft: eens, het zou goed zijn als er in Nederland een mooi thrillerfestival zou komen. Ik ben twee keer in Frankrijk geweest na verschijnen van mijn boeken bij Seuil. Beide keren in kleine plaatsen, maar toch werden die festivals heel goed bezocht en werden er heel veel boeken verkocht. Wel hadden ze altijd een paar grote namen uit het buitenland, publiekstrekkers zoals R.J. Ellory en David Vann.'
De Zwaan: ‘Geen idee waarom het elders wel lukt al heb ik een Amerikaan die recht van spreken had, uitgebreid horen vertellen dat het in de USA flink tegenvalt ... tenzij je tot een groepje van pakweg 10 tot 15 schrijvers behoort.’
Toes: Maarten ’t Hart had in 1994 gelijk toen hij na het winnen van de Gouden Strop met Het woeden der gehele wereld zei dat het Nederlandse literaire landschap versplinterd was in allerlei streng gescheiden kerkjes waarvan in eentje de misdaadliteratuur zetelt. Onderling wordt er weinig uitgewisseld en vooral verketterd. Dat is in andere landen veel minder. Die erfenis klinkt nog steeds door. Wie kent niet de kenmerkende reactie ‘Ik ben geen thrillerlezer’, wanneer je zegt dat je misdaadromans schrijft? Klinkt vaak als: ‘Zoiets dóe je niet, zo ben je net niet opgevoed.’ Dus de een komt niet in de kerk van het andere geloof en vice versa.’
Appel: ‘Belangrijke oorzaak: de 'serieuze' literatuurkritiek. Nederland blijft toch een beetje domineesland. Je leest niet voor je plezier en vermaak, maar je moet er een 'beter mensch' van worden.’



'Thrillerauteurs genoeg in Nederland. Vermakelijk zijn ze soms best, maar zelden geven ze de lezer iets mee om over na te denken.' Dat is een uitspraak van een boekenredacteur van een krant die ik ergens las. Heeft hij gelijk of niet? Is het wel de taak van een thrillerschrijver om de lezer met 'een boodschap' op te zadelen?

Stroombergen: ‘Mwah, dat getuigt mijns inziens van luiheid en elitair denken. Ja, (literaire) romans hebben vaak – maar niet altijd – een duidelijk thema. Thrillers hebben die echter vaak ook, maar zijn wat meer verstopt. Ik heb het idee dat dat soort uitspraken vaak gedaan worden door literatuurliefhebbers die sowieso al neerkijken op het genre. En nee, ik denk ook niet dat het de taak is van een thrillerschrijver (of schrijver überhaupt) om de lezer ergens over na te laten denken. Als dat wel gebeurt: mooi meegenomen. Belangrijker lijkt me dat we mensen weer meer aan het lezen krijgen. Je leest online zo vaak dat jongeren en twintigers minder lezen, maar vind je het gek als ze zich van sommige media alleen mogen wagen aan 'zware kost' en er laatdunkend wordt gedaan als hun voorkeur elders ligt?’
Asman: ‘Nee hij heeft geen gelijk, maar zoals alle vooroordelen is ook deze niet alleen hardnekkig maar ook verklaarbaar. Wij als schrijvers en uitgevers in het genre mogen wat mij betreft best wat kritischer worden op onze kwaliteit en ambitie. Als we onszelf niet serieus gaan nemen, zal een ander dat echt niet voor ons gaan doen. Het is niet de taak van een thrillerschrijver om de lezer met een boodschap op te zadelen. Onze taak is kwalitatieve spannende boeken maken. Maar het een sluit het ander zeker niet uit. Wij hebben twee taken: 1. het beste boek dat we kunnen maken en 2. het bestuur niet voor de voeten lopen.’
Tomas Ross. Foto (c) Ben Kleyn
Berg: ‘De thrillerauteur heeft als voornaamste taak om een spannend boek te schrijven. Als het boek ook nog ergens over gaat, een maatschappelijk thema aansnijdt, of zo sterk is het dat het na lezing nog dagen/weken door het hoofd van de lezer spookt is dat alleen maar een meerwaarde en is het boek een topper.’
Post: ‘Persoonlijk schrijf ik het liefst vanuit mijn gevoel. Boodschappen zijn lastig. Ik probeer in de eerste plaats een mooi verhaal te schrijven. Als iemand er een boodschap uithaalt, vind ik dat fijn voor diegene, maar het hoeft niet per se zo te zijn dat ik dat ook zo heb bedoeld. Het is net als met muziek. Je kunt twee mensen hetzelfde liedje laten horen en ze zullen het allebei op een andere manier uitleggen.’
De Zwaan: ‘Een boodschap? Jezus, nee toch. Toen ik de hele Russische bibliotheek had gelezen en alles van Shakespeare en nog een heleboel andere schrijvers die 'je gelezen moet hebben' was ik uit de puberteit. Toen dacht ik: ik moet niets, van niemand. En toen ben ik Hammett gaan lezen, Chandler, Leonard, MacDonald, Lyall, Parker en, echt waar, toen kreeg ik het ware plezier in lezen terug.’
Toes: Welke boodschap? ‘Stijl is alles’, was het adagium van Michaël Zeeman, bij leven recensent (en meer), de rest is allemaal al een keer verteld. Maatschappelijke thema’s vervelen altijd zodra ze droog opgediend door de strot worden geduwd.'
Appel: ‘Het gaat niet per se om 'een boodschap'. Van Mulisch is toch de uitspraak dat zijn boeken geen boodschap hadden, omdat mensen voor boodschappen maar naar de supermarkt moesten gaan.’
Ross: ‘Natuurlijk moet een goede thriller, zoals elke goede roman, niet alleen spannend zijn maar ook stof tot nadenken geven. Dus tja, wel de nieuwe ‘Baantjer/Römer’, maar die kost een tientje, wel de goed verkopende dames als Noort, Van Rijn, Verhoef en Van der Vlugt, en ook, jawel, een enkele Gouden Stropwinnaar uit de tijd dat de prijs nog wel effect had. Maar ik ken geen winnaars van de laatste jaren, ook niet van de Schaduwprijs, die succesvol bleken. Dat geeft dus wel stof tot nadenken over die prijzen. Mijn conclusie blijft helaas dezelfde als voorheen: ze hebben geen bestaansrecht meer, een separate prijs voor het kinderboek snap ik, voor kookboeken idem, maar waarom nog voor romans? Zoals wijlen Jef Geeraerts al zei: ‘Elk spannend boek is een roman, en elke goede roman is een spannend boek. Het zal overigens ook verdomd moeilijk zijn nog sponsoren te vinden want wie wil nu dat nog ? Het Openbaar Ministerie?
Het GNM was al verstandig genoeg om zich aan te sluiten bij de Auteursbond, dus bij schrijvers van alle genres. Laten we dan ook gewoon meedraaien in dat prijzencircus en ons niet langer afzonderen. De Gouden Strop was mooi en heeft absoluut effect gehad maar niet langer. Memento Mori et Resquiat in Pace maar je vastklampen aan goede, oude tijden levert zelden iets op.’

Geen opmerkingen: