19 april 2019

De Thriller Twaalfdaagse! #9 (column, 2019)



Duitsland – Nederland 



(Door Jac. Toes)


Het is wat ongemakkelijk om iets over de toestand van het thrillergenre in de Lage Landen te schrijven. Ik typ dit stukje vanuit Aken waar de jaarlijkse conferentie van het Syndikat plaatsvindt, de Duitse grote broer van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs. Een springlevende organisatie die er het afgelopen jaar zo’n 80 nieuwe leden bij kreeg. Daartegenover stonden negen gestorven auteurs die met een minuut stilte tijdens de algemene vergadering werden herdacht.

Zo’n conferentie duurt vijf dagen en staat bol van lezingen, workshops en discussies op allerlei (krimi-)vakgebieden. De topper is dit jaar de cursus Die Waffe ist mein Auge (observatietechnieken op een plaats delict). Veel auteurs willen hun blik op een Tatort wel eens vernieuwen maar je kan ook een dag lang lezingencoaching en podiumpresentatie krijgen of een privédetective het hemd van het lijf vragen. Wie alles wil weten over het darknet kan er ook terecht, maar net zo makkelijk schrijf je je in voor een inleiding belastingrecht voor auteurs. Of je haalt de nodige Geheimtipps op bij Hoe pitch ik mijn roman bij een filmproducent.

Hoogtepunt is het gala met de uitreiking van vier Glausers (de Duitse Gouden Strop) voor beste spannende verhaal/roman/debuut/jeugdroman en de Ereglauser (de Duitse Meesterpijs). Opvallend: de jury’s bestaan uit collega’s en er is nooit gezeik over partijdigheid.

Bang dat de gezelligheid aan Disziplin en Gründlichkeit ten onder gaat, hoef je niet te zijn. In de Krimibar serveert men vijf avonden lang tot in de ochtend uitstekende gin-tonics en er is zelfs een eigen wijn gelanceerd. En verder zijn natuurlijk talloze discussies georganiseerd. Eén thema daaruit: de firma Amazon waarnaar de Berlijnse auteur Nina George (in Nederland bekend van haar De boekenapotheek aan de Seine) onderzoek had gedaan. Ze stuitte op een aantal censuurfilters die sluipenderwijs worden ingevoerd en deed een hartstochtelijk beroep op de 250 aanwezige auteurs zich daartegen krachtig te verzetten.

Daarbij steekt het openbare debat onder de Nederlandse misdaadromanciers toch wat bleekjes af. Voor een pittige discussie moeten wij het doen met met de jaarlijkse natte scheet waarmee Tomas Ross een voorafje op de Spannende Boeken Weken neemt, zij het dat hij de laatste keer moest worden gelaxeerd door Peter Kuijt himself. Toegegeven, hij krijgt er altijd wel één of twee collega’s mee op de kast. Zijn laatste wanhoopskreet ging over de vertrutting of libellisering van het genre waarmee hij de feminiene dominantie in de thrillerverkoopcijfers te lijf ging. Maar Ross en Kuijt weten ook wel dat voor de markt het Handboek Soldaat geldt. Regel één: de sergeant (de markt) heeft altijd gelijk. Regel twee: indien niet, zie regel één.

Ross’ openbare klacht over zijn vakgenoten (luxe kwebbelkutjes) was dan ook vooral zinloos verbaal geweld. Maar toch ook wel gedurfd voor iemand die al tientallen jaren zijn geld verdient aan de truttigste niche die we hebben: het koningshuis. Zijn belangrijkste wapenfeit was ooit de kortstondig opgewekte irritatie van prins Bernhard, maar verder lachen de Oranjes zich krom wanneer er weer een staaltje ‘faction’ van zijn hand verschijnt, het genre waarin halve waarheden en halve leugens regeren. Misschien wilde hij ooit de bijl aan de wortels van het vorstenhuis leggen, maar meer dan hofnar spelen zit er voor hem niet in.

Dat de toestand van het thrillergenre er bij de Oosterburen een stuk rooskleuriger uitziet zou je natuurlijk getalsmatig kunnen verklaren. Het Syndikat heeft meer dan 800 leden en het GNM misschien een tiende daarvan. Maar het verschil zit hem vooral in de sfeer en de mentaliteit. Daar geldt: wij zijn profi’s, we gaan nóg beter worden en dat doen we eendrachtig. Afgezien van een paar initiatieven bij de vrouwelijke auteurs heeft hier vooral de versplintering het voor het zeggen, ondanks het forum van Peter Kuijt die wat mij betreft nog een lang leven als digitale Krimibar beschoren mag zijn.

++++++++++++

Jac. Toes (Den Haag, 1950) is rechtbankverslaggever voor De Gelderlander en sinds 1992 auteur van misdaadfictie en true crime. Hij werd vier maal genomineerd voor de Gouden Strop en won deze prijs in 1998 met psychologische actiethriller Fotofinish.

Vanaf 2008 vormt hij met krimiautor Thomas Hoeps een auteursduo dat zowel in het Nederlandse als het Duitse taalgebied publiceert. In augustus 2019 verschijnt bij het Zwitserse Unionsverlag hun vierde misdaadroman Die Cannabis-Connection, die zich afspeelt in de roerige jaren tachtig kraakscene van Amsterdam en de politieke top in het huidige Berlijn.

De Thriller Twaalfdaagse! #8 (column, 2019)



De spanning erin houden 



(Door René Appel)

The moment I decided to leave him, the moment I thought enough, we were thirty-five thousand feet above the ocean, hurtling forward but giving the illusion of stillness and tranquility.

Dit is de eerste zin uit The wife van de Amerikaanse schrijver Meg Wolitzer (nog niet vertaald in het Nederlands), onlangs verfilmd met de fantastische Glenn Close in de hoofdrol. De ‘ik’ in deze zin is Joan Castleman, echtgenote van de beroemde auteur Joe Castleman, en ze zijn per vliegtuig onderweg naar Helsinki, waar Joe de ‘Helsinki prize’ zal krijgen voor zijn hele oeuvre. Die prijs is te beschouwen als het kleine broertje van de Nobelprijs voor literatuur en voor Joe is het een enorme eer dat die prijs hem is toegekend.*)

De eerste zin roept uiteraard spanning op. Wanneer zal Joan tegen Joe zeggen dat ze een eind aan hun huwelijk wil maken, hoe zal hij reageren, gooit ze de plechtige prijsuitreiking in het honderd?

Het boek beschrijft verder de vliegreis, de aankomst in Helsinki, het verblijf in het hotel, enz. Maar de meeste ruimte wordt ingenomen door vakkundig ingelaste flashbacks van Joan over haar eerste ontmoeting met Joe, het begin van hun affaire, hun huwelijk, hun kinderen, Joe’s vreemdgaan en uiteraard zijn carrière. (Nu moet ik hier schrijven: Spoiler alert, maar ook voor degenen die het boek nog willen lezen, blijft er heel veel over om van te genieten.)

Hoe zit het dan met wat er in de eerste zin van het boek wordt gemeld, vraagt de lezer zich af. Pas op pagina 79 in de uitgave van Vintage Books uit 2012 staat: I hadn’t known for certain, before I’d gotten on the airplane in New York, that I would leave him. ‘Aha,’ denkt de lezer, ‘het gaat dus gebeuren.’ Maar zo ver is het nog lang niet, de spanning blijft aanhouden.

Er volgen nog vele pagina’s met wederwaardigheden in Helsinki en flashbacks van het leven van Joe en Joan voordat op pagina 188 de eventuele echtscheiding weer ter sprake komt. Dan zit Joan alleen in een taxi, dronken. Ze denkt een stem te horen, die haar vraagt: Are you really going to leave him? Ja, is het antwoord van Joan, dat ga ik doen.

Drie pagina’s verder, ’s ochtends om 5 uur als Joe – ook dronken – de hotelkamer binnen komt stommelen en Joan wakker heeft gemaakt, zegt ze het eindelijk: When we get back to New York, I want a separation. I’ve thought it all through.

Hè, hè, denk je dan, eindelijk is de kogel door de kerk, de spanningsboog heeft zijn werk gedaan. Maar dan volgen er nog bijna dertig pagina’s met een zeer verrassend slot, waarvan je achteraf moet zeggen: ja, dat zit erin, dat heeft Wolitzer knap voorbereid, misschien heb ik me zo op die aangekondigde echtscheiding gericht, dat ik dát punt uit het oog ben verloren.

Wat dat punt is? Nee, dat zeg ik niet. Eén spoiler (‘verpester’) is meer dan genoeg. Wel is het goed om te benadrukken dat The wife impliciet een mooie schrijfles over spanning en verrassingen bevat, maar ook dat het geweldig goed en vaak bijzonder geestig is geschreven.


*) In de film krijgt Joe Castleman de Nobel Prijs. In films zijn verhaalelementen nu eenmaal vaak sterker aangezet dan in boeken.

++++++++++++

René Appel (Hoogkarspel, 1945) behoort al meer dan 25 jaar bij de top van de Nederlandse thrillerauteurs. Hij won de Gouden Strop twee keer – met De derde persoon en Zinloos geweld en werd meermalen voor deze prijs genomineerd. In totaal heeft René Appel volgens zijn uitgeverij Ambo|Anthos bijna een kwart miljoen exemplaren van zijn boeken verkocht in Nederland.

Appel is cum laude gepromoveerd op Nederlands als tweede taal en heeft ook verschillende wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Van 1994 tot 2003 was hij bijzonder hoogleraar Verwerving en didactiek van het Nederlands als tweede taal.

Sinds 2003 is hij (bijna) fulltime schrijver. Daarnaast was hij voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen (van 2004 tot 2008), de beroepsvereniging van schrijvers en vertalers in Nederland. Ook was hij 2010 tot 2014 voorzitter van PEN Nederland, de Nederlandse afdeling van de internationale schrijversorganisatie PEN.

In 2018 liet hij weten 'uitgekeken' te zijn op het thrillergenre. Of hij ooit nog een misdaadroman schrijft, houdt hij in het midden. Op zijn jongste boek, Dansen in het donker, staat het stempel 'roman'.

Appel zei tegen De Spanningsblog dat hij het niveau van de thriller, of die nou uit Nederland of van over de grens komt, niet minder vindt worden. 'Het is eerder zo dat ik een beetje uitgekeken ben op het genre. Af en toe verrast een boek me nog, zoals bijvoorbeeld enkele jaren terug Het meisje in de trein van Paula Hawkins.' De schrijver zei vooral klaar te zijn met 'al die perverse moordpartijen, die seriemoordenaars, de cliché-politiemensen (aan de drank en/of gescheiden; ruzie met hun meerderen; al of niet corrupt, enz.). En inderdaad, de 'trucjes' (om spanning te creëren, om de lezer op het verkeerde been te zetten) herken ik meestal al snel.'

18 april 2019

Wordt verwacht 462 (nieuws, 2019)

Hup! Van die surfplank af!



Liefhebbers van thrillers met een Zuid-Afrikaanse decor dienen 7 mei in hun agenda aan te kruisen. Dan verschijnt namelijk Kaapse corruptie, de nieuwe thriller van schrijver Mike Nicol, bij uitgeverij De Geus.

Mike Nicol
doet een boekje open over privédetective Fish Pescado. Die leeft als een Gordon in Kaapstad. Fish houdt zich meer bezig met zijn surfplank dan met zijn zaken.

Aan zijn luie strandleventje komt een eind als hij een opdracht krijgt van Vicki Kahn: advocaat, pokeraar, wereldvrouw. Fish’ zoektocht naar een moordenaar leidt hem naar de politiecommissaris, een man met een oogje op Vicki en een smerig verleden vol smokkelaars van neushoornhoorn, huurmoordenaars en geheime informatie die letterlijk goud waard is.

Al snel weten Vicki en Fish niet meer wie er nog te vertrouwen is – en wie het op hun leven heeft voorzien. Ook dat nog...

Mike Nicol (Zuid-Afrika, 1951) is journalist en schrijver. Voordat hij begon met het schrijven van misdaadthrillers schreef Nicol romans, poëzie en non-fictie. Zijn Kaapstad-trilogie wordt vertaald in meerdere landen en is een groot succes in Zuid-Afrika en Duitsland.

Payback, het eerste deel van de trilogie, werd in Nederland goed ontvangen en genomineerd als Thriller van het Jaar door de VN Detective en Thrillergids. Bij De Geus verschenen van zijn hand ook Black Heart, Killer Country en Machtsvertoon. Mike Nicol, die al enkele jaren diverse workshops creatief schrijven geeft, woont in Kaapstad.

De Thriller Twaalfdaagse! #7 (column, 2019)

De Moordwijven in vergadering bijeen met van links naar rechts: Liesbeth van Kempen, Anya Niewierra, Ingrid Oonincx en Isa Maron. Op de voorgrond: Marlen Visser.

Over mannen en vrouwen en één man in het bijzonder



(Door Marlen Visser)

Net nu de ‘vertruttingsstorm’ is geluwd en alle thrillerauteurs in Nederland weer hard aan het werk zijn om hun volgende verhaal aan het papier toe te vertrouwen, komt een mail van Peter Kuijt mijn mailbox in waaien.

Peter, de man die zichzelf de luis in de pels van het thrillergenre noemt en in februari flink wat stof deed opwaaien met zijn blog over de vertrutting van de Nederlandse thriller. Die werd volgens hem veroorzaakt doordat steeds meer vrouwelijke thrillerauteurs ‘stories next door’ schrijven, onder andere over bedreigende eega’s of verdwenen kinderen. Zelfs titels van boeken moeten er in Peters betoog aan geloven, wanneer hij zich afvraagt waarom boeken met de term ‘vrouw’, ‘meisje’ of ‘zusje’ in de titel zo populair zijn. Is hij vergeten dat meerdere van deze boeken door mannen zijn geschreven (Jussi Adler-Olsen, A.J. Finn, Michael Berg)?

Goed, deze man, Peter, die een groot deel van de vrouwelijke thrillerauteurs over één kam schoor, vraagt mij dus om een column te schrijven in het kader van het twaalfjarig bestaan van zijn Spanningsblog.

Even aarzel ik. Moet ik wel meewerken aan het feestje van iemand die zo weinig nuance heeft laten zien in zijn betoog? Om een goede afweging te maken lees ik zijn blog nog eens terug. Wat Peter mist zijn thrillers die spannend zijn én ook nog ergens over gaan, de lezer iets leren. Hij vraagt zich af waar de thrillers blijven die gaan die over maatschappelijke ontwikkelingen en inspelen op het ‘straatrumoer’.

Ineens zie ik wat er aan de hand is: Peter heeft in zijn artikel ons Moordwijven-collectief weliswaar kort aangetipt, maar is vergeten zich te verdiepen in de onderwerpen waarover wij schrijven. Zo gaat de Noordzeemoorden-serie van Isa Maron over gruwelijk geweld tegen jonge vrouwen, heeft Anya Niewierra met Het Dossier een maatschappelijk sterk boek geschreven over kunstvervalsing in de DDR ten tijde van de val van de Muur, heeft het laatste boek van Ingrid Oonincx, Pretty Boy, dat zich deels afspeelt in het stoffige Amerikaanse dorpje Truth or Consequences, verre van een spruitjeslucht en zijn de meest recente boeken van Liesbeth van Kempen (over de gevolgen van pesten) en ondergetekende (een ethisch vraagstuk over een verboden relatie van een docent met zijn leerling) bij uitstek maatschappelijk te noemen.

Dat Peter in zijn blog alleen Jacob Vis weet te noemen als creator van de boeken die hij graag ziet verschijnen, getuigt van het feit dat hij zijn huiswerk misschien iets beter had moeten doen. Als je de Moordwijven in je blog noemt, verdiep je dan ook in hun werk.

Voor de goede orde, ik ben niet boos. Ook niet verontwaardigd. Ik respecteer Peter om zijn non-stop publicaties, waarmee hij al jaren meerdere malen per week het thrillergenre onder de aandacht brengt. Zijn column met als titel Café Borsthaar toont bovendien dat hij de gevestigde herenorde ook niet spaart.

Waar het uiteindelijk om gaat is dat er een aanbod van thrillers op de markt komt dat aansluit bij de behoefte van de lezers. Laten we daar zuinig op zijn, want we zijn er allemaal, zowel de vrouwelijke als de mannelijke auteurs, afhankelijk van. En als een deel van de lezers graag makkelijk te consumeren, spannende verhalen leest, dan hebben we dat te respecteren. Zoals je ook niet een operaconcert in de maag splitst van een fervent liefhebber van het levenslied.

De variatie aan smaak bij de lezers zorgt er juist voor dat er in Nederland plek is voor een grotere groep thrillerauteurs. Tomas Ross kan dan wel mopperen op de ‘Libellisering’ van de markt, maar als iedere thrillerauteur zijn specifieke genre ‘faction’ zou gaan schrijven werd hij er vast niet vrolijker op.

Dit alles overdenkend besloot ik dat het juist goed was om mijn bijdrage te leveren aan het twaalfjarig bestaan van Peters Spanningsblog. Zijn verjaardagsfeestje is tenslotte maar een keer per jaar. Hoewel? Over een half jaar bestaat zijn platform 12,5 jaar…

++++++++++++

Marlen Visser (1968) is auteur, schrijfcoach en manager bedrijfsvoering. Ze studeerde commerciële economie aan de Haagse Hogeschool. In het dagelijks leven combineert zij haar baan op het hoofdkantoor van een kinderopvangorganisatie met het schrijven van boeken en verhalen. Daarnaast geeft zij workshops creatief schrijven en organiseert zij twee keer per jaar een schrijfweek in Italië. Visser is mede-oprichter van Moordwijven, een collectief van thrillerauteurs, die 'een herkenbaar gezicht willen vormen' naar lezers, boekhandel en pers door het organiseren van gezamenlijke activiteiten en pr.

Tot 2011 schreef Visser voornamelijk zakelijke teksten. Eind 2011 begon zij met het schrijven van haar eerste thriller. Om te toetsen of haar werk potentie had deed ze mee aan schrijfwedstrijden. Haar eerste thriller, waarvan ze het onderwerp uiteindelijk niet onderscheidend genoeg vond, staat nog altijd op de harde schijf van haar laptop.

Haar doel was een boek te schrijven voor een grote doelgroep. Met het bekijken van een uit de hand gelopen auditie van X-Factor was het idee geboren voor haar volgende thriller: in Stem! vertelt ze over de obsessieve zoektocht van een jonge vrouw naar erkenning en waardering. Haar debuut verscheen in 2015 en werd genomineerd voor de Schaduwprijs 2016, de prijs voor de beste spannende debuutroman van Nederland. Eind 2016 verscheen Vissers tweede thriller, Meesterdeal.

