(Door Peter Kuijt)

Het is een fraaie uitgave geworden. En voor een tientje is het bijna driehonderd pagina's tellende grootletterboek eigenlijk een koopje.
Van jong (Ramsey Nasr, 1974) tot oud (Leo Vroman, 1915) zijn er bijdragen. Zo waarschuwt Joris Luyendijk (1971) zijn jonge ik voor filosofen. ,,Want die hebben hun gevoel kapot gedacht.'' Imme Dros (1936) denkt terug aan de tijd dat ze als achtjarige op Texel woonde: ze slaapt daar op een kermisbed dat haar fantasie in werking zet. De buurvrouw die beweert dat lezen tijdverspilling is wil ze niet te geloven.
Boekenweekgeschenkauteur Joost Zwagerman (1963) stelt: 'Iedereen moet boeten voor de leeftijd die hij heeft. Stiekem contact tussen gevangenen van verschillende leeftijden levert alleen maar de illusie van ontsnapping op.' Henk Hofland jut zijn jonge ik op: 'Blijf aan het werk!' En Arthur Japin adviseert: 'Luister naar de muziek en niet naar wat er buiten wordt geroepen.'
De CPNB mag trots zijn op deze jubileumuitgave.
Aan de andere kant...
Wie een inventarisatie maakt van de auteurs die voor dit boek zichzelf hebben geschreven, merkt dat er geen enkele vertegenwoordiger bij zit van het gilde van thrillerauteurs. Er zijn bijdragen van literatoren als A.F.Th. van der Heijden, Abdelkader Benali, Connie Palmen, Remco Campert, Kristien Hemmerechts, Tommy Wieringa en Herman Koch. Ook de columnisten Aaf Brandt Corstius, Jan Mulder en Midas Dekkers, de predikant Nico ter Linden, museumdirecteur Henk van Os, journalisten Frank Westerman en Paul Witteman, verpleeghuisarts Bert Keizer, reisschrijver Carolijn Visser, kinderboekenillustrator en -schrijver Daan Remmerts de Vries, dichter K. Michel, toneelschrijver Maria Goos en Mulisch-kenner en emeritus hoogleraar Marita Mathijsen waanden zich even Titaantjes.
Maar thrillerschrijvers, ho maar.
Vreemd en jammer. Want wie had niet wat graag een brief van de 65-plussers Peter de Zwaan en Tomas Ross aan hun jongere ik gelezen? Wie zou er niet benieuwd zijn geweest naar een advies van Saskia Noort aan de Saskia Noort voordat die bestsellers ging schrijven? Wat had Simone van der Vlugt vroeger willen weten wat ze nu pas te weten is gekomen. En waarom geen bijdrage van bijvoorbeeld Lieneke Dijkzeul, naast jeugdboekenauteur ook schrijver van in ieder geval stilistisch hoogwaardige thrillers?
Zit hier een diepere gedachte achter? Wat Volkskrant-criticus Arjan Peters betreft zijn literatuur en thrillers twee fenomenen die nooit tot elkander zullen geraken: 'never the twain shall meet'. Maar denkt de Stichting CPNB er ook zo over? Heeft de CPNB er bewust voor gekozen om deze groep schrijvers links te laten liggen? Is het gedaan om bewust een scheiding aan te geven tussen de 'hoge' literatuur en de misdaadliteratuur?
Er zat niets anders op dan het de CPNB zelf te vragen. Het antwoord van een van de voorlichters liet even op zich wachten, want 'drukdrukdruk met de Boekenweek'. Maar uiteindelijk kwam er een korte en bondige reactie: ,,Voor Titaantjes hebben we een verzoek uitgezonden aan alle auteurs die hebben meegeholpen de Boekenweek groot te maken. Dus alle geschenkschrijvers, maar ook de auteurs van de Boekenweekessays. (...) Vervolgens heeft een kleine redactie dit aangevuld tot 75 met enkele dichters, kinderboekschrijvers en winnaars literaire prijzen. Omdat de Boekenweek een literair profiel heeft, is dus uitsluitend gezocht in de literaire hoek.''
Het antwoord maakt meteen in één klap duidelijk hoe de CPNB over thrillers denkt: kinderboeken bevinden zich in de literaire hoek, misdaadliteratuur niet. Van een door Tomas Ross gehoopte oversteek van de thrillers naar de literatuur zal het nooit komen. Thrillerauteurs horen in een apart reservaat thuis, waar een keer per jaar een maand lang de schijnwerpers op worden gericht. Bestsellerschrijfsters krijgen een uitnodiging voor het literaire Boekenbal, maar daar blijft het ook bij.
Dus, dames en heren uitgevers, laat voortaan ook die stempels met 'literaire thriller' maar ongebruikt. Het wordt toch nooit wat...