Cabaretier Henk Elsink is op 81-jarige leeftijd overleden. Hij leed aan de ziekte van Alzheimer en is vrijdag 24 februari in een verzorgingstehuis gestorven. Onder de naam Elsinck publiceerde hij een vijftal thrillers.
Vijfendertig jaar lang ging de in 1935 geboren Henk Elsink de planken op om zijn publiek te vermaken. Hij scoorde met conferences als De bom en De lift en had hits als Harm met de Harp en Kleine Johanna. In 1990 vond hij dat het genoeg was. Hij vestigde zich op het eiland Mallorca, schrapte zijn voornaam en voegde een c toe aan zijn achternaam en ging schrijven. In 2005 keerde hij weer terug naar Nederland. Vijf misdaadromans verschenen er van zijn hand: Tenerife!, Brief van een huurmoordenaar, Moord per fax, Dood van een megaster en Dodelijk visioen.
Vooral de laatste thriller kreeg goede kritieken. Recensent Arno Ruitenbeek schreef in 1995: 'Met Dodelijk visioen is hij cum laude geslaagd voor de eredivisie.' Een Amerikaanse schrijver heeft zich verscholen op een eiland in de Middellandse Zee om daar in opdracht van een louche agent drie spannende boeken te schrijven. De agent belazert zijn getalenteerde held en strijkt een enorm vermogen op. En dan is er nog een ouder Brits artsenechtpaar dat onder het terras van hun boerderij op Mallorca het half vergane lijk vindt van een Amerikaanse schrijver. Ruitenbeek: 'Letterdiefstal, moord, persoonsverwisselingen, oplichting, chantage, het houdt niet op en toch blijft het geloofwaardig. Doordat Elsinck tegenwoordig ook de juiste dialogen maakt, is een evenwichtig en wonderschoon product ontstaan.' Het AD noemde de thriller 'buitengewoon oorspronkelijk' en de Volkskrant sprak van 'een boek met een opmerkelijk einde'.
'Ik krijg vaak het compliment dat de dialogen in mijn boeken zo aardig zijn', zei Elsinck in een interview uit 1996. 'Dat komt hieruit voort: iemand die een tekst schrijft die hij op het toneel moet uitspreken, denkt in spreektaal. Ik heb op het toneel geleerd wat uitstellen is. Weten wanneer je iets moet vermelden, iets niet moet verraden. Je moet je publiek of de lezer dingen in delen aangeven. Het belangrijkste, wat we vroeger de witz, de plot of de clou noemden, moet niet in het midden zitten, maar aan 't end.'
De plot van de misdaadroman was er altijd als Elsinck begon te schrijven. 'Je hebt iets in je kop en vraagt vervolgens: wat zijn mijn mogelijkheden? Die zet ik onder elkaar. Maar hoe ik aan de plot ben gekomen, weet ik al snel niet meer. Dat vroegen ze vroeger ook vaak: waar hebt u nou dat typetje gevonden? Weet ik niet meer.'
Bron: AD
'Ik krijg vaak het compliment dat de dialogen in mijn boeken zo aardig zijn', zei Elsinck in een interview uit 1996. 'Dat komt hieruit voort: iemand die een tekst schrijft die hij op het toneel moet uitspreken, denkt in spreektaal. Ik heb op het toneel geleerd wat uitstellen is. Weten wanneer je iets moet vermelden, iets niet moet verraden. Je moet je publiek of de lezer dingen in delen aangeven. Het belangrijkste, wat we vroeger de witz, de plot of de clou noemden, moet niet in het midden zitten, maar aan 't end.'
De plot van de misdaadroman was er altijd als Elsinck begon te schrijven. 'Je hebt iets in je kop en vraagt vervolgens: wat zijn mijn mogelijkheden? Die zet ik onder elkaar. Maar hoe ik aan de plot ben gekomen, weet ik al snel niet meer. Dat vroegen ze vroeger ook vaak: waar hebt u nou dat typetje gevonden? Weet ik niet meer.'
Bron: AD