28 februari 2008

George Pelecanos (interview, 2006)



'Ik verdien aan ellende'


Zijn boeken staan in de kast met misdaadromans. 'Dit is geschiedschrijving. Ik beklaag de lezers die mijn werk overslaan omdat ze denken dat het niet literair is.' George Pelecanos is de stadschroniqueur van Washington en dat is nu eenmaal de meest gewelddadige stad van de VS. 'Moeders kunnen het niet alleen. Vaders trouwens ook niet.'

(Door Theo Hakkert)

Zoals de thrillers van Karin Slaughter spelen in Atlanta en die van Ian Rankin in Edinburgh, zo is Washington de vaste biotoop van George Pelecanos (1957).

Hij kent de stad op zijn duimpje. 'Ik weet zelfs wat er zich in achtertuintjes afspeelt.' Hij gaat op het puntje van de leren fauteuil in zijn Londense hotel zitten. Hier komt iets ter sprake waar hij geen twijfel over wil laten bestaan. 'Ik zou deze boeken niet schrijven als ik iets moest bedenken. Dat is respectloos. Alles moet kloppen. Straatnamen, alles.'

Zijn oude romans, waarvan een aantal in de jaren zeventig was gesitueerd, hebben hem daardoor veel research gekost. 'De titels van de films die die week in de achterafbioscopen draaiden, heb ik allemaal opgezocht. Ik wil een verslag achterlaten. Dit is geschiedschrijving. Fictie, maar wie over honderd jaar wil weten hoe Washington erbij lag in 1986 moet mijn boek The Sweet Forever hebben. Tot aan de taal aan toe, de 'slang', klopt dat allemaal. De mode van die dagen, noem maar op.'

Dus geeft Pelecanos ook in zijn nieuwe literaire thriller Tuinier van de nacht zelfs de huisnummers van de panden in Washington waar het boek speelt. Zijn stijl is direct, zonder opsmuk. 'Ik heb alle moraal uit mijn boeken weggesneden. Kaal en registrerend moet het zijn. De wereld zoals-ie is. Geen moraal van mijn kant.'

Dit is zijn eerste politieroman. Drie agenten. The good, the bad and the ugly. Twintig jaar na een onopgeloste moord wordt iemand op dezelfde specifieke manier vermoord. De geesten van toen komen alsnog uit de beerput.

'Het is mij eindelijk gelukt. Jarenlang heb ik geprobeerd contact te leggen met de afdeling moordzaken. Ze wilden me niet toelaten. Een schrijver? Ze hadden nog nooit van mij gehoord. Waarom zou een agent misdaadromans lezen terwijl hij er de hele dag middenin zit?'

De deuren gingen voor hem alsnog open toen hij ging meewerken van The Wire, een politieserie op televisie bij HBO, de betaalzender van onder andere The Sopranos en Six Feet Under. 'Lezen doen ze niet, kijken blijkbaar wel.' Geen spoortje sarcasme in zijn stem. 'Toen lieten ze me toe. Dat was mijn kans. Ik heb een moord gevolgd. Vanaf de melding, de speurtocht, het onderzoek, de gesprekken met getuigen, de arrestatie, de bekentenis. Als een vlieg op de muur. Ik was heel verbaasd dat ik overal bij mocht zijn, zelfs bij de verhoren.'

Het ging hem niet om de misdaad, maar om de agenten en de cultuur op de afdeling. 'Ik wilde over politie schrijven in relatie tot een zaak die ze niet kunnen oplossen. Wat doet dat met hen? Dat was het idee. Een bureau met links de foto's van hun gezin en rechts de foto's van de misdaad waar ze mee bezig waren - dat waren de details die ik zocht.'

Als rechercheur Gus Ramone, de centrale figuur in Tuinier van de nacht, op iemand is gebaseerd, dan op Pelecanos zelf. 'Op zo'n bureau vind je allerlei figuren. Religieuzen werken met atheïsten, dronkaards met geheelonthouders. Daarom ga ik ook zo diep in op het privéleven van Ramone. Omdat het clichébeeld van de agent, dat van de loser met een slecht huwelijk of een drankprobleem, lang niet voor iedereen opgaat. Er zijn ook veel agenten die 's avonds naar huis gaan, het allemaal van zich af kunnen zetten en zich op het gezinsleven concentreren. Ik had nooit eerder over zo'n familieman geschreven. En dat ben ik zelf.'


Straathoek

Afgelopen zomer werd in Washington een avondklok ingesteld voor jongeren. 'Want in Georgetown werd een blanke Brit het slachtoffer van het geweld tussen gangs. De vrouw met wie hij op straat liep werd gemolesteerd. Bij hem werd de keel doorgesneden. Eigenlijk is het verbazingwekkend dat niet meer toeristen worden getroffen, want dat zijn gemakkelijke slachtoffers. Deze zomer vielen zestien doden in vijftien dagen tijd, net als in de periode van 1989 tot 1993. Toen lag het aantal moorden in Washington ook net boven één per dag. Vierhonderd per jaar. Dit keer werd er een avondklok ingesteld in een stad die al veertig jaar door misdaad wordt geregeerd. Alsof dat iets oplost. Waarom wordt er niet een oplossing gezocht voor de problemen die maken dat mensen crimineel worden? Die oplossing is niet meer agenten op straat of een avondklok, maar het veranderen van de cultuur.'

'Diep van binnen weten de autoriteiten best wat er aan de hand is. Maar politiek gezien is het gemakkelijker om te zeggen dat ze meer politie op straat gaan brengen. In plaats van het ware probleem aan te pakken. En dat probleem is niet alleen onderwijs en armoede. Die vooral, maar het is ook familie en het gebrek aan vaders thuis. De onderliggende reden dat kinderen naar een straathoek gaan is niet om drugs te verkopen, maar omdat ze op zoek zijn naar familie. Thuis is er niemand. Hadden ze een vader thuis, die greep ze wel in hun nekvel en hield ze binnen. Moeders kunnen het niet alleen. En voordat iemand mij verkeerd begrijpt: vaders kunnen het ook niet alleen. Thuis is twee mensen, want een thuis bieden is zwaar werk.'

Wie Pelecanos' jongste romans Drama Stad en Tuinier van de nacht leest, wordt getroffen door de uitzichtloze troosteloosheid van het bestaan in de zwarte wijken in Washington. 'Van de hoofdstad neemt de Amerikaanse overheid een paar vierkante kilometer in beslag. Er zijn drie rijkere wijken. De rest van de stad is working class. En armoede kweekt geweld.'


Helden

Het drugsprobleem heeft de hele stad door en door verziekt. 'Iedereen in de arme wijken van Washington heeft wel een familielid - broer, oom, neef - die is opgepakt in verband met drugs. Dat heeft grote invloed op de manier van werken van de politie. Mensen praten niet meer met agenten. Terwijl dat toch echt de manier is om misdaden op te lossen. Misdaden worden niet opgelost door forensisch onderzoek, maar door mensen die praten. De wijk moet er achterstaan. Maar nu is de politie de vijand. De oplossing voor het drugsprobleem is niet mensen opsluiten. Marihuana uit het criminele circuit halen is een begin.'

'Mensen opsluiten die drugs gebruiken of verhandelen heeft slechts tot gevolg dat hun leven en dat van hun families ontwricht raakt. Lost niets op. Feitelijk worden de problemen alleen maar groter. Politiek is dat onbespreekbaar.'

'Met politici praten? Ik? Ik ben a-politiek. Ik heb het vertrouwen in de politiek verloren. En wie ben ik helemaal? Ik maak het verschil niet. Ik heb geen invloed. Ik heb niet het gevoel dat ik goeds doe in die zin. Ik werp vragen op. Leraren, dat zijn de helden in de stad, niet de schrijvers. Je moet je plaats kennen.'

Niet zonder schaamte rijdt hij 's avonds, na weer een dag research en praten met stadsbewoners, naar huis. 'Het knaagt. Al mijn materiaal haal ik van straat. Profiteer ik van andermans ellende? Absoluut. Ik buit het helemaal uit. Ik verdien aan ellende. Ik schuim de straten af en daarna rijd ik in mijn dikke auto naar mijn mooie huis. Ik ben het me bewust en ik kan er niets aan veranderen. Het enige wat ik als het ware terug kan doen is het onrecht en de ellende en achterstand zo accuraat mogelijk laten zien. Bijvoorbeeld wat het betekent wanneer mensen die in de gevangenis hebben gezeten al hun rechten verliezen. Geen bijstand, geen stemrecht. Die mensen staan in één klap buiten de maatschappij. Je komt in een neerwaartse spiraal terecht waar zelden iemand uitkomt. Wat ik kan hopen is dat wanneer je bijvoorbeeld Drama Stad hebt gelezen je ex-gevangenen kunt zien als mens. Ik geef ze een stem. En hoe klein de invloed ook, het is beter dan er niet over schrijven.'

George Pelecanos - Tuinier van de nacht. Literaire thriller. Vertaling: Sandra van de Ven. Uitgeverij Anthos, 424 pag.

PASPOORT
George Pelecanos
Washington, 1957
schrijver, televisiemaker
Debuteerde in 1992 met eerste van drie romans over privédetective Nick Stefanos.
Introduceerde in 2001 nieuw koppel: Derek Strange en Terry Quinn. Vier romans rond deze speurders.
Zijn beste boek, naar eigen zeggen: Hard revolution. Speelt in Washington in 1968, in de nasleep van de moord op Martin Luther King en de Vietnam-oorlog. 'Zelfs meer dan mijn ziel en zaligheid zit in dat boek.' Vertaald in 2004 als Harde revolutie.
Verder in vertaling beschikbaar: De grote afrekening (Hell to pay, 2002), Drama Stad (Drama City).

Dit interview werd eerder gepubliceerd in november 2006

Geen opmerkingen: