'THRILLERS MET STEEDS DEZELFDE KARAKTERS ZIJN SAAI'
De Zweed Jens Lapidus is een van de meest succesvolle officieren van het almaar uitdijende regiment van Scandinavische thrillerauteurs. Zijn bestsellers brengen genoeg op om de deuren van zijn advocatenpraktijk te kunnen sluiten. Maar dat doet hij niet. ''Ik wil ook nog een gewoon leven leiden.''
(Door Peter Kuijt)
Halverwege 'Viproom', de nieuwste thriller van de veertigjarige Lapidus, kan een rijke inwoner van Stockholm even niet op de naam komen van een medewerker van een beveiligingsbedrijf, die in zijn huis aan de slag is. Was het nou Jesper of Jens? Of had hij een andere 'middenklasse-naam'?
Grapje van de schrijver, vertelt Jens Lapidus in het Amsterdamse schrijvershotel, waar permanent een verbouwing gaande blijkt te zijn. Gasten moeten elders ontbijten en via de straat weer naar hun kamers terugkeren. Lapidus kucht en niest een aantal keren en probeert in de fauteuil tevergeefs een comfortabele houding te vinden. ''Dat van die middenklasse-naam is wel waar, maar ik bedoelde het ook als een steek onder water'', zegt hij. ''Viproom gaat over een ontvoering in de betere kringen en in die wereld heten mensen vaak anders dan in families met een modaal inkomen. De naam Jens zul je er niet vaak aantreffen.''
Ja, Lapidus komt uit een middenklasse-familie, erkent hij. ''Maar toen ik opgroeide, in de jaren zeventig en tachtig, speelde dat niet. Toen was Zweden nog een welvaartsstaat. De verschillen tussen arm en rijk waren niet zo'n issue als vandaag de dag, nu die welvaartsstaat aan uitholling onderhevig is. De rijken zijn veel rijker geworden, de armen armer.''
De Zweedse schrijver annex strafrechtadvocaat boekte een gigantisch succes met zijn eerste drie thrillers die samen de Stockholm-trilogie vormen. In zijn geboorteland alleen al gingen er twee miljoen exemplaren van over de toonbank. Zijn Nederlandse uitgever omschrijft zijn jongste proeve van bekwaamheid ietwat cryptisch als 'de eerste standalone thriller in een nieuwe reeks'. Lapidus zelf is er ook nog niet helemaal uit wat het gaat worden. ''Viproom is de eerste in een serie. Maar ik weet nog niet of het een trilogie gaat worden, of een reeks van vier.'' Of de serie ook een naam krijgt zoals zijn Stockholm-trio, is evenmin duidelijk. Lapidus, schouderophalend: ''Misschien kom ik nog op een titel.''
De meeste misdaadauteurs uit Scandinavië, maar ook velen daarbuiten, schrijven volgens Lapidus 'om de een of andere reden' thrillers in series. ''Zo goed als iedereen doet het: Lars Kepler, Camilla Läckberg, Henning Mankell. Alsof het bij wet zo bepaald is. Ik denk dat de meesten van ons gewend zijn aan de aanname dat karakters gedurende een aantal boeken groeien en zich ontwikkelen. Ik weet niet waarom dat gebeurt, in literatuur komen nauwelijks series met dezelfde personages voor.''
''Ik vind het een beetje saai dat iedereen tegenwoordig een reeks van wel acht, negen of tien boeken schrijft met steeds dezelfde hoofdpersoon. Aan het eind van de rit zul je zien dat zo'n karakter al met al helemaal niet zo'n enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt. Dat bestáát gewoon niet.'' Het gekke is tegelijkertijd dat de lezer er niet genoeg van kan krijgen. ''Die is gewend geraakt aan dit fenomeen.'' En vlak de uitgevers niet uit. Lapidus knikt. ''Die willen ook allemaal een serie.''
Thrillerschrijvers zouden de handschoen moeten oppakken om alleen nog maar standalone boeken te schrijven, vindt Lapidus. ''Maar het lijkt alsof wij daar bang voor zijn. Het zou juist een uitdaging voor ons moeten zijn.'' Eén van Lapidus' favoriete auteurs is de Amerikaan Dennis Lehane. ''Zijn beste boeken zijn Mystic River en Shutter Island en dat zijn standalones. Zijn verhalen zijn zo krachtig, met een begin en een eind waar je u tegen zegt.''
Zwart gat
Lapidus stelt dat hij nog een vierde, vijfde en zesde deel aan zijn Stockholm-reeks had kunnen toevoegen. ''Met gemak. Want ik hou van de karakters die in die boeken voorkomen. Maar ik wilde van de traditie af om een lange serie te maken. Maar nu lijkt het er op dat ik zelf ook weer een knieval maak voor het fenomeen serie. Want Viproom heeft gewoon een vervolg nodig. Daarin wordt duidelijk waarom mijn hoofdpersoon acht jaar achter de tralies heeft moeten doorbrengen.''
En die hoofdpersoon is Najdan, ook wel bekend onder de naam Teddy. Hij komt vrij na jaren te hebben vastgezeten. Hij is vastbesloten om op het rechte pad te blijven. Maar hij wordt geplaagd door geldgebrek. Dan krijgt hij de vraag om het vermogende slachtoffer van een ontvoering op te sporen. De familie die niet naar de politie durft te stappen uit angst voor de dood van de ontvoerde, wendt zich tot een advocatenfirma en die benadert Teddy weer. De klus is niet helemaal kosjer, maar na lang wikken en wegen neemt Teddy de opdracht toch aan. Samen met Emelie Jansson, een rijzende ster aan het advocatenkantoor, onderzoekt Teddy de verdwijning van de rijke zakenman Philip Schale.
Het karakter Teddy is min of meer een mix van cliënten die Lapidus als advocaat had. ''De cliënten die ik in mijn advocatenpraktijk ontmoet zijn doorgaans mensen die worden vervolgd voor een strafbaar feit. Ze worden veroordeeld en gaan de cel in. Of niet, als ik mijn werk goed doe... Na die veroordeling zie ik ze niet meer. Dat is vanwege de professionele relatie die ik met ze heb. Ik wil geen vrienden met ze worden. Na een paar jaar verlaten ze de gevangenis en wat gebeurt er dan? Met die vraag in mijn achterhoofd ging ik aan de slag met Viproom. Hoe is het om weer vrij te zijn, welke keuzes heb je nog over in dit leven?''
''Teddy heeft een ernstig misdrijf gepleegd, heeft daarvoor jaren moeten boeten en probeert nu weer zijn weg te vinden in de maatschappij. En al die tijd balanceert hij op het dunne koord tussen goed en slecht. Hij wil nu een eerzaam burger worden. Hij is volwassener geworden. Kalm, down to earth, maar er loert altijd het gevaar dat hij terugkeert naar zijn vorige, criminele leven.''
Evenals Teddy breekt Lapidus ook met het verleden. ''In mijn Stockholm-trilogie schreef ik over jonge mensen die zich met hart en ziel op de criminaliteit stortten. Nu, acht jaar later portretteer ik juist een man die dat alles achter zich wil laten. Dat heeft ook geleid tot een softere schrijfstijl, de straattaal heeft niet meer de overhand.''
In het echte leven is het volgens Lapidus net zo moeilijk om als ex-crimineel niet weer af te glijden. ''Zeker in Zweden. Wat voor werk kan je nog krijgen als er een zwart gat van acht jaar op je cv staat? Wat zeg je tegen een mogelijke werkgever als hij vraagt wat je al die tijd hebt gedaan? Je kunt geen woning krijgen, want alle huisbazen verlangen een loonstrookje als bewijs dat je inkomsten hebt. Je hebt hoogstwaarschijnlijk schulden. Zijn het niet bepaalde personen bij wie je in het krijt staat, dan is het wel de overheid. Als je op een eerzame wijze geld verdient, klopt die ook als eerste aan om de schuld te innen. Kortom, als ex-crimineel kun je niet met schone lei vanaf nul beginnen. Je begint hoe dan ook met een achterstand.''
Met de meer dan ruime opbrengsten van zijn thrillers hoeft Lapidus niet meer een advocatenpraktijk te runnen. Maar toch werkt hij nog steeds als strafrechtadvocaat, zij het sinds twee jaar parttime. ''Ik hou van dit werk. Ik heb collega's om me heen, ga elke dag naar kantoor. We hebben op vaste tijden lunchpauze. Die regelmaat van het gewone leven vind ik prettig. Daarnaast is het een opwindende baan.Wat er gebeurt in de rechtszaal is soms echt een drama. Het heeft iets yin en yang-achtigs. Ben je advocaat, dan heb je je aan allerlei regels te houden. De aanklager doet zijn zegje, de advocaat verdedigt naar behoren, de rechter doet uitspraak. We volgen de wet, er zijn procedures die gelden, we spreken een bepaalde taal. Schrijven is totaal het tegenovergestelde. Daarin neem ík de beslissingen. Ik ben de rechter, ik ben God. Er zijn geen regels, alleen de fantasie heerst. Die tegenstelling heb ik nodig.''
Fundament
Zijn eerste drie boeken schreef hij 's avonds en 's nachts, nadat hij zijn juridische klussen had voltooid en de kinderen naar bed waren gebracht. Viproom is grotendeels bij daglicht geschreven, het gevolg van het besluit om niet meer fulltime advocaat te zijn. ''Schrijven is zo veel meer dan 'ik en mijn tekstverwerker'. Je reist veel, je geeft interviews, je hebt besprekingen met uitgevers, filmmakers, literair agenten, marketingmensen. Er is een hele industrie omheen gebouwd.'' Niet dat hij het erg vindt, maar het slokt wel schrijftijd op.
Wat er ook bij inschiet, is lezen. ''Ik heb thuis een notitieboekje waarin ik sinds een jaar of vijftien bijhoud welke boeken ik lees. Hartstikke leuk om te doen. Ik kan terugbladeren naar 2003 en herinner me meteen welke boeken me toen inspireerden. Weet je hoeveel ik er vorig jaar, toen ons derde kind werd geboren, heb gelezen?'' Lapidus grimast en maakt van zijn duim en wijsvinger een perfecte nul. ''Dit jaar kom ik hooguit aan vier of vijf boeken.''
Schrijven is ook denken. Na voltooiing van zijn trilogie heeft hij anderhalf jaar nagedacht over zijn volgende – literaire – stap. ''Ik wist dat ik niet nog een deel aan die thrillers wilde toevoegen. Maar wat dan wel? Ik las andere boeken, ik keek veel naar tv-series, zoals Breaking Bad, The Wire, ik schreef korte verhalen. Ik had die tijd nodig om uit te vinden wat ik zou gaan doen.''
Lapidus begon te schrijven om los te komen van zijn werk als advocaat. ''Je maakt de meest bizarre dingen mee. Ook verschrikkelijke zaken. Je leert hoe criminelen hun criminele leven leven. Ik wilde dat van me afschrijven, de tekstverwerker werd een therapeut voor mij.'' Nu, na tien jaar advocatenpraktijk, zijn de omstandigheden wel veranderd. ''Ik raak niet zo snel meer ondersteboven van een rechtszaak. Nu is boeken schrijven meer een beroep geworden. En met een nieuwe serie wilde ik weer die frisse uitdaging van het schrijven voelen.''
In Lapidus' boeken zijn de criminelen de voornaamste personages. Politie komt er nauwelijks in voor. ''Ik wilde van een heel ander fundament uitgaan dan wat de doorsnee Scandinavische thriller heeft. De boel helemaal omdraaien. In de meeste misdaadromans is er sprake van een moord, die wordt onderzocht door een doorgaans getroebleerde rechercheur. Mankell en vele anderen gebruiken deze opzet. Ik had daar geen zin in. In mijn boeken zijn de slechteriken de belangrijkste karakters. De politie heeft een kleine rol, omdat ik het niet zo interessant vind wat zij doet. Politieman zijn is niet zo'n sexy job als wordt gedacht. Zij lossen geen zaken op zoals wij zien op tv of lezen in boeken. Het meeste werk gebeurt namelijk achter het bureau.''
Viproom neigt meer naar een klassieke thriller omdat die meer plotgedreven is, stelt Lapidus. Er moet een ontvoering worden opgelost. Desondanks vindt de schrijver dat hij nog steeds een unieke stijl heeft. ''Niemand heeft over misdaad geschreven, zoals ik deed in mijn boeken. Aan die aanpak, hoe ik de taal gebruik en zaken beschrijf, daaraan wil ik vasthouden, ook al neig ik nu meer naar een traditionele whodunnit.''
Bij Lapidus ontstaat spontaan ondraaglijke jeuk als hij weer eens 'de zoveelste Scandinavische thrillerauteur' wordt genoemd. ''Voorop staat dat ik mijn eigen geluid heb en behoud, mijn eigen manier van schrijven.'' De lezer entertainen vindt hij belangrijk. ''Ik wil de lezer in het hoofd brengen van figuren met wie ze zich normaal gesproken niet identificeren.''
Wat Lapidus met zijn Scandinavische vakbroeders en en een enkele -zuster gemeen heeft is het streven om het genre naar een hoger plan te tillen. ''Deze schrijvers nemen zichzelf serieus. Ze willen niet louter entertainen, ze willen ook iets kwijt over de maatschappij waarin zij leven. In Zweden worden thrillers ook wel 'deckare' genoemd, detectiefjes. Auteurs als Mankell en Kepler willen zich daaraan ontworstelen. Zij vinden de stijl belangrijk, zij vinden karakters belangrijk, zij willen literatuur bedrijven. Ik heb het idee dat mijn boeken als eigentijdse romans worden gezien, niet als ordinaire 'deckare'.''
Het is acht jaar geleden dat zijn debuut Snel geld uitkwam. Lapidus betwijfelt of hij het schrijven sindsdien makkelijker vindt geworden. ''Ja en nee. Ik ken mezelf en de stijl waarin ik schrijf nu beter. Ik weet wat werkt en wat niet. Aan de andere kant: ik raak te snel door mijn ideeën heen. Is een ingeving eenmaal gebruikt, dan kan ik die niet nog eens uitventen.'' Lapidus grijpt in de binnenzak van zijn colbert en haalt er zijn smartphone uit. ''Dit is de bron van mijn ideeën.'' Op het scherm staan tientallen invallen en voorstellen, Lapidus scrollt naar zijn jongste hersenspinsel. ''Hier schrijf ik dat iemand een persoon uit de gevangenis bevrijdt met behulp van een drone. Het zou zo maar kunnen zijn dat ik dat uit ga werken. Maar daarna is het niet meer toe te passen.'' Hij kijkt nog even liefdevol naar zijn smartphone. ''Dat die bron opdroogt, daar word ik wel eens bang van.''
De boeken van Jens Lapidus verschijnen bij uitgeverij A.W. Bruna. (foto auteur: Susan Sandérus)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten