23 januari 2016

Het serieuze werk (column, 2016)

TE UITGEVER

(Door Peter de Zwaan)

‘Weet je dat je al een half jaar geen stukjes meer hebt geschreven', vroeg hij. ‘Heb je geen meningen meer over schrijvers, boekwinkels en uitgevers?’

Hij zat fout. Het was acht maanden. En toen ik erover nadacht, moest ik vaststellen dat ik acht maanden lang geen enkele mening meer had gehad over schrijvers, boekwinkels en uitgevers.

Dat kwam niet alleen door een verhuizing. Het kwam voornamelijk door de uitgeverij.

Iemand uit het vak die het goed met me voorhad - er zijn er nog drie of vier over - had me al gewaarschuwd. ‘Mooi, hoor, die uitgeverij Zwarte Zwaan van je, maar ik verzeker je dat je straks nauwelijks meer nadenkt over schrijven en schrijvers. Uitgevers doen dat nu eenmaal niet, ze hebben al hun tijd nodig voor nadenken over de vraag: hoe slijt ik mijn handel.’

Ik geloofde hem niet, maar ik geloof pas iemand als hij kan aantonen dat hij gelijk heeft. Of als ik dat zelf kan aantonen. Dat kan ik nu: hij had gelijk.

Drie jaar geef ik boeken uit. Oké, het zijn de boeken die ik zelf schrijf, want ik krijg rillingen bij de gedachte dat ik verantwoordelijk moet zijn voor de creativiteit van iemand anders, maar het schrijven is iets geworden wat moet gebeuren voor het serieuze werk begint: het uitgeven.

Aan het schrijven beleef ik nog evenveel plezier als altijd, maar schrijven is leuk, dus geen werk. Ho, stop, voor ik boze reacties krijg: natuurlijk is schrijven werk, hard werk, ploeterwerk, maar je kunt erbij zitten (Vestdijk, ja, ik jat ook wel eens), elk alternatief is aanzienlijk vervelender en als ik last krijg van zelfbeklag dan klaar ik erg op van de gedachte dat ik ook riolenontstopper had kunnen zijn.

Waarom, vroeg ik me af, heb ik vorig jaar twee kinderboeken voor volwassenen geschreven, maar geen seconde gedacht aan schrijvers, boekwinkels en uitgevers? Omdat ik langzaamaan te veel uitgever aan het worden ben?

Helaas. Dat is het. Te uitgever, te ruim oog voor geld.

Als je bereid bent veel zelf te doen (prullenbakken legen, dozen vol boeken naar The Read Shop brengen, karton snijden) dan verdien je grofweg 1000 euro aan elke 100 boeken die je verkoopt.

Als je een behoorlijke oplage hebt dan kosten boeken vrijwel niks en als je boven de 1500 exemplaren zit, is het bedrag een lachertje. Geen wonder dat uitgevers zich met hun hele ziel en zaligheid inzetten voor die wereldberoemde onbekende Zweed van wie altijd wel 10.000 boeken weg te zetten zijn. Zolang er nog één Scandinaviër rondloopt die alle letters van het alfabet kent en bereid is die in wisselende volgorde op papier te zetten beginnen ze liever niet aan het prachtwerk van landgenoten die, als de familie is voorzien, nog 187 boeken weten te slijten.

Nu ik eindelijk weer over het vak nadenk, schiet me iets te binnen. Het GNM, Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs, is aan het piekeren over de vraag hoe het Nederlandse schrijvers vooraan op de planken van de winkels moet krijgen. Als er diep in me nog iets van een schrijver achter de uitgever schuilgaat, krijg ik daar vast een mening over. Daar gaat u dan helaas van horen.



meer columns op www.peterdezwaan.nl

Peter de Zwaan
(1944, Meppel) heeft tientallen boeken op zijn naam staan, naast misdaadromans ook vele jeugdboeken. Voor acht van zijn thrillers werd hij genomineerd voor de Gouden Strop, de prijs voor het beste Nederlandstalige spannende boek. Met Het Alibibureau won hij in 2000 die prijs. In 2013 verscheen zijn jongste thriller De Loverman bij zijn eigen uitgeverij Zwarte Zwaan. Een jaar later publiceerde uitgeverij Conserve In mijn hoofd, een roman over alzheimer.

Geen opmerkingen: