29 februari 2008

Schone schijn (nieuws, 2008)

MARJAN VAN MARLE: TOCH NIET ZO GOED IN THRILLERS

Tien jaar geleden kwam haar eerste roman uit: 'De gelukkige weduwe'. Het werd gepresenteerd als een thriller. Daarna verscheen de thriller 'Een bekend gezicht'. Nu zegt schrijfster Marjan van Marle in een interview met het Eindhovens Dagblad: ,,Een echte thriller was het niet, daar ben ik toch niet zo goed in. Ik weet te weinig van politiezaken. Mijn boeken bevatten nu meer psychologische, thrillerachtige elementen. Over zaken waarvoor je de politie niet direct waarschuwt, over geheimen die mensen met zich meedragen.''

Van Marle (55), geboren en getogen in Amsterdam, leverde onlangs haar vierde boek af. Het heet 'Nette Mensen', een hedendaagse familieroman uit de Relax-serie van uitgeverij Ellessy. Het is een dunne paperback: ,,Het zijn veertigduizend woorden. Zoveel gebruik ik er altijd.''

Het schrijven loopt als een rode draad door het leven van Marjan van Marle. Ze heeft gewerkt bij de bladen Margriet en Libelle, en in 1989 startte ze haar eigen bedrijfje Van Marle Media Productions. Van haar hand verschenen onder meer ''Het Groene Babyboek' (1991) en, in samenwerking met een psychologe, 'Geluk bij een Ongeluk' (1991) en 'Lijmen of Breken' (1992). De laatste jaren schrijft ze in bladen als 'Boodschappen' (van Jumbo Supermarkt) en het Belgische 'Lekker Winkelen/Bon Appétit'. ,,Als je zoveel schrijft, wil je ook wel eens zelf een boek maken. Iets schrijven dat minder vluchtig is'', zegt Van Marle.

Een terugkerend thema in haar boeken is de schone schijn. ,,Ik zie dat overal om me heen. Vraag je aan mensen hoe het met ze gaat. Dan zeggen ze 'alles is goed'. Dat kan toch helemaal niet. Iedereen die naar Zuid-Frankrijk op vakantie is geweest, heeft een fantastische vakantie gehad. En mensen zeggen tijdens de reis nooit file te hebben gehad. Ik zit altijd in de file.''

(Bron: Eindhovens Dagblad)

28 februari 2008

George Pelecanos (interview, 2006)



'Ik verdien aan ellende'


Zijn boeken staan in de kast met misdaadromans. 'Dit is geschiedschrijving. Ik beklaag de lezers die mijn werk overslaan omdat ze denken dat het niet literair is.' George Pelecanos is de stadschroniqueur van Washington en dat is nu eenmaal de meest gewelddadige stad van de VS. 'Moeders kunnen het niet alleen. Vaders trouwens ook niet.'

(Door Theo Hakkert)

Zoals de thrillers van Karin Slaughter spelen in Atlanta en die van Ian Rankin in Edinburgh, zo is Washington de vaste biotoop van George Pelecanos (1957).

Hij kent de stad op zijn duimpje. 'Ik weet zelfs wat er zich in achtertuintjes afspeelt.' Hij gaat op het puntje van de leren fauteuil in zijn Londense hotel zitten. Hier komt iets ter sprake waar hij geen twijfel over wil laten bestaan. 'Ik zou deze boeken niet schrijven als ik iets moest bedenken. Dat is respectloos. Alles moet kloppen. Straatnamen, alles.'

Zijn oude romans, waarvan een aantal in de jaren zeventig was gesitueerd, hebben hem daardoor veel research gekost. 'De titels van de films die die week in de achterafbioscopen draaiden, heb ik allemaal opgezocht. Ik wil een verslag achterlaten. Dit is geschiedschrijving. Fictie, maar wie over honderd jaar wil weten hoe Washington erbij lag in 1986 moet mijn boek The Sweet Forever hebben. Tot aan de taal aan toe, de 'slang', klopt dat allemaal. De mode van die dagen, noem maar op.'

Dus geeft Pelecanos ook in zijn nieuwe literaire thriller Tuinier van de nacht zelfs de huisnummers van de panden in Washington waar het boek speelt. Zijn stijl is direct, zonder opsmuk. 'Ik heb alle moraal uit mijn boeken weggesneden. Kaal en registrerend moet het zijn. De wereld zoals-ie is. Geen moraal van mijn kant.'

Dit is zijn eerste politieroman. Drie agenten. The good, the bad and the ugly. Twintig jaar na een onopgeloste moord wordt iemand op dezelfde specifieke manier vermoord. De geesten van toen komen alsnog uit de beerput.

'Het is mij eindelijk gelukt. Jarenlang heb ik geprobeerd contact te leggen met de afdeling moordzaken. Ze wilden me niet toelaten. Een schrijver? Ze hadden nog nooit van mij gehoord. Waarom zou een agent misdaadromans lezen terwijl hij er de hele dag middenin zit?'

De deuren gingen voor hem alsnog open toen hij ging meewerken van The Wire, een politieserie op televisie bij HBO, de betaalzender van onder andere The Sopranos en Six Feet Under. 'Lezen doen ze niet, kijken blijkbaar wel.' Geen spoortje sarcasme in zijn stem. 'Toen lieten ze me toe. Dat was mijn kans. Ik heb een moord gevolgd. Vanaf de melding, de speurtocht, het onderzoek, de gesprekken met getuigen, de arrestatie, de bekentenis. Als een vlieg op de muur. Ik was heel verbaasd dat ik overal bij mocht zijn, zelfs bij de verhoren.'

Het ging hem niet om de misdaad, maar om de agenten en de cultuur op de afdeling. 'Ik wilde over politie schrijven in relatie tot een zaak die ze niet kunnen oplossen. Wat doet dat met hen? Dat was het idee. Een bureau met links de foto's van hun gezin en rechts de foto's van de misdaad waar ze mee bezig waren - dat waren de details die ik zocht.'

Als rechercheur Gus Ramone, de centrale figuur in Tuinier van de nacht, op iemand is gebaseerd, dan op Pelecanos zelf. 'Op zo'n bureau vind je allerlei figuren. Religieuzen werken met atheïsten, dronkaards met geheelonthouders. Daarom ga ik ook zo diep in op het privéleven van Ramone. Omdat het clichébeeld van de agent, dat van de loser met een slecht huwelijk of een drankprobleem, lang niet voor iedereen opgaat. Er zijn ook veel agenten die 's avonds naar huis gaan, het allemaal van zich af kunnen zetten en zich op het gezinsleven concentreren. Ik had nooit eerder over zo'n familieman geschreven. En dat ben ik zelf.'


Straathoek

Afgelopen zomer werd in Washington een avondklok ingesteld voor jongeren. 'Want in Georgetown werd een blanke Brit het slachtoffer van het geweld tussen gangs. De vrouw met wie hij op straat liep werd gemolesteerd. Bij hem werd de keel doorgesneden. Eigenlijk is het verbazingwekkend dat niet meer toeristen worden getroffen, want dat zijn gemakkelijke slachtoffers. Deze zomer vielen zestien doden in vijftien dagen tijd, net als in de periode van 1989 tot 1993. Toen lag het aantal moorden in Washington ook net boven één per dag. Vierhonderd per jaar. Dit keer werd er een avondklok ingesteld in een stad die al veertig jaar door misdaad wordt geregeerd. Alsof dat iets oplost. Waarom wordt er niet een oplossing gezocht voor de problemen die maken dat mensen crimineel worden? Die oplossing is niet meer agenten op straat of een avondklok, maar het veranderen van de cultuur.'

'Diep van binnen weten de autoriteiten best wat er aan de hand is. Maar politiek gezien is het gemakkelijker om te zeggen dat ze meer politie op straat gaan brengen. In plaats van het ware probleem aan te pakken. En dat probleem is niet alleen onderwijs en armoede. Die vooral, maar het is ook familie en het gebrek aan vaders thuis. De onderliggende reden dat kinderen naar een straathoek gaan is niet om drugs te verkopen, maar omdat ze op zoek zijn naar familie. Thuis is er niemand. Hadden ze een vader thuis, die greep ze wel in hun nekvel en hield ze binnen. Moeders kunnen het niet alleen. En voordat iemand mij verkeerd begrijpt: vaders kunnen het ook niet alleen. Thuis is twee mensen, want een thuis bieden is zwaar werk.'

Wie Pelecanos' jongste romans Drama Stad en Tuinier van de nacht leest, wordt getroffen door de uitzichtloze troosteloosheid van het bestaan in de zwarte wijken in Washington. 'Van de hoofdstad neemt de Amerikaanse overheid een paar vierkante kilometer in beslag. Er zijn drie rijkere wijken. De rest van de stad is working class. En armoede kweekt geweld.'


Helden

Het drugsprobleem heeft de hele stad door en door verziekt. 'Iedereen in de arme wijken van Washington heeft wel een familielid - broer, oom, neef - die is opgepakt in verband met drugs. Dat heeft grote invloed op de manier van werken van de politie. Mensen praten niet meer met agenten. Terwijl dat toch echt de manier is om misdaden op te lossen. Misdaden worden niet opgelost door forensisch onderzoek, maar door mensen die praten. De wijk moet er achterstaan. Maar nu is de politie de vijand. De oplossing voor het drugsprobleem is niet mensen opsluiten. Marihuana uit het criminele circuit halen is een begin.'

'Mensen opsluiten die drugs gebruiken of verhandelen heeft slechts tot gevolg dat hun leven en dat van hun families ontwricht raakt. Lost niets op. Feitelijk worden de problemen alleen maar groter. Politiek is dat onbespreekbaar.'

'Met politici praten? Ik? Ik ben a-politiek. Ik heb het vertrouwen in de politiek verloren. En wie ben ik helemaal? Ik maak het verschil niet. Ik heb geen invloed. Ik heb niet het gevoel dat ik goeds doe in die zin. Ik werp vragen op. Leraren, dat zijn de helden in de stad, niet de schrijvers. Je moet je plaats kennen.'

Niet zonder schaamte rijdt hij 's avonds, na weer een dag research en praten met stadsbewoners, naar huis. 'Het knaagt. Al mijn materiaal haal ik van straat. Profiteer ik van andermans ellende? Absoluut. Ik buit het helemaal uit. Ik verdien aan ellende. Ik schuim de straten af en daarna rijd ik in mijn dikke auto naar mijn mooie huis. Ik ben het me bewust en ik kan er niets aan veranderen. Het enige wat ik als het ware terug kan doen is het onrecht en de ellende en achterstand zo accuraat mogelijk laten zien. Bijvoorbeeld wat het betekent wanneer mensen die in de gevangenis hebben gezeten al hun rechten verliezen. Geen bijstand, geen stemrecht. Die mensen staan in één klap buiten de maatschappij. Je komt in een neerwaartse spiraal terecht waar zelden iemand uitkomt. Wat ik kan hopen is dat wanneer je bijvoorbeeld Drama Stad hebt gelezen je ex-gevangenen kunt zien als mens. Ik geef ze een stem. En hoe klein de invloed ook, het is beter dan er niet over schrijven.'

George Pelecanos - Tuinier van de nacht. Literaire thriller. Vertaling: Sandra van de Ven. Uitgeverij Anthos, 424 pag.

PASPOORT
George Pelecanos
Washington, 1957
schrijver, televisiemaker
Debuteerde in 1992 met eerste van drie romans over privédetective Nick Stefanos.
Introduceerde in 2001 nieuw koppel: Derek Strange en Terry Quinn. Vier romans rond deze speurders.
Zijn beste boek, naar eigen zeggen: Hard revolution. Speelt in Washington in 1968, in de nasleep van de moord op Martin Luther King en de Vietnam-oorlog. 'Zelfs meer dan mijn ziel en zaligheid zit in dat boek.' Vertaald in 2004 als Harde revolutie.
Verder in vertaling beschikbaar: De grote afrekening (Hell to pay, 2002), Drama Stad (Drama City).

Dit interview werd eerder gepubliceerd in november 2006

Mary Higgins Clark (interview, 1999)


'Ieren zijn dol op verhalen vertellen'


(Door Monique Brandt)

AMSTERDAM - Als jong meisje, afkomstig uit een straatarm immigrantengezin, dwaalde ze langs de etalages van de winkels in Manhattan, dromend van de kleren die ze zou kopen als ze een succesvol schrijfster zou zijn. Want dát ze zou gaan schrijven stond voor haar altijd al vast. En ze kreeg gelijk. De Amerikaanse thrillerauteur Mary Higgins Clark, anno 1999 een opvallend vitale én goedgeklede dame op leeftijd, is inmiddels ruim een dozijn bestsellers en talloze korte verhalen verder. Dit jaar wordt ze zeventig, maar ze schrijft nog met net zoveel plezier en ijver.

'Met pensioen gaan, dat is er voor mij niet bij. Ik zou niet zonder mijn werk kunnen, het is zo'n belangrijk deel van me', lacht de Koningin van de Spanning tijdens een kort bezoekje aan Amsterdam. 'Door de komst van de computer werk ik trouwens ook veel sneller dan vroeger. Ik herschrijf veel tijdens het werken. In de tijd van de typemachine moest ik dus om de twee, drie dagen stoppen en alle kopij opnieuw uittikken omdat de pagina's wemelden van de doorhalingen, verwijzingen en stukjes tekst die ik ertussen had geplakt. Dat is niet meer nodig, en ik heb dus opeens heel veel tijd over. En die tijd kan ik hard gebruiken. Ik krijg zoveel uitnodigingen voor van alles en nog wat. Meestal zeg ik nee, want het leidt erg af. Het gaat er immers niet om dat je over je boek praat, je moet het schrijven. En om te kunnen schrijven, moet je een bepaald ritme vinden. Eén afspraak kan dat magische moment al verbreken. Ritme is alles.'

Mary Higgins Clark, afkomstig uit een Amerikaans-Iers immigrantengezin, groeide op in de Bronx in New York, tegenwoordig berucht omdat de misdaad er welig tiert, maar 'in mijn tijd nog een heerlijk groen en landelijk gebied'. Haar Ierse achtergrond was naar eigen zeggen bepalend voor haar schrijverschap. 'Ieren zijn dol op verhalen vertellen. Elke avond hadden we de familie en vriendinnen van mijn moeder over de vloer, die elkaar bezighielden met de meest spannende verhalen. Ik zat dan stilletjes te luisteren en te genieten. Ik begon te schrijven toen ik zeven jaar was. Het waren sketches die mijn broer dan opvoerde, gedichten, korte verhaaltjes. Elke keer als we bezoek kregen mocht ik van mijn moeder voorlezen wat ik had geschreven. De visite zal er niet erg blij mee zijn geweest, maar mijn moeder was altijd razend enthousiast. Toen al wilde ik alleen boeken schrijven.'


Stewardess

Dat zou overigens nog even duren. Na haar middelbare school volgde Higgins Clark een secretaresseopleiding en trad in dienst bij een reclamebureau. Na enkele jaren gaf ze haar baan op om als stewardess te gaan werken. Toen ze trouwde, werd ze automatisch ontslagen.

'Ik wist toen dat het tijd was om te kijken of ik me zou kunnen handhaven als professioneel schrijver. Ik schreef me in voor een cursus korte verhalen schrijven op de universiteit. Dat was een hele belangrijke ervaring. Talent alleen is immers niet altijd genoeg, je moet ook het ambacht leren, en dat heb ik daar geleerd. Mijn leraar zei: Als je een verhaal schrijft heb je twee uitgangspunten: 'Stel je voor dat... en wat als..? Neem nooit vergezochte verhalen, hou het dicht bij jezelf. De lezer moet denken: ja, dit zou mij ook kunnen overkomen.' Ik heb me daar altijd aan gehouden, en het werkt. Mijn boeken zijn zo populair omdat ik schrijf over universele, herkenbare situaties. Daarbij zoeken mijn personages nooit problemen. Ze doen wat ze moeten doen en dan, opeens, overkomt hen wat extreems.'

Het zou overigens nog jaren duren voordat Higgins Clark haar eerste verhaal gepubliceerd kreeg. 'Ik heb het veertig keer tevergeefs opgestuurd aan uitgevers. Zes jaar lang heb ik zitten wachten, wetend dat het me echt wel een keer zou gaan lukken. Eén keer schreef een tijdschrift me terug dat het helemaal niks was. Jaren later, toen ik bekend was, wilden ze opeens wel een verhaal van me kopen. Ik zei tegen mijn agent: laat ze betalen. En dat hebben ze gedaan.'

In het begin van haar schrijversloopbaan verdiende Higgins Clark bij met het schrijven van verhalen. Toen haar echtgenoot stierf en ze als 34-jarige weduwe alleen voor de opvoeding van haar vijf kinderen stond, besloot ze zich te wijden aan het vervaardigen van dagelijkse radioshows. Ook schreef ze een roman over George Washington. 'Het boek flopte weliswaar, maar het was wel Een Boek. Ik wist nu dat ik het kon. Toen ging ik me realiseren dat ik thrillers wilde schrijven. Ik verslond ze al vanaf mijn vroege jeugd, en had precies door welke wel en welke niet werkten.'


Circus

Haar eerste thriller Where are the children was ook haar eerste grote succes. Sindsdien belandt elk boek van Higgins Clark meteen in de bestsellerlijsten. Die wetenschap maakt het werken er niet gemakkelijker op, vertelt ze. 'Hoe meer succes, hoe hoger de verwachtingen bij elk volgend boek. Ik voel me soms een circusartiest die over een dun touw moet fietsen. Bij elk optreden wordt het touw nog eens extra ingevet, en ik rij over dat touw met een parasol en een aap op mijn schouder. Na de verschijning van mijn tweede boek zij een uitgever tegen me: 'Mary, je kunt het telefoonboek overschrijven. Dat doe je één keer, en daarna is het afgelopen.' Ik heb die woorden altijd onthouden. Je moet lezers niet onderschatten. Als je ze teleurstelt, raak je ze kwijt.'

Higgins Clark doet haar ideeën overal op. Een chauffeuse die haar vertelt dat ze in haar vrije tijd helderziende is, een vrouwelijke kennis wier man haar heeft verlaten voor een jonge vrouw, een radiopsycholoog die ze hoort terwijl ze in de auto zit: ze zijn allemaal verborgen in een van haar boeken. 'Ik heb altijd mijn antenne uitstaan. Elke situatie is een potentieel hoofdstuk. Zo geef ik al jaren lezingen op cruiseschepen. Ik wist altijd dat ik er wat mee wilde doen. Mijn boek Je bent van mij is op die ervaring gebaseerd. Je ziet er al die eenzame, steenrijke vrouwen die wanhopig op zoek zijn. Ze zijn erg ontvankelijk voor mannelijke aandacht, en dat is begrijpelijk. Op een van mijn reizen leerde ik een vrouw kennen, dik in de zeventig, steenrijk. Het jaar daarna hoorde ik dat ze getrouwd was. Met een man van dertig.'

Dit interview werd eerder gepubliceerd in juli 1999

27 februari 2008

De geneugten van het lezen (nieuws, 2008)

MINETTE WALTERS GEEFT LES

De Britse thrillerschrijfster Minette Walters probeert zes bekende landgenoten zo ver te krijgen dat ze ook een misdaadverhaal kunnen schrijven. In de reality tv-show 'Murder Most Famous' doceert Walters de fijne kneepjes van het vak. Met het tv-programma hoopt Walters dat meer mensen weer een boek gaan pakken.

Na elke show moet de tv-coryfee met de minste potentie als misdaadauteur zijn of haar biezen pakken. De winnaar ziet zijn of haar verhaal in druk verschijnen. De bekende Britten die meedoen zijn ballroomdanser Brendan Cole, de voormalige Sun-hoofdredacteur Kelvin Mackenzie, actrice Angela Griffin, tv-tuinman Diarmuid Gavin, presentator Mark Allwright en actrice Sherrie Hewson.

Minette Walters treedt op als mentor van de zes deelnemers en geeft hen schrijfopdrachten. Een jury kiest uiteindelijk de winnaar uit. Walters, die thrillers als 'The Ice House' en 'The Chameleon's Shadow' op haar naam heeft staan, hoopt dat hierdoor meer mensen de geneugten van het lezen zullen (her)ontdekken. ,,Mensen die normaal gesproken niet naar een boekenprogramma zullen kijken, zullen ontdekken dat dit echt amusant en opwindend is'', aldus Walters. ,,Als we maar een paar van de zeventien miljoen Britse volwassenen die nooit een boek lezen, kunnen bereiken, dan ben ik al heel tevreden. Er zijn natuurlijk ook veel mensen die ooit een boek willen publiceren. Hopelijk worden ze door dit programma geïnspireerd.''

Walters zegt verrast te zijn door de schrijfkwaliteiten van de Britse prominenten. ,,Zeker drie van hen hebben de potentie om een volwassen roman te kunnen schrijven.''

De serie start maandag 3 maart en is rond lunchtijd te zien op BBC Two.

(Bron: Dorset Echo)

Open doekje (nieuws, 2008)

STEPHEN KING NAAR BROADWAY?

De Amerikaanse horrorschrijver Stephen King stort zich op het fenomeen musical. Met zijn landgenoot, singer-songwriter John Mellencamp, heeft King het stuk 'Ghost Brothers of Darkland County' geschreven. King zorgde voor de tekst, Mellencamp hield zich bezig met de muziek.

Het duurt nog een jaar voordat de musical te zien zal zijn. In april 2009 is de première in het Alliance Theatre in Atlanta. Maar King en Mellencamp willen ook dat het stuk op Broadway gaat draaien.

Het theaterproject wordt omschreven als 'een zwoel, Zuidelijk griezelverhaal voortgedreven door bluesy gitaarmuziek'. De musical speelt zich af in het fictieve stadje Lake Belle Reve in Mississippi en gaat over de tragische dood van twee broers en een jong meisje in 1957 en de legende die daaruit is ontstaan.

Peter Askin heeft de regie over de musical. Mellencamp kwam met het idee voor de musical, geïnspireerd door een verhaal dat hij jaren geleden had gehoord in zijn woonplaats Seymour, Indiana.

25 februari 2008

Simone van der Vlugt - Blauw water (2008)

Tranen in de jus




(Door Peter Kuijt)

Vlak voor het verschijnen van Blauw water, de vierde thriller van Simone van der Vlugt, onthulde de schrijfster dat er een foutje in haar boek zat. In de thriller over een moeder en dochter die gegijzeld worden door een ontsnapte tbs’er, is het meisje vijf jaar oud. En dat terwijl de achterflap meldt dat Anouk, de dochter in kwestie, zes lentes telt!

Een foutje dat volgens Van der Vlugt te laat werd ontdekt om te herstellen, want de eerste oplage van honderdduizend stuks was al gedrukt. Maar ook hier had het nadeel het spreekwoordelijke voordeel, want met haar onthulling genereerde de schrijfster weer wat extra publiciteit voor Blauw water.

Niet zeuren dus over een foutje in de leeftijd. Maar er vallen nog wel andere kanttekeningen te plaatsen bij het verhaal over moeder Lisa die, terwijl ze de was in haar tuin ophangt, ineens oog in oog komt te staan met een – naar later blijkt – tbs’er die niet van proefverlof is teruggekeerd. De man dringt haar huis binnen en houdt Lisa en dochtertje Anouk een week in gijzeling.

Een andere verhaallijn in Blauw water concentreert zich op journaliste Senta. Op weg naar een interview raakt ze verdwaald in de mist. Ze besluit om aan te bellen bij een dijkhuisje in Appeltern, toevallig de woning van Lisa. Er wordt niet opengedaan en Senta loopt om het huis heen. Daar ziet ze dat de gewonde Lisa met een mes wordt bedreigd. De journaliste vlucht weg en gaat op zoek naar hulp. Maar dan overkomt haar groot onheil… Of hulp voor Lisa en Anouk op tijd komt, blijft de vraag.

Blauw water is ontegenzeggelijk Van der Vlugts spannendste thriller. Goed voor een paar uurtjes nagelbijten. De dreiging die van de extreem gewelddadige tbs’er uitgaat, is bijna tastbaar. Lisa weet zich tot op zekere hoogte knap staande te houden, maar kan niet voorkomen dat er wel eens tranen van wanhoop in de jus druppelen. Blauw water is ook rauwer en gedurfder. Van het enigszins tuttige gehalte dat Van der Vlugts eerdere thrillers kenmerkte, is nagenoeg niets meer over.

Of Blauw water weet te beklijven, valt echter te betwijfelen. Je hoeft niet al te veel thrillers te hebben gelezen om de ontknoping te zien aankomen. De verrassing is er niet. En dan zijn er nog wat andere puntjes van kritiek: het staat uiterst merkwaardig om het met je kersverse gijzelnemer te hebben over Al Gore en CO2-uitstoot. Een opsporingsbericht op televisie over de ontsnapte gevangene is in de praktijk heel wat droger van taal dan in Blauw water. Tot slot: Van der Vlugt zoomt in haar verhaal ook in op een comapatiënt. Dat die zich tamelijk bewust is van de wereld om zich heen, vraagt heel wat van het acceptatievermogen van de lezer.

Simone van der Vlugt – Blauw water. Uitgeverij Anthos, 220 pag.

23 februari 2008

Sean McGrady - Dode brieven (2001)

Hartverscheurend mooi




(Door Arno Ruitenbeek)

Het predikaat 'Beste thriller van het jaar 2001' gaat naar Dode brieven  van Sean McGrady. Een onbekende Amerikaanse auteur die, zoals de Mystery Guide zei, een roman neerzet die spannend is tot na de laatste bladzijde.

Ik voeg daaraan toe dat Dode brieven hartverscheurend mooi is. Prachtig taalgebruik, karakters van gewapend beton die ontroeren, plus een intrige en een ontknoping die Quentin Tarantino (Reservoir Dogs) niet onberoerd zullen laten. Dat het uitgemolken thema van de seriemoordenaar toch nog zo'n originele benadering heeft gekregen, is natuurlijk ijzersterk van McGrady.

Alleen die sfeer al. De lezer komt terecht in een in Baltimore gevestigd, immens pakhuis met onbestelbare (en dus ook verdachte en vreemde) post uit alle hoeken van de VS. Dit is het werkterrein van de postale recherche. Twee rechercheurs, Bunko en Wearie, stuiten op een foto van een gemaskerde naakte man, naast het lijk van een geblondeerd jongetje. Op de foto zijn ook potten met penissen op sterk water te zien, nog meer redenen om aan een (uitdijende) reeks slachtoffers te denken.

De FBI heeft de zaak eerst afgeschoven, maar als de eerste bevindingen van Bunko en Wearie uitkomen, eist Het Bureau het onderzoek weer op. De postale recherchechef, Marcus Brown, een incompetente jodokus die door zijn personeel Commissaris Knijpkont wordt genoemd, neemt de vreemdste beslissingen die Wearie persoonlijk en in zijn werk behoorlijk treffen.

De alcoholistische rechercheur kan Knijpkont er niet van overtuigen dat een stapeltje liefdesbrieven, afkomstig uit de regio waar de moordenaar ook moet wonen, mogelijk iets kan opleveren. Dat ook de Wearies op deze aardbol, die voor het ongeluk lijken te zijn geboren, af en toe een gelukje hebben, is om stil van te worden.

Sean McGrady - Dode brieven; uitgever Meulenhoff-M, 287 pag.

Deze bespreking werd eerder gepubliceerd in september 2001

Robin Moore (1925-2008)

SCHRIJVER VAN 'THE FRENCH CONNECTION'

De Amerikaanse schrijver Robin Moore, auteur van boeken als 'The Green Berets' en 'The French Connection' is de afgelopen week na een lang ziekbed overleden. Hij is 82 jaar geworden. Moore overleed dinsdagavond 21 februari 2008 in een ziekenhuis in het zuidwesten van de staat Kentucky.

Moore was ook de auteur die Xaviera Hollander hielp bij het schrijven van haar bestseller 'The Happy Hooker'. In 1983 won hij een Gouden Framboos voor het slechtste scenario, voor de oorlogsfilm 'Inchon'.

Hij werd op 31 oktober 1925 als Robert Lowell Moore Jr. geboren in Boston, Massachusetts. Dankzij zijn connecties met Harvard-studiegenoot Robert F. Kennedy kreeg Moore toegang tot de Special Forces om te schrijven over deze elite-eenheid van het Amerikaanse leger. Generaal William P. Yarborough drong er bij hem op aan om een speciale 'Q Training' te volgen om beter te begrijpen waarom de Special Forces zo speciaal waren.

Hij trainde luchtlandingstechnieken en andere speciale militaire vaardigheden en vergezelde de Special Forces vervolgens naar Vietnam. Zijn ervaringen beschreef hij in 'The Green Berets' uit 1965. Het boek werd een internationale bestseller. Moore schreef ook de tekst voor het liedje 'The Ballad of The Green Berets' dat een grote hit werd in 1966.

In 1969 verscheen van Moores hand het non-fictieboek 'The French Connection: A True Account of Cops, Narcotics, and International Conspiracy', over een onderzoek van twee New Yorkse rechercheurs naar een drugslijn tussen de Verenigde Staten en Frankrijk. Het boek werd de basis voor de filmhit 'The French Connection', die in 1971 vijf Oscars in de wacht sleepte.

In de jaren zeventig en tachtig bracht Moore veel tijd door in landen als Iran, Dubai, Rhodesië en Rusland, hetgeen onder meer resulteerde in de boeken 'The Moscow Connection' en 'Crippled Eagles'. In 2001 reisde hij naar Oezbekistan om onderzoek te doen naar de strijd van de geallieerden tegen de taliban en Al Qaida. Die research had zijn weerslag in het boek 'The Hunt for Bin Laden', waarin een van de hoofdrollen is weggelegd voor premiejager en oud-Green Beret Jack Idema. In september 2004 verdween deze voor tien jaar in een Afghaanse gevangenis, omdat hij er in Kabul privé een huis van bewaring op nahield, waar het aan de voeten ophangen van Afghanen tot de standaard-ondervragingstechnieken behoorde. Volgens Idema handelde hij in opdracht van het Pentagon, dat dit ontkende.

21 februari 2008

Fins onderonsje (nieuws, 2008)

UITGEVER VERNIETIGT BOEK NA PLAGIAAT

Plagiaat, het gaat zelfs aan Nokia-staat Finland niet voorbij. Daar staat nu misdaadschrijfster Maija Porma (foto) in het brandende punt van de belangstelling nadat ze is betrapt op het 'lenen' van passages uit andermans boek. Volgens de krant Helsingin Sanomat zijn zeker zes passages in Porma's thriller 'Pohjalainen pankkiryöstö' ('Nordic Bank Robbery') afkomstig uit 'Pelistä pois' ('Out Of The Game') van collega-schrijfster Outi Pakkanen.

Pakkanens boek verscheen in 2001. Drie jaar later kwam Porma's boek uit. De zaak kwam aan het licht na een tip van een lezer.

Porma ontkent plagiaat te hebben gepleegd. ,,Ik heb Outi Pakkanens boeken niet gelezen'', aldus de schrijfster. Ze kon niet verklaren waarom dezelfde passages als die in Pakkanens boek ook in haar thriller voorkwamen. Ze benadrukt dat ze het boek zelf heeft geschreven en dat ze zich geen gebeurtenissen van vijf jaar geleden herinnert.

Porma heeft in totaal zeven boeken geschreven. De thriller in kwestie was haar vierde. Haar boek was uitgegeven door Pilot-kustannus. De directeur van de uitgeverij, Timo Määttä, heeft inmiddels de letterdieverij bevestigd na de twee boeken te hebben vergeleken.

Määttä betreurt het incident en heeft aangekondigd dat Porma's boek uit de winkels wordt gehaald en dat de exemplaren worden vernietigd. Hij gaf tevens aan de zaak met Porma te zullen bespreken.

Schrijfster Outi Pakkanen zegt 'gechoqueerd' te zijn. ,,Ik ben verbluft.'' Ze was niet van het bestaan van Porma's boek op de hoogte.

(Bron: Helsingin Sanomat)

20 februari 2008

Roslund & Hellström - De uitlevering (2008)

Wraak of gerechtigheid, dat is de kwestie




(Door Peter Kuijt)

'We hebben een lijk gearresteerd.' Dat is de licht ironische vaststelling van de doorgaans norse Zweedse commissaris Ewert Grens als hij ontdekt dat een van zware mishandeling verdachte man eigenlijk zes jaar eerder is gestorven. De man in kwestie, John Meyer Frey, overleed volgens de officiële lezing in zijn cel in Death Row, in een zwaar beveiligde gevangenis in Ohio, terwijl hij op zijn terechtstelling zat te wachten.

Met dit gegeven speelt het Zweedse schrijversduo Anders Roslund en Börge Hellström een uiterst geraffineerd spel in De uitlevering. Natuurlijk is de vraag interessant hoe het kan dat de dode John Meyer Frey jaren later een man op een veerboot naar Stockholm weet te molesteren. Maar de twee auteurs gaan ook in op grotere kwesties als de doodstraf, het uitleveringsbeleid van beschaafde naties, persoonlijke wraak en genoegdoening. Centraal staat de vraag: mag een overheid zijn burgers van het leven beroven? Of: zoals het zoontje van John Meyer Frey opmerkt: is de overheid die mensen doodt omdat zij iemand anders hebben gedood, eigenlijk ook niet een moordenaar? Is er wel sprake van gerechtigheid of gaat het alleen maar om wraak?

Het is een onderwerp dat zowel Roslund als Hellström na aan het hart ligt. Journalist Roslund (1961) maakte een bekroonde documentaire over de terugkeer van ex-gevangenen in de Zweedse samenleving. Hellström (1957), die zelf een crimineel verleden heeft, werkte als hulpverlener met criminele en misbruikte jongeren en verslaafden. Hij is ook een van de oprichters van een non-profitorganisatie die ex-delinquenten helpt in de maatschappij te re-integreren.

Zodra men in de Verenigde Staten lucht krijgt van het feit dat een ter dood veroordeelde Amerikaan in Zweden is gearresteerd, treden onvermoede krachten in werking. Achter de schermen wordt zware druk uitgeoefend op Zweden om John Meyer Frey uit te leveren, zodat hij alsnog een dodelijke injectie kan krijgen. Maar is het kleine Zweden, dat op het standpunt staat niet uit te leveren als verdachten de doodstraf wacht, wel tegen de druk van de grootmacht bestand?

Roslund en Hellström, die eerder Vaderwraak en het alom geprezen Kluis 21 schreven, verbloemen niets in De uitlevering. Ze beschrijven hoe een terechtstelling wordt uitgevoerd. Dat het licht in de gevangenis uitgaat als een lichaam wordt geteisterd met stroomstoten van tussen de zeshonderd en negentienhonderd volt. Dat bij de tweede stroomstoot de oogbollen barsten en bloed en urine uit het lichaam weglopen. Ze maken de doodsangst van een ter dood veroordeelde die de uren voelt wegtikken, griezelig invoelbaar.

Natuurlijk is De uitlevering een aanklacht tegen de doodstraf. Maar Roslund en Hellström gaan gemeenplaatsen zorgvuldig uit de weg. Ze tonen met veel empathie de menselijke wanhoop, maar ronduit cynisch zijn ze als ze beschrijven hoe autoriteiten proberen van ‘een probleem’ af te komen. Dat de twee aan het eind een fantastische en acceptabele twist aan het verhaal weten te geven, tekent hun vakmanschap. De uitlevering is een beklemmende, indrukwekkende en intelligente thriller, die lang blijft nagalmen.

Anders Roslund & Börge Hellström – De uitlevering. Vertaling: Corry van Bree. Uitgeverij De Geus, 413 pag.

18 februari 2008

Schrijver op straat (nieuws, 2008)

IAN RANKIN LAAT OVER ZICH LOPEN

Misdaadauteur Ian Rankin krijgt zijn eigen stoeptegel in de Schotse hoofdstad Edinburgh. De steen, afkomstig uit het Schotse graafschap Caithness, is gegraveerd met Rankins handafdrukken ter ere van de Edinburgh Award die hem vorig jaar is toegekend. De steen zal worden onthuld op de binnenplaats van het stadhuis.

Rankin, auteur van de beroemde Rebus-reeks, liet weten dat hij verguld was met het gebaar van het stadsbestuur. ,,Het is terecht dat de raadsleden voor de verandering nu eens over mij heen mogen lopen.''

,,Het is opwindend'', vervolgde hij, ,,om de eerste winnaar van de Edinburgh Award te zijn en om mijn handafdrukken vereeuwigd te zien bij het stadhuis.''

Burgemeester George Grubb van Edinburgh zei dat de prijs moet worden gezien als een eerbetoon aan een van de beroemdste en meest geliefde auteurs van Edinburgh. Met de prijs wil de stad de persoon eren die een opmerkelijke prestatie heeft geleverd ten behoeve van de Schotse hoofdstad.

Genomineerden voor de prijs moeten aan een aantal criteria voldoen: ze moeten zijn geboren in Edinburgh of er in ieder geval de afgelopen twaalf maanden hebben gewoond. Hun werk, of dat in de wetenschap, de kunsten, techniek, onderwijs, ondernemerschap of liefdadigheid ligt, moet een positieve uitstraling hebben op de stad.

Ian Rankin werd in 1960 geboren in de Schotse plaats Fife. Sinds jaren woont hij met zijn gezin in Edinburgh. Rankin ontving in 2002 de Order of the British Empire. Hij heeft zo'n twintig misdaadromans op zijn naam staan met inspecteur John Rebus in de hoofdrol.

(Bron: BBC)

Gestommel (nieuws, 2008)

SCHRIJVER BESTOLEN VAN VERHAAL

Schrijver Joost Heyink is ten einde raad. Hij was bezig aan zijn elfde boek, wederom een jeugdroman, maar is zijn verhaal grotendeels kwijt. Heyink had de opzet voor het verhaal op een USB-stick staan, maar die is samen met zijn laptop, gestolen.

Vorige week donderdag hoorde Heyink gestommel beneden in zijn woning in Zuidwolde. Niet veel later hoorde hij een scooter wegrijden en ontdekte hij dat de inbreker zijn spullen uit zijn werkkamer had ontvreemd. Heyink heeft het boek, een verhaal over een jongen en een meisje die weglopen van huis, voor een groot deel wel in zijn hoofd. Op de USB-stick stond echter ook veel materiaal dat nu verloren lijkt.

Van Joost Heyink verschijnt deze zomer zijn eerste boek voor volwassenen. Deze psychologische thriller heet 'Proefverlof', gaat over een tbs'er en wordt uitgebracht door Anthos.

(Bron: RTV Noord)

16 februari 2008

Ildefonso Falcones - De Kathedraal van de Zee (2007)

Naar beproefd middeleeuws recept




(Door Marjolijn de Cocq)

Men neme lang vervlogen tijden, een decor met hoge toeristische waarde, een plot met Grote Geheimen, een sympathieke debutant en een gisse uitgever met oog voor ruwe diamanten. Eventueel nog een toefje religie en voilà: daar is weer zo'n fijne cultureel verantwoorde historische 'pageturner'. Zo'n boek dat in één rijtje kan worden opgesomd met Dan Browns De Da Vinci Code, Het Laatste Avondmaal van Javier Sierra en die andere Spaanse megaseller, De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafón.

De Catalaanse advocaat Ildefonso Falcones is met zijn eerste boek, De Kathedraal van de Zee in ieder geval meteen toegetreden tot het gilde van Spaanse bestsellerauteurs. 'Thracul' wordt het genre in Spanje inmiddels genoemd: thriller-historico-religioso-aventurero-cultural. Al valt dat thrillerachtige bij De Kathedraal nog wel mee. Het mysterie in het boek dat de hoofdpersoon zelf pas tegen het eind zal doorgronden, is vanaf het eerste hoofdstuk voor de lezer zo klaar als een klontje. Maar de aspecten h, r, a en cul zijn ruimschoots aanwezig.

Voor h, de historische setting, heeft Falcones het Catalonië van begin veertiende eeuw gekozen, vol lijfeigenen, feodale leenheren en rijke kooplieden. De r van religie staat voor de Inquisitie en jodenhaat. De a van avontuur is de wordingsgeschiedenis van hoofdpersoon Arnau, in lijfeigenschap geboren maar tot grote hoogten gestegen, van horige tot edelman. En cul is dat voor het internationaal toerisme zo gunstige aspect: de bouw in Barcelona van de kathedraal des volks, de Santa Maria del Mar, die dankzij Falcones' boek nu al één van de topattracties van de stad is, zoals het Parijse Pantheon sinds De Da Vinci Code.

Kortom, alles zit erin. En van dat alles soms een beetje te veel. Falcones zou het oorspronkelijke manuscript, waaraan hij had gewerkt op de 'schrijfschool', de Escola d'Escriptura de l'Ateneu Barcelonás, naar zes uitgeverijen hebben gestuurd voor hij een agent vond die er heil in zag, mits fors ingekort en grondig herschreven. Ondanks die ingrepen is dosering nog steeds niet het sterkste punt van De Kathedraal, bij tijd en wijle vervalt Falcones in historische uitleggerij die de vaart er flink uit haalt. Sprankelend of anderszins opmerkelijk is zijn schrijfstijl niet te noemen, adequaat maar braafjes stapt hij door Arnaus levensverhaal heen.

Wat maakt De Kathedraal van de Zee dan toch zo'n lekker boek, dat sinds de verschijning in 2006 door meer dan een miljoen Spanjaarden is gelezen en waarvan de vertaalrechten aan zeventien landen zijn verkocht? En dat ook hier in Nederland - de vertaling verscheen in mei 2007 - aan een gestage opmars bezig is. Er zijn hier inmiddels zo'n twintigduizend exemplaren verkocht, meldt uitgeverij Luitingh-Sijthoff. Het zal toch de a zijn van avontuur, de a van Arnau. Het eerste hoofdstuk hakt er onmiddellijk in als Arnau op beestachtige wijze wordt verwekt _ zijn geboorte is het gevolg van het in veertiende-eeuws Catalonië geldend recht (lees: onrecht) dat leenheren de jonge bruiden van hun pachters mochten 'inwijden'.

En het gaat van kwaad tot erger: hoe die arme baby voor dood wordt achtergelaten, zijn moeder tot hoer gemaakt. Hoe zijn vader wordt vermoord, hoe hij wordt beschimpt en bespot, hoe hij honger, oorlog, pest en foute liefde overleeft, hoe hij verraadt en wordt verraden. En telkens maar weer opkrabbelen, en een goed mens blijven of trachten te zijn. Hoeveel leed kan een mens verdragen? Met alles wat Falcones' sjofele stenensjouwertje Arnau doorstaat en groot(s) maakt - en het lot van Arnaus verkrachte moeder als klein maar verpletterend zijlijntje - is Falcones 'lekker', vooral huiveringwekkend lekker.

Ildefonso Falcones - De Kathedraal van de Zee. Vertaling: Marleen Eijgenraam. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 656 pag.

Deze bespreking werd eerder gepubliceerd in juli 2007

15 februari 2008

John Grisham - De aanklacht (2008)

Alles klopt dit keer weer bij John Grisham




(Door Arno Ruitenbeek)

John Grisham heeft de kunst van het schrijven van goede juridische thrillers toch niet verleerd. De aanklacht is een ware verademing na het gekwakkel dat hem (films en filmrechten) ongetwijfeld veel geld in het laatje bracht, maar de ware liefhebber deed grijpen naar doorwrocht werk van David Ellis en Steve Martini.

In het troosteloze stadje Bowmore ligt het sterftecijfer door kanker vele keren hoger dan in de rest van de VS. Het drinkwater is jarenlang vergiftigd door illegale lozingen van chemisch afval van de inmiddels naar Mexico gevluchte onderneming Krane Chemical.

Op verzoek van Jeanette Baker, die haar man en haar zoontje kort achter elkaar verloor door de Krane-erfenis, gaan de uit Bowmore afkomstige advocate Mary Grace en haar privé- en zakelijke partner Wes Payton de strijd aan met de firma. Of liever gezegd met het leger peperdure advocaten uit de grote stad, dat de grootaandeelhouder van Krane, Carl Trudeau, heeft ingehuurd.

David wint natuurlijk de strijd tegen Goliath, althans in eerste aanleg. Payton en Grace zijn bijna failliet door de slepende rechtbankprocedure, maar smaken kortstondig het zoet van de overwinning. Betaling van de opgelegde schadevergoeding van tientallen miljoenen dollars zou miljardair Trudeau geen enkele pijn in de portemonnee kosten. Maar de uiterst geslepen Trudeau houdt niet van verliezen en zeker niet van een stelletje boeren en linkse rakkers.

Om zeker te zijn dat hij het hoger beroep wint, schakelt hij een mannetjesmakers- en lobbyistenbureau in, dat de naïeve jonge advocaat Ron Fisk moet parachuteren in het hooggerechtshof dat de appelzaak moet behandelen. Tegenstanders van het Grote Geld moeten worden weggevaagd, wat het ook kost.

Karakters, dialogen, vaart, sfeerbeschrijving, ontknoping: alles klopt dit keer (weer) bij Grisham. Waarbij aangetekend dient te worden dat hij onmiskenbaar leunt op het door velen helaas vergeten non-fictie boek uit 1995 van Jonathan Harr, Een civiele procedure. Daarin beschrijft Harr de ellende die ontstaat als nabestaanden van slachtoffers van vergiftiging als gevolg van lozingen de verantwoordelijke firma willen aanpakken. Bij Harr, in de realiteit, loopt de zaak echter heel anders af dan bij Grisham. Laat u verrassen.

John Grisham - De aanklacht. Vertaling: Hugo Kuipers. Uitgeverij A.W. Bruna. 335 pag.

14 februari 2008

Hoogst merkwaardig (nieuws, 2008)

NIEUWE HAVANK KOMT VAN ROSS

Thrillerauteur Tomas Ross voegt een nieuw deel aan de roemrijke Havank-serie toe. Ter gelegenheid van het 140-jarig bestaan van uitgeverij A.W. Bruna verschijnt komend najaar een door Ross geschreven 'Havank'.

Het is boek nummer 55 in de reeks misdaadromans, die in 1935 werd gestart door Hendrikus Frederikus (Hans) van der Kallen (1904-1964), beter bekend onder zijn pseudoniem Havank. De door Bruna uitgegeven boeken van Havank hebben meestal Charles C.M. Carlier alias De Schaduw als hoofdpersoon. Naar de romanfiguur werd in 1997 een prijs voor thrillerdebutanten vernoemd, de Schaduwprijs. Havank schreef dertig boeken.

In december 1964, een half jaar na Van der Kallens dood, werd nummer 31, 'Menuet te Middernacht', uitgebracht waarvan het manuscript was voltooid door journalist Pieter Terpstra aan wie Havank het verhaal had verteld.

Terpstra voltooide daarna nog twee in Havanks nalatenschap gevonden incomplete manuscripten: 'De Erven Mateor' en 'Mysterie op Mallorca', die in respectievelijk 1965 en 1966 verschenen. Hierna vervolgde hij de reeks onder de naam Havank+Terpstra met nog 21 andere romans waarvan de laatste in 1985 uitkwam.

Havank was zeer belezen in de Nederlandse, Engelse, Franse en Duitse literatuur, waarvan de invloeden door zijn hele werk heen zichtbaar blijven. Maar hij citeerde in zijn boeken regelmatig uit de Bijbel.

Tomas Ross heeft de eerste zin al op papier, laat hij desgevraagd weten. Hij speelt voor de opening leentjebuur bij een gevleugelde Havank-uitdrukking, want de eerste zin luidt: 'Merkwaardig', zei de Schaduw, 'hoogst merkwaardig.' Het enige dat hij nog over het boek wil loslaten is dat het voor een deel op Sint-Maarten zal spelen. ,,Bovendien wil ik daarin dolgraag de raadselachtige dood van Bram Zeegers, de ex-advocaat en getuige tegen Holleeder, oplossen.'' Volgens Ross is het ook de bedoeling om met Bruna te onderzoeken of er een nieuwe reeks Havank-boeken kan komen. Ross: ,,Anders dan Havank het destijds aanpakte, want dat kan natuurlijk nu niet meer.''

13 februari 2008

Damage control (nieuws, 2008)

FOUTJE IN NIEUWE VAN DER VLUGT

De nieuwe thriller van Simone van der Vlugt, 'Blauw water' verschijnt komende maandag in de niet geringe oplage van 100.000 exemplaren. De auteur heeft dinsdag 12 februari op website Ezzulia.nl onthuld dat de flaptekst een fout bevat.

Van der Vlugts vorige boek 'Het laatste offer', dat vorig jaar rond deze tijd verscheen, kwam nog uit in een oplage van 50.000 exemplaren. ,,In de wetenschap wat er in maart, april en mei van dat boek is verkocht, durfden we het nu wel aan om in één keer 100.000 exemplaren te drukken'', zegt Marc Zwartjes, commercieel manager bij Ambo|Anthos, in Boekblad. Van 'Het laatste offer' zijn nu 150.000 exemplaren verkocht. In totaal zijn er van Van der Vlugts drie gepubliceerde thrillers een half miljoen exemplaren verkocht.

'Blauw water' gaat over een ontsnapte tbs'er die een alleenstaande moeder en haar kind gijzelt. Het boek is wederom een psychologische thriller, maar bevat meer actie en actualiteit dan haar vorige boeken. Toen het boek al gedrukt was, ontdekte Van der Vlugt een foutje: het dochtertje in het verhaal zou volgens de flaptekst zes jaar oud zijn, terwijl ze in het boek vijf is. Van der Vlugt heeft de leeftijd op een gegeven moment tijdens het schrijven veranderd, maar die wijziging is niet meegenomen op de achterkant van het boek.

Op de site Ezzulia.nl schrijft Van der Vlugt in een column over de ontdekking van de fout: 'Paniek bij de uitgeverij! (...) Het boek is al gedrukt, de omslag ook. De hele eerste druk van 100.000 exemplaren door de papiervernietiger halen? Ik wil geen boek met een fout erop, ook geen kleintje. Dan gaan al die lezers me mailen om me op die fout te wijzen en krijg ik dat tijdens lezingen tot in het oneindige te horen.' Maar Van der Vlugt kon het niet over haar hart verkrijgen zo veel bomen nodeloos te laten neerhalen.

,,Het is natuurlijk erg vervelend dat zoiets gebeurt'', aldus Marijn de Jong, pr-medewerker van Ambo|Anthos, in Boekblad. ,,Maar de omslagen waren al gedrukt en in goed overleg met Simone hebben we besloten niet al die boeken terug te halen. Dat is zonde.''

(Bron: Boekblad)

12 februari 2008

Vakkundige manipulatie (achtergrond, 2008)

JOHN GRISHAM: FAN VAN HILLARY

Het zijn feiten die John Grisham zo kan opdreunen: hij kreeg vijftien afwijzingen voordat een uitgever het risico wilde nemen met zijn eerste boek 'A Time to Kill'. En alleen al vorig jaar verdiende hij 5,7 miljoen euro aan zijn boeken. Hij weet ook dat hij geen James Joyce is. En ook geen William Faulkner. Hij is een entertainer.

,,Ik kan niet precies de grens tussen literatuur en populaire fictie aangeven’’, zegt hij in een interview met AP. ,,Maar ik verzeker je dat ik mezelf niet serieus genoeg neem als ik zou denken dat ik literatuur schrijf en werken publiceer die men zich over vijftig jaar nog zal herinneren. Over vijftig jaar ben ik er niet meer. Het interesseert me weinig of men zich mij dan zal herinneren of niet. Het is puur entertainment.'' Grisham hoopt dat wat hij schrijft 'populaire fictie is van hoge kwaliteit'. Als men dat onderschrijft, is hij gelukkig.

Soms verpakt hij serieuze zaken in zijn boeken. Zo schreef hij over de doodstraf in 'The Chamber', over de handel en wandel van verzekeringsmaatschappijen in 'The Rainmaker' en over de problemen van daklozen in 'The Street Lawyer'. In zijn nieuwe boek gaat het meer om een politieke intrige dan om een legal thriller.

'The Appeal' ('De aanklacht', zijn 21ste boek) vertelt het verhaal van een groot chemisch concern dat al jaren chemisch afval dumpt in de bossen rond een dorpje. Het bedrijf verliest een proces en moet miljoenen aan schadevergoeding betalen aan de nabestaanden van hen die stierven aan kanker. Maar het bedrijf gaat in beroep bij het gerechtshof en probeert verkiezingen voor de leden van dat hof te manipuleren met als doel geen cent schadevergoeding te hoeven betalen.

,,De tijd was rijp om dit boek te schrijven’’, zegt Grisham, verwijzend naar de almaar spannender wordende race om het Amerikaanse presidentschap. De auteur, die op 8 februari 53 jaar is geworden, is een grote fan van Hillary Clinton.

Volgens Grisham zijn de Republikeinen de Democraten de afgelopen jaren te slim af geweest. ,,Wat de Republikeinen hebben gedaan in de laatste verkiezingen was gewoon briljant. Zij hebben veel mensen ervan overtuigd op een Republikeinse kandidaat te stemmen, terwijl dat in het nadeel van hun eigen portemonnee heeft gewerkt. De Republikeinen hebben een aantal maatschappelijke kwesties zoals abortus, rechten voor homo’s en wapenbezit naar hun hand gezet. Ze hebben mensen daarover zo veel angst aangejaagd, dat ze op een Republikeinse kandidaat gingen stemmen. Het was vakkundige manipulatie.’’

Zijn nieuwste boek heeft inmiddels de hoogste regionen van de bestsellerlijsten bereikt. Tot dusver heeft Grisham van zijn boeken wereldwijd in totaal 235 miljoen exemplaren verkocht. Sommige thrillers zijn verfilmd en werden succesvolle Hollywoodproducties met sterren als Denzel Washington, Julia Roberts, Samuel L. Jackson, Tom Cruise en Matt Damon.

Recensies van 'The Appeal' zijn tot dusver over het algemeen redelijk positief, hoewel sommige critici het beperkt houden tot ‘Grisham kan goed verhalen vertellen, maar hij is nog geen goede schrijver’. ,,Als ik goede recensies krijg, begin ik me zorgen te maken over de verkoop’’, grapt Grisham, die eraan toevoegt dat hij zichzelf heeft aangeleerd recensies te negeren. ,,Ik heb een goede dag als ik geen recensies lees. Het is eigenlijk wel gek: je wordt gerecenseerd door andere schrijvers. Je ziet niet dat popsterren elkaars albums bekritiseren, evenmin gebeurt dat bij filmregisseurs.''

Hij leest graag de boeken van andere schrijvende advocaten. ,,Ik lees alles van Scott Turow. Hij is echt, echt goed. Maar hij wordt enorm ondergewaardeerd als schrijver’’, aldus Grisham. Naast Turow, John Le Carré en John Steinbeck kunnen ook David Baldacci, Steve Martini, Pat Conroy en Stephen King zich als Grishams favoriete auteurs beschouwen. ,,Ik begin elke week wel aan twee of drie boeken, maar zelden lees ik er een helemaal uit. Ik houd van boeken kopen. Vind het ook leuk om er het huis mee vol te stouwen.''

09 februari 2008

Douceurtje (nieuws, 2008)

PATRICIA CORNWELL STEUNT CSI-SCHOOL

De Amerikaanse thrillerschrijfster Patricia Cornwell heeft één miljoen dollar geschonken voor een nieuwe opleiding waar studenten forensische onderzoekstechnieken wordt geleerd. De bestsellerauteur zegt dat ze dat heeft gedaan, omdat ze is geschrokken van wat ze in de loop der jaren heeft aangetroffen op plaatsen delict. ,,Ik zag agenten door bloedsporen lopen. Ik zag ze hun vingerafdrukken achterlaten op een raam. Ik zag bebloede kleding gestopt worden in een plastic zak, in plaats van in een papieren, waardoor het tot ontbinding overgaat.''

Met Cornwells financiële steun kan de Crime Scene Academy op het John Jay College of Criminal Justice in New York al komend najaar van start gaan. Daar kunnen studenten zich bekwamen in het bepalen van DNA, technieken in het identificeren van vingerafdrukken, ballistiek en forensische psychologie.

De 51-jarige auteur heeft ruim een dozijn thrillers op haar naam staan met in de hoofdrol patholoog-anatoom dr. Kay Scarpetta. Cornwells jongst thriller heet 'Dodenrol'. Cornwell, die geprezen wordt voor haar nauwgezette research, laakt tv-series en films die over CSI-technieken gaan. ,,Het is Star Trek vergeleken met de echte luchtmacht.''

08 februari 2008

Even afstempelen (nieuws, 2008)

JAMES PATTERSON MEEST UITGELEEND

De Amerikaanse bestsellerauteur James Patterson heeft de Britse kinderboekenschrijfster Jacqueline Wilson verslagen in de strijd om de meest uitgeleende auteur in het Verenigd Koninkrijk. De bibliotheken daar stempelden anderhalf miljoen exemplaren van zijn thrillers af in de periode tussen juli 2006 en juni 2007, zo meldt The Guardian.

Patterson is de derde meest uitgeleende auteur ooit. Wilson nam in 2004 de scepter over van haar landgenote, romanschrijfster Catherine Cookson, die sinds de eerste publicatie in 1982 de ranglijst aanvoerde.

Naast Patterson en Wilson scoorden ook kinderboekenschrijfster Daisy Meadows en romanschrijvers Josephine Cox en Nora Roberts meer dan één miljoen uitleningen.

Het meest afgestempelde boek in de Britse bibliotheken is 'At Risk' ('Het risico') van Patricia Cornwell. In de lijst van totaal aantal uitleningen komt de Amerikaanse schrijfster echter niet verder dan de 21e plaats met haar oeuvre. J.K. Rowling, die 'slechts' zeven boeken op haar naam heeft staan, staat op nummer 107, ondanks het feit dat 'Harry Potter ann the Half Blood Prince' het meest uitgeleende kinderboek is.

De top tien van meest uitgeleende auteurs:

1. James Patterson (volwassenen)
2. Jacqueline Wilson (jeugd)
3. Daisy Meadows (jeugd)
4. Josephine Cox (volwassenen)
5. Nora Roberts (volwassenen)
6. Danielle Steel (volwassenen)
7. Ian Rankin (volwassenen)
8. Mick Inkpen (jeugd)
9. Janet & Allan Ahlberg (jeugd)
10. Francesca Simon (jeugd)

(Bron: The Guardian)

Chris Rippen - Een enkel woord (2002)

Weinig spanning in seniorencentrum




(Door Arno Ruitenbeek)

Een enkel woord van Chris Rippen is het tastbare bewijs dat het een schier onmogelijke opgave is om een spannend boek te schrijven over hoog bejaarde mensen in een (jakkes) zorginstelling. Omdat de naam van de auteur stond voor kwaliteit van eigen bodem, begon ik er aan. Ik had beter moeten luisteren naar de interne alarmbellen die afgingen door de aanduiding voorop: 'literaire thriller'.

Mooi schrijven kan hij, Chris Rippen. De 61-jarige, in Haarlem geboren neerlandicus won mede daardoor al met zijn tweede boek Playback de Gouden Strop 1992. Het verhaal, over de moord op een tv-producent die destijds heel veel op de rijzende ster Joop van den Ende leek, was boeiend en dat gold in gelijke mate voor Met de grond gelijk (1993) waarin de brandend actuele milieucriminaliteit de boventoon voerde.

Met Baltische connectie (1999) zette taaldocent Rippen, inmiddels een van de voormannen van het Genootschap Nederlandstalige Misdaadauteurs (GNM), de lijn door. Even herkenbaar als de vorige, want spelend in een periode dat een écht baggerbedrijf ontstaan uit de resten van een voormalige Oost-Duitse staatskolos de zandopspuiting van de Nederlandse stranden mocht doen (in plaats van de grote, vaderlandse firma's).

Een enkel woord is, als we dat literaire even vergeten, een poging om net als René Appel een psychologische thriller te schrijven. Appel is echter de enige Nederlandse auteur die in de kleine ruimte (of dat nu de verwikkelingen in en rond een rijschool, een kraakpand of een domineesgezin zijn) kan spelen, zonder dat de spanning zienderogen afneemt.

Rippens sprookje dat onafwendbaar een nachtmerrie wordt, blijft steken in de beste bedoelingen. Eline Marchand gaat op 78-jarige leeftijd naar seniorencentrum De Groene Vallei. Ze maakt nieuwe vrienden, vermaakt zich opperbest en wordt zelfs een beetje verliefd. De idylle brokkelt snel af. Ze ontvangt boosaardige e-mail, haar 'vriend' sterft en zelf maakt ze een smak.

Nou en?

Dat, dus.

Chris Rippen - Een enkel woord; uitgever De Geus, 18,90 euro.

Deze recensie werd eerder gepubliceerd in oktober 2002

07 februari 2008

Davide Longo - De steeneter (2008)

Prachtboek uit het boekje




(Door Theo Hakkert)

Naast regisseur is Davide Longo (1971) docent creatief schrijven aan de schrijversacademie van zijn illustere Italiaanse collega Alessandro Barrico (Zijde, Dit verhaal). Het vooroordeel dat aan deze scholen kleefde, dat schrijven volgens de regels van een cursusleider funest is voor de verbeelding en tot dode boeken zou leiden, is inmiddels genuanceerd. Maar lezend in Longo's 'eigen' roman De steeneter blijft lang de gedachte overeind dat deze geheel naar het cursusboekje is. Maar dan wel een prachtboek uit het boekje.

De steeneter is aangrijpend, beeldend en spannend. Spanning die Longo erin houdt door de lezer, volgens aloude regels, spaarzaam te voeden met nieuwe details over wat op de achtergrond speelt bij een raadselachtig drama in een Italiaans berggehucht op de grens met Frankrijk.

Ene Cesare vindt een lijk in een bergbeek. Iedereen weet meer, maar niemand zegt iets, en Longo zal de laatste zijn om de lezer eerder wijs te maken dan hij nodig acht. De schrijver is al net zo zwijgzaam als het dorp.

Als een marionettenspeler heeft Longo zijn personages aan een touwtje. De afwisseling in de beschrijving van decor, karakters en gebeurtenissen is perfect. En voor wie smult van rake observaties heeft hij zo nu en dan een lekker hapje in de vorm van een nonchalante zin als: Hij had het gezicht van zo'n klein hondje dat zich niet graag laat aaien.

Mooi ook hoe hij in de beschrijving van de commissaris die het onderzoek leidt, pas na enige tijd, en uiteraard en passant, onthult dat deze agent een vrouw is. Alleen niet geschikt voor wie niet kan tegen dierenleed.

Davide Longo - De steeneter. Uitgeverij De Geus, 159 pag.

Bron: De Twentsche Courant Tubantia

Ken Follett (interview, 2008)



'Beter een rijke schrijver dan een geweldige schrijver'




Of hij nu negentig of vijfennegentig miljoen boeken heeft verkocht, daar wil hij af wezen. En wat zou je je ook druk maken als je toch al miljoenen op de bank hebt, je oude werk wordt gekoesterd in een universiteitsbibliotheek in de Verenigde Staten, je nieuwste boek wederom als een tierelier verkoopt en er zelfs een standbeeld voor je is opgericht? De Brit Ken Follett, schrijver van zowel thrillers als historische romans, leunt echter niet achterover na bewezen kassuccessen. 'Schrijven is écht veel leuker dan golfen.'

(Door Monique Brandt)

LONDEN - Zijn kinderen bestookten hem de laatste weken met pesterige vragen. 'Zul je er in je nakie komen te staan?' Of: 'Zetten ze je op een paard, pap?' Gelukkig is zijn standbeeld, op het plein voor de kathedraal in het Spaanse Vitoria, inmiddels onthuld, en is het afgelopen met de plagerijen. Hij staat er, op dat plein, overigens tot in de puntjes geklééd bij. 'En het lijkt nog heel aardig ook', zegt auteur Ken Follett (1949), die dankzij zijn populariteit in Spanje een van de weinige literatoren is die al bij leven in brons is gegoten.

De Brit heeft in levende lijve trouwens meer weg van een gepensioneerde James Bond dan van een schrijver: strak in het pak, gecoiffeerde zilvergrijze haardos, zwierige tred. Sinds jaren woont hij in het hart van de hippe Londense wijk Soho, waar hij en zijn vrouw Barbara, parlementslid voor Labour, een riant achttiende-eeuws pand bezitten. Daarnaast is er ook nog het plattelandshuis ten noorden van Londen en het 'zomerhuis' op het tropische eiland Antigua.

De overeenkomst met James Bond is niet helemaal toevallig. Het personage dat ooit werd verzonnen door Ian Fleming was namelijk het grote voorbeeld voor Follett, wiens doorbraak kwam met de spionagethriller Door het oog van de naald in 1978. De na zeventien boeken inmiddels steenrijke auteur is naar eigen zeggen trouwens net zo'n levensgenieter als Flemings spion. Tegelijkertijd haalde hij in de begintijd voor voormalig Labour-premier Tony Blair miljoenen ponden binnen als fondsenwerver. De twee zijn inmiddels alweer jaren gebrouilleerd, nadat Follett in het openbaar de grote invloed van de spindoctors van Blair bekritiseerde.

'Ik spreek hem nooit meer, hij is compleet van de radar verdwenen. Oud-premiers belanden doorgaans weer in de bankjes als parlementslid, hij is de eerste die dat niet doet. Ik denk dat hij te trots is om als normaal sterfelijk wezen af te dalen tussen 'gewone' politici. Hij geeft dinerspeeches in Amerika en verdient daar zakken vol geld mee.'

Follett wordt op zijn beurt in Engeland net zo goed bestempeld als 'champagnesocialist'. Het is een term die hij zegt te beschouwen als geuzennaam: 'Al toen ik geen rooie cent bezat en net begon te schrijven, kocht ik elke keer als ik een boek aan een uitgever had weten te slijten, een fles champagne. En dat doe ik nog steeds.'


Pest

Van de inkomsten van Brug naar de hemel zal er binnenkort ook best een kistje Louis Roederer Christal af kunnen. Het boek is de langverwachte opvolger van het bijna twintig jaar geleden verschenen Pilaren van de aarde, een kaskraker die in Duitsland nog steeds tot de best verkochte boeken ooit behoort, na de Bijbel en In de ban van de ring. Het speelt zich af in het Engeland van de twaalfde eeuw, de tijd van burgeroorlogen, hongersnoden, godsdiensttwisten en een voortdurende strijd om de troon. Meesterbouwer Tom Builder en prior Philip van het klooster in Kingsbridge delen beiden één droom: de bouw van een kathedraal van eeuwige schoonheid. Maar vanwege gekonkel, onheil en complotten laat de bouw zo'n duizend pagina's op zich wachten.

In het eveneens vuistdikke Brug naar de hemel, dat zich tweehonderd jaar later op dezelfde plek afspeelt, ontmoeten we de nazaten van de hoofdpersonen uit boek één in een vergelijkbaar verhaal. Vier kinderen beleven een avontuur dat hun leven blijvend zal beïnvloeden. Ook nu staat een getalenteerde bouwer centraal.

'Er werd me steeds gevraagd naar een opvolger, maar ik wist niet of het me zou lukken dezelfde kwaliteit te halen', zegt Follett op de vraag waarom de 'opvolgingskwestie' zo lang heeft geduurd. 'Ik wilde de lezers niet teleurstellen, en ik wist niet goed wat het drama-element zou moeten worden. Uiteindelijk koos ik voor de pest, één van de grootste rampen uit de geschiedenis. De pest doodde in die tijd een derde van de bevolking in Europa en het Midden-Oosten. Bovendien veranderde het ingrijpend de manier van denken. Mensen verloren hun vertrouwen in de kerk en de medische kennis van de monniken, omdat ze er niets aan hadden. Op dat punt ontspringt in feite de kiem voor de moderne geneeskunde en de wetenschappelijke aanpak van ziektebestrijding.'


Seks

In het boek ontsnapt het jonge meisje Caris aan een hekserijproces door in het klooster te treden. Daar probeert ze zieken te helpen met een nieuwe aanpak, die veel traditionalisten tegen het hoofd stoot en haar leven zelfs opnieuw in gevaar brengt. Ze staat symbool voor een nieuwe lichting artsen, die methoden als aderlaten overboord gooien. Intussen spelen grote historische thema's als oorlogen, de verhoudingen tussen de verschillende klassen en die tussen kerk en kroon een bepalende rol in het leven van de personages. Follett: 'Een roman draait om conflicten tussen individuen. Zo'n conflict moet wel relevantie hebben, anders kun je net zo goed een soap schrijven. Ik pluk mijn conflicten daarom uit onze geschiedenis. Honger, geld, macht, seks, koningsdrama's: dát zijn pas dingen waarom je een ander zou kunnen haten!'

Ruim een jaar besteedden Follett en door hem ingehuurde historici aan research, bijvoorbeeld naar hekserijprocessen of het gebruik van medicinale planten. 'Op basis van eigen onderzoek schrijf ik dus een eerste versie, die ik meteen laat lezen aan 'mijn' historici. Als er fouten in staan, dragen zij alternatieven aan.'

Geschiedenis, daar lag altijd al Folletts interesse. In het begin van zijn loopbaan, als verslaggever van een Londense krant, schreef de als filosoof afgestudeerde Follett wekelijks een column over de historie van de rivier de Theems. In zijn vrije tijd deed hij verwoede pogingen een boek te schrijven. Op de dag dat hij tweehonderd pond nodig had om zijn auto te repareren, ontving hij het exacte bedrag als voorschot voor een spionagethriller, stevig geïnspireerd op zijn idool 007. Zijn doel: het schrijven van bestsellers. Follett doet niet moeilijk over die uiterst commerciële aanpak. 'Liever een rijke schrijver dan een geweldige schrijver', is zijn motto altijd geweest.


The Century

Omdat, in Folletts woorden, 'schrijven écht veel leuker is dan golfen', is zijn volgende schrijfklus minstens even ambitieus. De komende zeven jaar heeft hij gereserveerd voor het werken aan een trilogie onder de titel The Century, een project dat doet denken aan In Europa, het tv-project van Roel van Broekhoven en schrijver Geert Mak, die Follett overigens zegt te bewonderen. 'The Century vertelt het verhaal van de twintigste eeuw, eindigend met de val van de Berlijnse Muur in 1989, doorleefd door een Britse, een Duitse en een Russisch-Amerikaanse familie. Ik wil mijn lezers laten zien hoe alle internationale ontwikkelingen in elkaar grijpen. Ik wil de verbanden laten zien. Hoe kon het dat de nazi's juist in Duitsland aan de macht kwamen? Waarom wonnen de geallieerden? Waarom was er een Koude Oorlog?'

Bovendien zijn er plannen om Pilaren van de aarde te verfilmen tot miniserie. 'Ik bemoei me er niet mee. Als je met Hollywood werkt, weet je maar nooit wat er van komt', spreekt hij uit ervaring, na een speelfilm en vier miniseries. 'Af en toe is het resultaat om te huilen, dat heb je als auteur te accepteren. De verfilming van Lie down with Lions (Sporen van de dood, red.) was bijvoorbeeld verschrikkelijk. Timothy Dalton was de ster. Ik ontmoette hem op een feestje na de première en ik ontliep hem een beetje, want wat moest ik tegen hem zeggen? Tot hij op een gegeven moment naar mij toe stapte. Hij vroeg: U bent toch Ken Follett? Was die serie niet verschrikkelijk belabberd?'

Ken Follet - Pilaren van de aarde. Uitgeverij Unieboek, 1104 pag.
Ken Follet - Brug naar de hemel. Uitgeverij Unieboek, 1103 pag.

06 februari 2008

Naar een hoger level (nieuws, 2008)

SPELEN MET JAMES PATTERSON

De Amerikaanse bestsellerauteur James Patterson betreedt de spelletjesmarkt. Zijn verhalen worden getransformeerd tot computergames. Het eerste spel is gebaseerd op Pattersons succesvolle reeks 'Women's Murder Club' en komt in 2009 op de markt.

De games zijn voornamelijk bedoeld voor vrouwen in het algemeen, maar ook voor mannen en vrouwen van middelbare leeftijd - ook wel de 'casual games markt' genoemd - die niet zo gauw naar een Xbox of Playstation zullen grijpen. De spelletjes worden geschikt gemaakt voor PC's, online spelen, via mobieltjes en mogelijk ook via Nintendo's Wii. ,,De 'casual games markt' is waar ik me op richt met 70 procent vrouwelijke lezers'', zegt Patterson tegen het blad Variety.

De 'Women's Murder Club'-game is de eerste van een serie waar Pattersons naam op gedrukt staat. Sommige games zijn gebaseerd op reeds verschenen boeken en andere op nog te publiceren verhalen. Pattersons meest populaire boeken zijn de thrillers rond forensisch psycholoog Alex Cross. Volgens de Hollywood Reporter worden de games ontwikkeld door de doorgewinterde ontwerper Jane Jensen op basis van informatie en reacties van Patterson.

Het is overigens niet de eerste keer dat een bestsellerauteur zijn naam verbindt aan een computergame. Tom Clancy ging Patterson voor toen hij in 1996 het bedrijf Red Storm Entertainment mede oprichtte. De onderneming, overgenomen door Ubisoft, produceert nog steeds shootergames onder Clancy's naam. In ontwikkeling zijn computergames die geïnspireerd zijn door de boeken van Robert Ludlum.

(Bron: The Guardian)

05 februari 2008

Hoofdstuk 40 (nieuws, 2008)

GEEN JORAN-THRILLER VAN ELVIN

Thrillerschrijver Elvin Post piekert er niet over een thriller te schrijven over de zaak Holloway. Hij reageert daarmee op de stelling in het Algemeen Dagblad dat het verhaal van Joran van der Sloot om een thriller vraagt.

Post: ,,Als ik het wél zou doen, zou ik kijken naar de psychologische kant van de zaak. Waarom schept iemand in een auto op tegen een vriend over het laten verdwijnen van een meisje? Los van de schuldvraag: wat voor persoon ben je als je denkt met een dergelijk verhaal indruk te maken op je vrienden?''

,,Overigens zou mijn fictieve slechterik in het boek zeker gepakt worden. Ik zou het lijk in hoofdstuk 40 laten aanspoelen. En de dader... die zou ik voor heel, heel lang laten opsluiten in de gevangenis.’’

Ook werd gevraagd of Van der Sloot een pathologische leugenaar is. Corine de Ruiter, hoogleraar forensische psychologie: ,,Of de bekentenis van Joran van der Sloot waar is, is lastig te zeggen. Van deze jongen is bekend dat hij al verschillende verhalen heeft verteld. Maar ik kan hem geen pathologisch leugenaar noemen, dat is namelijk officieel geen diagnose. Pathologisch liegen is slechts een symptoom.''

,,Maar iemand die pathologisch liegt, doet dat veel, geniet ervan en vindt het spannend. Het loont vaak ook. Dat was in dit geval wel aan Joran te merken, maar ik weet natuurlijk niet of hij zich vaker zo gedraagt.''

(Bron: AD)

Een mes in de rug (nieuws, 2008)

CORNWELLS 'LIEFDE' KOMT UIT DE KAST

Zoals de meeste romances begon het met heimelijke blikken en 'vonken die oversprongen'. Maar het eindigde met een amateuristische ontvoering, een poging tot moord en vileine beschrijvingen van lesbisch gefoezel.

Ruim een decennium nadat de Amerikaanse bestsellerauteur Patricia Cornwell tegen wil en dank verzeild was geraakt in een explosief avontuur van wraak, obsessie en schaars geklede FBI-agenten, heeft één van de hoofdpersonen besloten om haar verhaal te vertellen. In 'Twisted Triangle', een boek dat in april verschijnt, wordt Cornwells kortdurende flirt met FBI-instructeur Margo Bennett tegen het licht gehouden. Bennett, geholpen door een ghostwriter, vertelt daarin haar versie van de romance, waarvan de houdbaarheidsdatum volgens Cornwell snel verstreken was. ,,Het waren niet eens twee stappen op een kleedje voor de haard'', vertelde ze in 1997 in Vanity Fair. ,,Het was kortstondig op elke wijze die je je maar kunt voorstellen.''

In de zomer van 1991 meldde Cornwell - intimi noemen haar Patsy - zich bij het opleidingscentrum van de FBI in Quantico, Virginia. Cornwell was toen al een succesvol schrijfster, alom geprezen voor haar thrillers over patholoog-anatoom Dr Kay Scarpetta.

Margo Bennett en haar man Gene waren FBI-agenten. Hun huwelijk stond echter onder druk. Margo had ontdekt dat Gene verscheidene illegale zaakjes had lopen. Daarnaast was hij geobsedeerd door pornografie en oefende uit voortdurend druk uit op Margo om 'eens een triootje te doen'.

Cornwell werd een regelmatige bezoeker van Quantico waar ze lessen volgde ten behoeve van research voor haar boeken. Op een dag in 1992 was ze alleen in een kamer met Margo Bennett. ,,Het was niet alleen maar vrouwenpraat'', schrijft ghostwriter Caitlin Rother in 'Twisted Triangle'. ,,Ze zaten in stoelen naast elkaar, terwijl Patsy voortdurend met de punt van haar schoen Margo's been aanraakte. Het voelde gevaarlijk. Verkeerd. Opwindend.'' Van het een kwam het ander: de vrouwen begonnen elkaar te kussen. De twee belandden uiteindelijk in bed. Margo voelde zich, aldus Rother, 'kalm, compleet, bevredigd'. Patsy zei: ,,Het was wonderbaarlijk.''

Maar zo snel als de romance opbloeide, zo snel namen de twee ook weer afstand. Gene gedroeg zich onvriendelijk tegenover Cornwell, die tegen Margo zei: ,,Hij maakt me bang. Ik vertrouw hem niet.'' De twee spraken af 'gewoon vrienden te zijn', aldus Rother.

Dat is waar de affaire had kunnen eindigen, ware het niet dat het huwelijk tussen Gene en Margo strandde. Gene werd gewelddadig en dreigde zijn vrouw voor de rechter te dagen om de voogdij over hun twee kinderen te krijgen. Margo sloeg terug door FBI onderzoekers te vertellen over Gene's duistere handel en wandel. Op zijn beurt vulde Gene op de echtscheidingspapieren in dat hun huwelijk was opgeblazen door de affaire van zijn vrouw met een andere vrouw.

Het was slechts een kwestie van tijd voordat de media lucht kregen van de affaire. Ook zij ontdekten Cornwells naam in de documenten. Gene ondertussen zat een gevangenisstraf uit wegens fraude en zijn vrouw had de FBI verlaten.
Volgens de echtscheidingspapieren die in het boek worden geciteerd, beschuldigde Gene de schrijfster ervan zijn vrouw helemaal te hebben ingepalmd. Gene had Margo stiekem gevolgd naar haar afspraakjes met Cornwell en had gezien dat ze elkaar 'omhelsden en kusten'. Ook zou Gene in de wagen van zijn vrouw 'lingerie, seksattributen en pornografisch materiaal' hebben aangetroffen.

In 1997 mondde de echtscheiding uit in geweld. Gene Bennett nam de dominee van de kerk waar zijn vrouw kwam, in gijzeling in een poging om haar naar het kerkgebouw te lokken en haar daar te vermoorden. Margo arriveerde ter plekke, gehuld in een kogelvrij vest en gewapend met een revolver. Toen ze de gemaskerde ontvoerder zag en zijn stem hoorde, realiseerde ze zich dat het haar man was. Ze dook weg en opende het vuur zoals Jodie Foster dat deed als agent Clarice Starling in Silence of the Lambs. Anders dan Foster miste Margo haar doelwit. Wel raakte ze een deurpost.

Een en ander betekende een terugkeer naar de gevangenis voor Gene Bennett. Het betekende ook de coming-out van Patricia Cornwell, die het mikpunt werd van de roddelbladen met verhalen waarin de woorden lust, verleiding, schuld, verraad en boudoir regelmatig opdoken.

Rother en Bennett hebben Cornwell gevraagd om haar medewerking te verlenen aan 'Twisted Triangle', maar de schrijfster, die nooit de deur uitgaat zonder lijfwacht, heeft die verzoeken naast zich neergelegd. Eind jaren negentig sprak Cornwell - de bestverkopende vrouwelijke auteur na J.K. Rowling - zich voor het laatst uit over de affaire: ,,Ik ben zo ongelooflijk dom geweest.''

(Bron: The Sunday Times, Tony Allen-Mills)

(Zie ook interview met Patricia Cornwell uit 1999)

04 februari 2008

Klaas Bond - Veroordeel me (2008)

Schuld en boete in de polder




(Door Mieske van Eck)

Klaas Bond (Volendam, 1959) debuteerde in 2001 met de jeugdroman Gevoelige snaren. Nu ligt zijn eerste thriller voor volwassenen in de winkel, Veroordeel me. Daarin focust hij op Anne. Zij is herintreedster, niet alleen als lerares op de middelbare school, maar ook als deelneemster aan het leven. Na een lange periode van rouw om haar gestorven autistische zoon Chris probeert ze met haar gezin een nieuwe start te maken in een ander huis in een andere stad.

Al snel blijkt dat Anne helemaal niet is uitgerouwd. Zij kan haar gestorven kind niet van zich afzetten, tot ergernis van echtgenoot Steven, een succesvolle advocaat die zich steeds meer op zijn werk stort, en haar zoon Lars, die zich voor haar afsluit. In de klas loopt het allemaal ook niet op rolletjes. Vooral Abdel, een leerling van Marokkaanse afkomst, maakt haar het leven zuur. Een lichtpuntje is er ook, want er groeit iets moois tussen Anne en haar jongere collega Arend.

Dat alles draagt er toe bij dat Steven en Anne steeds verder uit elkaar groeien. Anne begint zelfs te veronderstellen dat Steven zijn oudste zoon een handje heeft geholpen bij het sterven. Zij raakt in een maalstroom van verdriet, twijfel, haat, liefde en angst. Tegen de tijd dat de lugubere waarheid tot haar doordringt, valt het onheil niet meer te keren.

Bijzonder aan Veroordeel me is dat het begint met Anne die in een kleine kamer wacht op haar verhoor door de politie. In deze zogenaamde 'ophoudkamer' overdenkt zij de gebeurtenissen, die haar daar deden belanden. Vanaf dat punt komt de schrijver tot zijn variatie op het thema schuld en boete.

Veroordeel me is typisch een boek voor de liefhebber van Hollands binnenhuisdrama, met veel psychologie van de koude grond en gevoel voor eigentijdse problematiek. Het boek zit op zich goed in elkaar, maar toont weinig vernieuwends na Saskia Noort, Simone van der Vlugt en andere beoefenaars van de polderthriller.

Klaas Bond - Veroordeel me. Uitgeverij Truth & Dare. 220 pag.

Bron: Brabants Dagblad

02 februari 2008

Caleb Carr - De Witte Engel (1998)

Moord en doodslag in historisch New York




(Door Monique Brandt)

De schrijver Caleb Carr was in één klap miljonair toen zijn thriller De Ontmaskering op de eerste plaats van de New York Times bestsellerlijst belandde. Zijn prachtige negentiende-eeuwse misdaadroman over de psycholoog Laszlo Kreizler die met zijn vrienden een seriemoordenaar weet op te sporen, is niet alleen ingenieus opgebouwd en spannend, maar geeft ook een boeiend beeld van het tijdperk waarin het vroegere New York overspoeld werd door immigranten.

Carrs tweede thriller De Witte Engel betekent een hernieuwde kennismaking met Kreizler, detective Sara Howard, de politiemannen Marcus en Lucius Isaacson, de reusachtige maar goedmoedige bediende Cyrus Montrose, journalist John Schuyler Moore en Kreizlers hulpje Stevie Haggart, die het verhaal uit de doeken doet. Dat verhaal begint met de ontvoering van een baby, een zaak die hen al spoedig op het spoor brengt van Libby Hatch, een seriemoordenares die het op baby's en jonge kinderen heeft gemunt.

Naspeuringen lijken er op te wijzen dat ze zelfs haar eigen kinderen om het leven heeft gebracht. Er is echter geen mens die het verhaal gelooft. Ook in het New York van begin twintigste eeuw was het moederschap immers al heilig; het idee dat een vrouw tot dit soort misdaden in staat is, is eenvoudigweg onverteerbaar voor gewone stervelingen. Maar hoe levensgevaarlijk hun tegenstander Libby Hatch en haar bende volgelingen is, dat beseffen zelfs Kreizler en zijn team niet voldoende. Het komt tot een felle jacht en zelfs tot een rechtszaak, maar de duivelse Hatch lijkt de dans immer te ontspringen. Hun oude vriend Theodore Roosevelt - inderdaad, dé Theodore Roosevelt - brengt echter uitkomst.

Caleb Carr schreef het boek na een lange periode van research in nog geen drie maanden. Des te verbazingwekkender is het dat De Witte Engel volumineus is uitgevallen. Daarbij wemelt het - nog meer dan in voorganger De Ontmaskering - van de kleurrijke personages en verrassende verhaallijnen. Toegegeven, het wordt daardoor wel eens wat druk en verwarrend voor de argeloze lezer die op een rustige namiddag eens lekker wil ontspannen.

Caleb Carr is een rasverteller die wel houdt van een goed zijpad. Toch kom je als lezer uiteindelijk altijd weer terecht op de hoofdweg die leidt door een opwindend universum, bevolkt door - ook toen al - cokesnuivers, gevaarlijke bendes, wonderlijke inboorlingen, kwaadaardige verleidsters en goedmoedige wetenschappers. Als de lezer de tijd neemt om zich in te leven in al die eigenaardige figuren, is een weergaloze leeservaring gegarandeerd.

Caleb Carr - De Witte Engel. Uitgeverij BZZTôH, 624 pag.

Deze recensie werd eerder gepubliceerd in maart 1998