In de zomer van 2018 werd Latte Macchiato gelanceerd, een luisterserie in afleveringen die Visser in opdracht van Storytel schreef. Eind 2017 tekende Visser een contract voor twee thrillers bij uitgeverij Prometheus. Haar eerstvolgende thriller verschijnt dit jaar bij deze uitgever.

De Thriller Twaalfdaagse! #6 (column, 2019)



Blij 



(Door Loes den Hollander)

Ruim tien jaar lang hoefde ik er niets voor te doen, het kwam gewoon. Een opmerking die ik iemand op een terras hoorde maken, een krantenkop, een zin in een artikel, nieuws dat door de hele natie werd gevolgd, kortom alles wat in het leven te horen en te zien viel kon mij op een gedachte brengen die de aanzet was voor een nieuwe thriller. Het kwam gewoon en ik vond het normaal dat dit gebeurde. Ik wist niet beter.

Er werd vaak aan me gevraagd wat ik zou doen als de inspiratie opeens verstek zou laten gaan en dan antwoordde ik dat ik dan wel zou zien wat ik ging doen. De mogelijkheid was een te-ver-van- mijn-bedscenario om me er serieus mee bezig te houden. In april 2017 werd mijn lief ernstig ziek en ik stierf duizend doden van angst, maar na de eerste heftige periode konden mijn gedachten de nieuwe ideeën nauwelijks bijhouden. Een nieuw verhaal creëren bleek meer dan ooit een vlucht uit de werkelijkheid te kunnen zijn, ik typte mijn vingers stijf en werkte aan thriller vierentwintig.

En toen werd het 19 maart 2018.

Ik hoorde midden in de nacht trommels in mijn hoofd en wist onmiddellijk dat het niet goed zat. De ambulancebroeders die door een toegesnelde buurvrouw waren gebeld wilden me eerst niet meenemen voor onderzoek, maar dat veranderde toen ik van het ene op het andere moment in een coma gleed. Van de drie daaropvolgende weken herinner ik me nauwelijks iets. Ik schijn bijzonder gezellige gesprekken te hebben gevoerd met iedereen die langskwam, heb heel adequaat allerlei zaken vanuit het ziekenhuisbed geregeld, liet me tot niets dwingen waar ik geen zin in had, maar dat weet ik allemaal omdat het me verteld is. Toen ik vijfenhalve week na het hersenaneurysma weer thuis kwam, wilde ik vooral één ding doen: het beoordelingsrapport van thriller vierentwintig doornemen en het document redigeren. Ik schrapte, herschreef, voegde nieuwe tekst toe en voelde me gelukkig. Ik kon het nog.

De nieuwe thriller verscheen, ik ging me steeds sterker voelen, mijn lief kon weer thuis komen wonen, het leven ging verder. Anders dan voorheen, maar we waren (en zijn) samen. En samen kun je veel.

Maar waar bleef de inspiratie?

De neurochirurg die me geopereerd had vertelde dat ik minstens een jaar moest uittrekken voor herstel. Daar kon ik mee leven, dus ik ging netjes ’s middags slapen en zorgde ervoor dat de gezinsactiviteiten zodanig werden gepland dat er tussendoor kon worden bijgetankt. Maar ik wilde toch heel graag aan een nieuw boek werken en waar bleef verdomme die inspiratie?

Zou die bloeding nieuwe ideeën hebben geblokkeerd? Was het gewoon over en uit? Patiënt genezen, inspiratie dood?

Ik kon er regelmatig niet van slapen.

Manlief adviseerde me er vooral geen punt van te maken en niet op zoek te gaan naar onderwerpen voor een nieuw verhaal. Hij wist zeker dat er een moment zou komen dat thriller vijfentwintig zich aankondigde. Ik wilde hem graag geloven, maar ik bleef me zorgen maken.

Een week of vier geleden droomde ik van een ex-collega die ooit haar zoon verloor door wiegendood. Ik was in die droom weer aanwezig bij de begrafenis, ik hoorde haar weer fragmenten uit haar dagboek voorlezen en ik liep weer mee in de stoet, achter de vader van de baby aan die het witte kistje droeg. Ik schrok wakker en merkte dat ik lag te huilen. Maar er was ook iets anders aan de hand.

Het was halfvijf in de ochtend, ik sloop de slaapkamer uit, ging achter mijn computer zitten en opende een nieuw document. Het eerste hoofdstuk ging over een wiegendood.

De conceptie van thriller vijfentwintig was een feit.

Het is nog zoeken, ik heb de flow nog niet te pakken, maar het verhaal begint zich meer en meer te laten gelden. Het dringt zich aan me op.

Ik heb het nog, ik kan het nog.

Ik bedenk weer lugubere details. Binnenkort valt het eerste slachtoffer.

Zelden zó blij geweest.

++++++++++++

Loes den Hollander (Nijmegen, 1948) begon als achtjarige met schrijven. Aanvankelijk gedichtjes, later korte columns, daarna korte verhalen. Haar werk werd voor het eerst gepubliceerd toen ze tien was. Nadat ze in 2001 een verhalenwedstrijd van Libelle had gewonnen, begon ze serieus na te denken over een carrière als schrijfster.

Zij sloot in 2006 haar werk als directeur van een gezondheidsinstelling af, en in datzelfde jaar debuteerde zij met de thriller Vrijdag. Tot dusver verschenen er van haar hand 24 thrillers, een roman, drie bundels met korte verhalen en drie novelles. In 2013 werd zij door de CPNB gevraagd het geschenkboekje voor de Maand van het Spannende Boek te schrijven.

In maart 2018 werd Den Hollander getroffen door een hersenaneurysma, als gevolg waarvan zij enige tijd werd opgenomen in het AMC. Na revalidatie is ze weer hersteld. In een interview op deze site zegt ze: 'Mensen zijn sociale wezens, die contact met anderen nodig hebben en er desondanks vaak een puinhoop van maken. Ik kijk graag naar mensen, ik luister naar verhalen die me verteld worden, ik denk na over wat ik zie gebeuren. Dat doe ik al vanaf mijn jeugd, dat zit in me en daar laat ik dus tegelijk mijn fantasie op los. De ene schrijver heeft iets met seriemoordenaars, de andere met historische gebeurtenissen, met oorlog, met maffia, noem maar op. Ik heb iets met mensen en hun relaties en ik leef me er iedere dag opnieuw in uit.'

17 april 2019

De Thriller Twaalfdaagse! #5 (column, 2019)



De rug gebroken 



(Door Lieneke Dijkzeul)

In feite is deze column een welverdiende ode aan Peter Kuijt, die onvermoeibaar en met grote trouw al vele jaren en op meerdere manieren verslag doet van het wel en wee van de thriller – al dan niet Nederlands. Naar mijn idee altijd oprecht en met enthousiasme; weloverwogen recensies die blijk geven van aandachtig lezen. Waarbij ik eerlijkheidshalve moet aantekenen dat ik er in die recensies heel goed vanaf kwam. Misschien, het zou zomaar kunnen, kleurt dat je oordeel.

Toch overheerst de indruk dat er iemand aan het woord was – en is – die de thriller een warm hart toedraagt. Alles bijhoudt wat verschijnt, zelfs al is dat pulp. En, laten we wel wezen, er verschijnt helaas nog steeds een verdomde hoop pulp. Uitgevers gaan voor geld en niet voor kwaliteit. Het doet het genre geen goed.

Het boekenvak verkeert al jaren in slecht weer. Dramatisch teruggelopen verkopen; we weten het allemaal. Geen auteur wordt blij van de cijfers. Geen auteur wordt blij van het feit dat de papieren verkoop achterblijft ten opzichte van die van de e-boeken. Al was het maar omdat hij daar geen ruk aan verdient. Maar – belangrijker – vooral ook omdat een boek, een verhaal, méér behelst dan een platte tekst op een scherm. Een schermpje. Geen fraai omslag, kleur noch geur, geen terugbladeren, niets van dat al. Je slaat (het is inmiddels bewezen!) de tekst minder goed op, je herkauwt niet, je maakt geen aantekeningen, laat staan ezelsoren, en – nog veel erger – je zet het niet in je boekenkast.

Een boekenkast is al bijna een historisch voorwerp. Men wil het niet meer; een stofnest immers, zo’n ding. Maar wat men zich ontzegt is het genoegen om voor die kast te staan, hoofd schuin, op zoek naar die ene titel. Wat was toch de kleur van de rug, stond dat boek nou daar of daar?

Ten slotte gevonden blijkt de cover misschien vergeeld, de rug gebroken, maar vind je wel een ezelsoor terug. Waarom vouwde je dat toen? Je bekijkt het boek met nieuwe ogen. En met vers plezier.

Een goed voorbeeld is mijn verzameling Sjöwall&Wahlöö. Die is uiteraard compleet. Dezer dagen trek ik zo’n paperback voorzichtig uit mijn boekenkast. Ze vallen uit elkaar, ik heb ze gelijmd met houtlijm, ze dateren uit de vroege jaren ’70. Ze waren een eyeopener. Zo kon het ook. Natuurlijk, er valt van alles op af te dingen; hier en daar krakkemikkig taalgebruik, de plot rammelde, soms aanwijsbare fouten, het idealisme lag er dik bovenop. You name it. Maar onmiskenbaar was er altijd de humor, en de personages waren echte mensen met alledaagse sores.

Enfin. We zijn vele jaren verder. We worden overspoeld met uiterst matige thrillers, inderhaast in elkaar gedraaid, door de uitgevers inderhaast op de markt gegooid, door de boekhandelaar met passend enthousiasme dan wel terughoudendheid begroet.

Je kunt je afvragen waar de liefde voor taal is gebleven. De herkenning van de lezer; deze auteur heeft zijn best gedaan mij een zo goed mogelijk beeld voor te schotelen, en dat op een manier, in een taal, die ik begrijp en die mij somtijds ontroert.

Ik heb – hoe kom ik erop – het idee dat Peter Kuijt omtrent thrillers ongeveer dezelfde opvatting heeft als ik. Alleen dat al is een reden om hem hartelijk te feliciteren met dit jubileum en De Spanningsblog nog een lang leven toe te wensen.

++++++++++++

Lieneke Dijkzeul (Sneek, 1950) begon haar literaire carrière met het schrijven van kinderboeken. Ze debuteerde in 1990 en publiceerde meer dan vijftig jeugdromans.

Sinds 2006 schrijft ze ook boeken voor volwassenen. In dat jaar verscheen haar debuutthriller De stille zonde. De in 2007 uitgegeven literaire thriller Koude lente werd genomineerd voor de Gouden Strop 2008, maar die prijs ging uiteindelijk naar Cel van Charles den Tex.

In 2014 verscheen Als padden schreeuwen, haar zesde thriller rond rechercheur Paul Vegter. Een jaar later publiceerde ze de standalone thriller Dagen van schaamte.

'Een boek zou gelaagd moeten zijn, waardoor het dwingt tot nadenken', zei ze eerder. 'Het zou nieuwe inzichten moeten opleveren, of op zijn minst verrassende aspecten bieden. Het zou betrokkenheid met de maatschappij moeten tonen, een spiegel moeten zijn van de menselijke verhoudingen, en ons eigen bestaan op die manier in een bredere context moeten plaatsen. Het zou een draai moeten geven aan wat wij als de werkelijkheid ervaren. Het zou de lezer een klap tussen de ogen moeten geven, idealiter door al die facetten tezamen. Dat is heel wat, voor een thriller. Maar ernaar streven kan nooit kwaad.'

(Foto auteur: Tessa Posthuma de Boer)