Rommelmarktlezers
(Door Peter de Zwaan)
De boeken- en rommelmarkten zijn voorbij. De kleedjes liggen weer op de vliering onder de miljoen Donald Ducks, de 200.000 Suske en Wiskes en de 53.712 Kameleons. Ze blijven er tot de volgende zomer: nieuwe markten, nieuwe kansen.
Lezers die geen bezwaar hebben tegen ezelsoren, onbegrijpelijke aantekeningen en hier en daar een scheur kunnen beduimeld lezen tot ver in de herfst. In tussentijd kopen ze niets van de nieuwe oogst. Je zou zeggen: een beetje uitgever wacht een maand of drie met het uitbrengen van boeken, eerst moet de oude meuk zijn weggelezen.
Dit jaar kunnen ze misschien beter wachten tot tegen de kerst, want de herlezers zijn gegarandeerd ook niet allemaal klaar.
Herlezers? Ja, de groep die bijna altijd hardnekkig wordt genegeerd, maar die een paar maanden geleden werd gesterkt door een oproep in een landelijk dagblad. ‘Niets heerlijker dan je favoriete boek voor de zoveelste keer lezen, toch?’
Jawel. Toch.
Mijn favoriet is Gavin Lyall, en je moet knap oud zijn om zijn naam te kennen. Ik heb in geen jaren een boek van hem op een rommelmarkt aangetroffen en dat verbaast me niets. Wie werk van hem heeft, staat het pas af na zijn dood.
Van Trevanian zie je af en toe iets, net als van Hammett, Chandler en Robert Parker. Je herleest hun boeken niet om het verhaal, dat ken je langzamerhand wel. Je herleest ze om de mooie zinnetjes, een dialoog die perfect is, de sfeer, de verrassende plotwendingen. En om het oproepen van het plezier dat je vroeger had, natuurlijk, herlezen is een vorm van nostalgie.
Eigenlijk zouden boeken niet kort nadat ze in de winkels liggen gerecenseerd moeten worden. Een recensent moet een boek lezen, wegleggen, opnieuw lezen, wegleggen. Als hij een boek voor de derde keer ter hand wil nemen is het een voltreffer. Leest hij de tweede keer met toenemende weerzin dan is het aan hem niet besteed; wat allerminst wil zeggen dat het een slecht boek is, maar kom daar maar eens mee aan bij een recensent.
De ware herlezer houdt niet middenin een reeks boeken van een favoriete schrijver op. Hij gaat door tot het laatste deel weer in de kast staat.
Een paar maanden geleden begon ik aan de Matt Helm-reeks van Donald Hamilton. Een beetje gedateerd zijn ze wel, ik geef het toe. Maar als je bijna een halve eeuw geleden zo schreef dat je boeken nu nog uitstekend mee kunnen dan had je het vak in de vingers.
Ik denk dat ik tot de winter met Matt Helm bezig ben. Intussen groeit de stapel boeken waarover mijn vrouw zegt: ‘Moet je toch eens proberen.’
Ze houdt niet van zeurkonterij (vijf pagina’s doen over iets wat in twintig regels kan) dus die boeken lonken. Waardoor ik, dat weet ik nu al, pas na de jaarwisseling toe kom aan een boek dat ik helemaal in mijn eentje heb uitgezocht.
Een tijdje geleden hoorde ik dat het met de verkoop van nieuwe boeken in januari soms verbazend goed kan gaan, maar dat uitgevers niet begrepen hoe dat kan. Ik wel dus, door rommelmarktkopers en herlezers.
Deze column is ook te lezen op www.peterdezwaan.nl
Peter de Zwaan
De boeken- en rommelmarkten zijn voorbij. De kleedjes liggen weer op de vliering onder de miljoen Donald Ducks, de 200.000 Suske en Wiskes en de 53.712 Kameleons. Ze blijven er tot de volgende zomer: nieuwe markten, nieuwe kansen.
Lezers die geen bezwaar hebben tegen ezelsoren, onbegrijpelijke aantekeningen en hier en daar een scheur kunnen beduimeld lezen tot ver in de herfst. In tussentijd kopen ze niets van de nieuwe oogst. Je zou zeggen: een beetje uitgever wacht een maand of drie met het uitbrengen van boeken, eerst moet de oude meuk zijn weggelezen.
Dit jaar kunnen ze misschien beter wachten tot tegen de kerst, want de herlezers zijn gegarandeerd ook niet allemaal klaar.
Herlezers? Ja, de groep die bijna altijd hardnekkig wordt genegeerd, maar die een paar maanden geleden werd gesterkt door een oproep in een landelijk dagblad. ‘Niets heerlijker dan je favoriete boek voor de zoveelste keer lezen, toch?’
Jawel. Toch.
Mijn favoriet is Gavin Lyall, en je moet knap oud zijn om zijn naam te kennen. Ik heb in geen jaren een boek van hem op een rommelmarkt aangetroffen en dat verbaast me niets. Wie werk van hem heeft, staat het pas af na zijn dood.
Van Trevanian zie je af en toe iets, net als van Hammett, Chandler en Robert Parker. Je herleest hun boeken niet om het verhaal, dat ken je langzamerhand wel. Je herleest ze om de mooie zinnetjes, een dialoog die perfect is, de sfeer, de verrassende plotwendingen. En om het oproepen van het plezier dat je vroeger had, natuurlijk, herlezen is een vorm van nostalgie.
Eigenlijk zouden boeken niet kort nadat ze in de winkels liggen gerecenseerd moeten worden. Een recensent moet een boek lezen, wegleggen, opnieuw lezen, wegleggen. Als hij een boek voor de derde keer ter hand wil nemen is het een voltreffer. Leest hij de tweede keer met toenemende weerzin dan is het aan hem niet besteed; wat allerminst wil zeggen dat het een slecht boek is, maar kom daar maar eens mee aan bij een recensent.
De ware herlezer houdt niet middenin een reeks boeken van een favoriete schrijver op. Hij gaat door tot het laatste deel weer in de kast staat.
Een paar maanden geleden begon ik aan de Matt Helm-reeks van Donald Hamilton. Een beetje gedateerd zijn ze wel, ik geef het toe. Maar als je bijna een halve eeuw geleden zo schreef dat je boeken nu nog uitstekend mee kunnen dan had je het vak in de vingers.
Ik denk dat ik tot de winter met Matt Helm bezig ben. Intussen groeit de stapel boeken waarover mijn vrouw zegt: ‘Moet je toch eens proberen.’
Ze houdt niet van zeurkonterij (vijf pagina’s doen over iets wat in twintig regels kan) dus die boeken lonken. Waardoor ik, dat weet ik nu al, pas na de jaarwisseling toe kom aan een boek dat ik helemaal in mijn eentje heb uitgezocht.
Een tijdje geleden hoorde ik dat het met de verkoop van nieuwe boeken in januari soms verbazend goed kan gaan, maar dat uitgevers niet begrepen hoe dat kan. Ik wel dus, door rommelmarktkopers en herlezers.
Deze column is ook te lezen op www.peterdezwaan.nl
Peter de Zwaan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten