29 februari 2016

Voorvechter van het genre (achtergrond, 2016)

MISTER SRILLER

Op publicitair gebied is het al jaren stil rond Rinus Ferdinandusse. Zijn laatste boek dateert van ruim tien jaar geleden. Toch mag zijn bijdrage aan het thrillergenre niet onvermeld blijven. Portret van de aanjager van VN’s Thrillergids.

‘Rinus Ferdinandusse. Een goede vriend. En een voorvechter van het genre. Als criticus vind ik hem overigens veel te mild. Zeker wat betreft de Nederlandse misdaadliteratuur. Hij zou eens een keer iemand echt moeten afmaken. Dat kan helemaal geen kwaad. Zijn eigen boeken lijden aan te veel humor. Ik vind ze ook heel gedateerd, ze zijn op en top jaren zestig.’

Dat zei Tomas Ross ooit in de Parool-rubriek Op de klapstoel. Een vriend die zijn waarheid durft te zeggen. Een vriend ook die samen met je twee misdaadromans schrijft: De mannen van de maandagochtend in 2003 en Kidnap (2004). Deze thriller over de ontvoering van een industrieel is ook een van de laatste publicaties van Ferdinandusse. Er verschijnt nog een boek over overleden Hollywood-legendes (Als sterren naar de hemel gaan) en de familieroman Een hand om in te bijten (2006).

Twee jaar later gaat Ferdinandusse nog eens goed los als hij een portret schetst van een behoorlijk hitsige en handtastelijke Ian Fleming, de geestelijk vader van James Bond. Dat was in de 29ste editie van VN’s Detective & Thrillergids, de roemruchte scherprechter in magazineformaat, die hij in 1980 lanceerde. Sindsdien is zijn naam niet meer in de gids gesignaleerd.

Marinus Daniel Ferdinandusse (Goes, 1931) is een van de belangrijkste hervormers van de Nederlandse misdaadroman. Eind jaren zestig en begin jaren zeventig schreef hij zogenoemde ‘srillers’ (een mengvorm van seks en thrillers), met in de hoofdrol de zzp’ende journalist Rutger Maria Lemming. De boeken droegen tot de verbeelding sprekende titels:Naakt over de schutting (over de illegale porno-industrie, 23 keer herdrukt en verfilmd), Zij droeg die nacht een paars corset (over een rechts complot tegen het huwelijk van prinses Beatrix en Claus von Amsberg), De brede rug van de Nederlandse maagd, En het hoofd werd op de tafel gezet, De bloedkoralen van de bastaard. De srillers vielen op door de humor en niet zozeer door de plots. De speciale categorie van domme brigadiers in de boeken krijgt steevast namen van conservatieve politici zoals Udink, Biesheuvel en Schmelzer.

Deze eerste vijf boeken schreef Ferdinandusse als tijdverdrijf, zei hij in een interview met Het Parool. ‘Vroeger was ik in voor grappen.’ In 1983 verschijnt De haren van de vos, een thriller waarvan de plot was gebaseerd op de Lockheed-zaak, de smeergeldaffaire waarbij destijds prins Bernhard betrokken was. Dat boek bevat meer spanning en minder grappen. Ferdinandusse daarover: ‘Ik had nu geen zin om al te luchthartig te doen’, legde hij uit. 'Ik had ook meer tijd om te schrijven, hoefde het er niet tussendoor te doen. Ik wilde in ieder geval een plot maken. Ik heb zo lang als criticus over thrillers geschreven, dat ik nu zelf eens moest laten zien, dat ik wel degelijk een plot kan maken.’

Ferdinandusse trad na zijn afgebroken studie politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, via het studentenblad Propria Cures (1958-1961) op 1 januari 1959 meteen in vaste dienst bij Vrij Nederland. Tien jaar later volgde hij Mathieu Smedts op als hoofdredacteur en bleef die functie vervullen tot 1996.

In juni 1980 verscheen voor het eerst de door Ferdinandusse geïnitieerde jaarlijkse Detective & Thrillergids bij Vrij Nederland. Een keurkorps van recensenten hield en houdt nog steeds zonder aanziens des persoons de dan verschenen thrillers tegen het licht. Voor de gids bleef Ferdinandusse nog jarenlang bijdragen leveren, ook na zijn vertrek bij VN. ‘Ik heb altijd erg aardig over Nederlandse thrillers geschreven’, zegt hij begin jaren tachtig. ‘Als ik een boek heel slecht vond, besprak ik het niet. Ik heb meer voor een klimaat gezorgd, waarin de Nederlandse thriller kon gedijen. Er zijn een paar mensen die serieus over het genre schrijven. Ik denk, dat het klimaat beter is geworden.’

Dat was nog ver voordat schrijfsters als Saskia Noort, Simone van der Vlugt en Esther Verhoef naar het grote publiek doorbraken met hun literaire thrillers. In de Crimezone Thrillerencyclopedie verhaalt Ferdinandusse hoe de vorming van de roemruchte gids tot stand kwam. ‘Op een redactievergadering kwam onze documentalist en thrillerschrijver Martin Koomen met het idee voor een lezersgidsje met de beste en leukste thrillers. Dat sprak me erg aan en VN had toen een aparte kleurenbijlage. De eindredactrice daarvan, Diny van de Manakker (overleden in 2008, pk) is daarna het hart en de motor van alle jaarlijkse gidsen geworden.'

‘Er werd vaak spottend gezegd dat de gids alleen bestond omdat het de hobby van de hoofdredacteur was – het grappige is natuurlijk dat het klopt - maar dat tegelijkertijd iedereen moest erkennen dat de gids zijn waarde elk jaar weer aantoonde.’

Van meet af aan hanteerde de redactie van de VN-gids het befaamde maar ook vervloekte sterrensysteem. Ferdinandusse: ‘De gids heef er eveneens voor gezorgd dat de Nederlandse thrillerschrijvers in de belangstelling kwamen. Er werd vaak spottend gezegd dat de gids alleen bestond omdat het de hobby van de hoofdredacteur was – het grappige is natuurlijk dat het klopt - maar dat tegelijkertijd iedereen moest erkennen dat de gids zijn waarde elk jaar weer aantoonde.’

In 1999 wordt Ferdinandusse benaderd door de Stichting CPNB met het verzoek om voor 2001 het geschenkboek voor de Maand van het Spannende Boek te schrijven. De boekpromotor was dat jaar eindelijk door de knieën gegaan voor de boze reacties dan wel smeekbeden van critici en vooral Nederlandse auteurs om eens voor ‘eigen schrijvers eerst’ te kiezen. In de jaren ervoor waren alleen maar buitenlandse auteurs uitgenodigd, zoals David Baldacci, Minette Walters, James Ellroy, Elizabeth George, om maar een paar te noemen.

Ferdinandusse stemde toe en werd prompt in de zomer van 2001 door de CPNB in een reclamecampagne als de ‘godfather van het Nederlandse misdaadboek’ bestempeld. De schrijver vond die benaming onzin. ‘De CPNB was natuurlijk wel blij dat ze die term kon gebruiken, maar ze heeft hem wel zelf verzonnen. Het is voor een groot deel gebaseerd op wat ik deed voor de thrillergids.’

In de bewuste actiemaand verschijnt Dovemansoren, Ferdinandusses eerste fictieboek sinds De haren van de vos. In een interview met de krant Tubantia bekent de auteur dat het schrijven hem ontzettend is meegevallen. Het plezier om met woorden te spelen spat weer van de pagina’s. Neem bijvoorbeeld een prachtig allitererende zin als ‘driftig dubbelen doffers dakpansgewijs duiven’. ‘Ik ben altijd een woordspeler geweest’, zegt Ferdinandusse. ‘Maar mijn eerste boek durf ik niet meer te herlezen, omdat het verziekt is door dit soort grappen.’

In Dovemansoren is de hoofdpersoon een niet met naam en toenaam genoemde gepensioneerde hoofdcommissaris. De man, eigenaar van een grote collectie Delfts blauw (waaronder porseleinen handboeien), wordt weer aan zijn arbeidzame verleden herinnerd, als een infiltrante zijn hulp inroept. Ze is gewond en zal later bij hem thuis door bruut geweld aan haar einde komen. De Commissaris ziet het als zijn persoonlijke taak om de moord op de infiltrante te wreken. In Dovemansoren ziet Ferdinandusse kans om knipogen naar nieuwsontwikkelingen te verwerken. Zo bekritiseert hij de dan splinternieuwe Vinex-wijken en beschrijft hij de uitbundig verlopen uitvaart van een topcrimineel.

Zijn Detective & Thrillergids heeft veel effect gehad op de verkoop van misdaadliteratuur, is de stellige overtuiging van Ferdinandusse. ‘Schrijvers en uitgevers ontdekten: er is iets aan de gang. Mensen begonnen erover te praten. Ze belden met de vraag ‘welk boek moet ik meenemen op vakantie?’. Het schrijven over thrillers heeft er volgens mij wel toe geleid dat het publiek ze als normale boeken ging beschouwen. De planken in de b
oeken kast buigen nu door onder het gewicht van de thrillers. Vroeger durfde je ze niet aan de buitenwereld te tonen.’

Ferdinandusse hekelde in 2001 al de trend van de literaire thriller. ‘Het is bijna extreem. Elk boek waar ook maar iets in gebeurt, heet nu ineens een thriller, het liefst met ‘literaire’ ervoor. (…) Ik denk dat nog wel eens wordt teruggegrepen naar de oude formule: boeken met één held. Ik hou van boeken waar de spanning voorp staat. Waar iemand, al deducerend en combinerend iets bedenkt waar jij als lezer nooit op zou komen. In het uitdenken van plots zoeken ze het tegenwoordig niet meer.’

Bronnen: Het Parool, Tubantia, Moorden met woorden; Honderd jaar Nederlandstalige misdaadliteratuur, De Grote Crimezone Thrillerencyclopedie. Eerder verschenen op Hebban.nl

Geen opmerkingen: