Auteur en kunsthandelaar Michel van Rijn is op 73-jarige leeftijd overleden. Dat bevestigt zijn voormalige uitgever Lex Spaans (uitgeverij Vassallucci) aan het ANP. Van Rijn overleed vorige week in Italië, waar hij woonde.
Michel van Rijn was bekend als kunstsmokkelaar en verdiende daar een goedbelegde boterham mee. Hij smokkelde kunstwerken Europa en de VS binnen en kreeg Interpol en de CIA achter zich aan. Later ging Van Rijn juist samenwerken met diverse opsporingsdiensten, waardoor hij ook werd bedreigd.
Hij was nauw betrokken bij een reddingsactie voor een gestolen partij kunst uit kerken op Cyprus, ter waarde van tientallen miljoenen. Turkije had bij de invasie van het noordelijke deel van Cyprus in 1974 allerlei kunstwerken buitgemaakt en verkocht op de zwarte markt.
Volgens het Archaeological Institute of America wist Van Rijn al jaren dat diverse Cypriotische schatten in Duitsland waren. Hij reisde eind 1997 met twee mensen van Interpol en een Cypriotische functionaris af naar München om een deal te sluiten om gestolen kunstwerken te kopen van een in Turkije geboren kunsthandelaar. Van Rijn en de kunsthandelaar hadden eerder samengewerkt. Op het moment van de transactie greep de politie in. Van Rijn weigerde te getuigen tegen de handelaar, na het ontvangen van doodsbedreigingen.
Naast kunsthandelaar was Van Rijn ook actief als auteur. Hij schreef in 1993 onder meer het boek Hot Art Cold Cash over zijn werk als smokkelaar. Later schreef hij bij uitgeverij Vassallucci de thriller Het Mekka Manuscript, over een kunstsmokkelaar die een belangrijk stuk moest veiligstellen. In 2011 verscheen van zijn hand de thriller Cuba libre, een uitgave van A.W. Bruna, over een charmante kunsthandelaar die het pad kruist van een ultrarechtse intrigant. Daarna schreef hij nog meerdere boeken, waarin de kunstsector ook een belangrijke rol speelde.
Over het leven van Van Rijn werden meermaals tv-programma’s gemaakt. RTL kwam begin jaren negentig al met een aflevering over zijn bestaan. Een Britse documentairemaker maakte in 2016 een thriller over het leven van Van Rijn: The Iconoclast.
Van de trap
'Van de doden niets dan goeds natuurlijk', laat Tomas Ross in een reactie op het overlijden van Van Rijn aan de Spanningsblog weten. 'Maar misschien aardig om te vermelden dat ik, van nature toch niet gewelddadig, lang geleden het genoegen smaakte om Michel van Rijn de trap af te slaan.' Dat was in 1970 tijdens het verjaardagsfeestje van zijn vriendin met Ross toen samenwoonde in de Amsterdamse P.C.Hooftstraat.
(Bron: Het Parool, afbeelding van film The Iconoclast)
'Zij kende Van Rijn van school. We kwamen ook wel eens bij zijn moeder thuis in de Henri Polaklaan bij Artis, een vrouw die in de Volkskrant als kunstenares wordt omschreven maar zich toelegde op het vervaardigen van enorme zilveren penissen en dildo’s. Dat Van Rijn een enorme lul was, zal toeval zijn. Die avond was hij dronken en/of stoned, agressief en strontvervelend en weigerde op te donderen zodat ik, ongetwijfeld ook met enkele drankjes op, hem met een vuistslag van twee- naar éénhoog sloeg waarna hij tierend zelf de parterre bereikte. Nog lang last gehad van mijn rechterhand.'
Het toeval wil dat Ross nog geen week geleden besloot een totaal foute figuur in zijn nieuwe boek de naam Michel van Rijn te geven. 'Die valt nu niet van de trap, maar met fataal gevolg uit een Italiaanse klokkentoren. Toch nog Memento Mori.'
(Bron: Het Parool, afbeelding van film The Iconoclast)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten