10 december 2020

Wat is waardevol? (column, 2020)


Andere koek



(Door Tomas Ross)

Een canon van de Nederlandstalige misdaadliteratuur. Tja. Volgens Van Dale is een literaire canon ‘een verzameling van literaire werken, die in een samenleving als waardevol erkend worden en dienen als referentiepunt in de literaire beschouwing en in het onderwijs’.

Peter de Zwaan vergist zich dus in zijn column Te Pletter, wanneer hij het heeft over ‘de beste misdaadroman’. Dat zou slaan op een voorkeurslijstje, al komt dat pretentieuze voorstel tot een ‘canon’ van Hebbans’ ‘lezerscommunity’ (heregod) daar wel op neer. Thrillerauteurs, recensenten, boekverkopers en ‘andere thrillerexperts’, vervolgens ook lezers, wordt immers gevraagd naar hun vijf favoriete thrillers. Naar hun persoonlijke voorkeur dus waarvan het maar zeer de vraag is waarom die favorieten als waardevol in de samenleving erkend zouden zijn.

Zo miste De Zwaan in een vorige ‘canon’ de auteur H.J. Oolbekkink, schrijver van, als je het mij vraagt, tientallen ongeloofwaardige en karikaturale romannetjes die Oolbekkink zelf ook niet serieus nam. Ik ga het hier niet over het onzinnige onderscheid tussen literatuur en lectuur hebben, maar ‘waardevol in de samenleving’ waren en zijn de avonturen van agent Glotz en Tim Spender niet.

In een canon gaat het nu juist niet om persoonlijke smaak of voorkeur. Sowieso ben ik geen voorstander van ‘de meeste stemmen tellen’, de grootste gemene deler heeft in de geschiedenis alleen maar tot narigheid en ellende geleid. Vóór je het weet, is Pim Fortuyn de grootste Nederlander ooit of anders Linda de Mol wel.

Een canon samenstellen is andere koek en vereist een zo objectief mogelijke benadering en kennis. En dan nog, hoe bepaal je in vredesnaam wie of wat als ‘waardevol erkend wordt in de samenleving’? En wat ís waardevol? Nou, je zou je in ons geval, de misdaadliteratuur, je kunnen afvragen welke auteur of welk boek aantoonbaar een belangrijke bijdrage tot de ontwikkeling van het genre heeft geleverd. Daarmee bedoel ik niet alleen de ‘erkenning’ ervan, al mankeert het daar in zekere kringen nog flink aan, voor mijn part de volwassenwording, maar ook de populariteit. Dat betekent dus ook, zoals in elke canon, een historisch perspectief.

De Nederlandstalige misdaadroman is zo’n honderdvijftig jaar oud, maar ik vrees dat de te nomineren favorieten veelal in de afgelopen twee, drie decennia zijn geschreven, als al niet recenter. (Waarom overigens als einddatum van publicatie 2016 is gekozen, is me een raadsel. Kunnen thrillers van later datum nog niet als ‘waardevol’ worden erkend ?)

Kijk, in de jaren tien, twintig en dertig van de vorige eeuw schreef Ivans (J. van Schevichaven) tientallen detectives die absoluut niet meer leesbaar zijn, maar die wel een belangrijke bijdrage hebben geleverd tot de populariteit en erkenning van het genre in Nederland. Dus zou je best De Man uit Frankrijk (1917) kunnen nomineren, maar ik weet wel zeker dat de meeste lezers, ook de zogenaamde thrillerexperts, nooit iets van Ivans hebben gelezen en vermoedelijk ook nooit van hem hebben gehoord. 

Idem Havank, begonnen in de jaren dertig tot in de jaren zestig mateloos populair maar heden ten dage een bijna vergeten auteur van oubollige en slecht geschreven detectives. Dus maar niet nomineren? Maar je streept Vondel toch ook niet weg uit de literaire canon omdat geen hond hem meer leest?

En Joop van den Broek, Robert van Gulik, Jan Willem van de Wetering , Rinus Ferdinandusse, Gerben Hellinga, zelfs, ondanks Peter Römer, Appie Baantjer? Je kan zeggen wat je wil, maar ze waren onmiskenbaar wegbereiders, net als de generatie die in de jaren tachtig van de vorige eeuw begon, de zogenaamde Nouvelle Vague van de vaderlandse misdaadliteratuur, Koos van Zomeren, Jacques Post, Theo Capel, of in Vlaanderen Jef Geeraerts en Bob Mendes.

Aan zo’n ‘eerste, officiële canon van de Nederlandstalige misdaadliteratuur’, te gebruiken als referentiepunt in de literaire beschouwingen en in het onderwijs, zou ik graag meewerken, mijn lijstje genomineerde auteurs en boeken zou ook aanzienlijk langer zijn dan de nu gevraagde vijf , maar als bekend ben ik nooit de beroerdste.

Geen opmerkingen: