Naar beproefd middeleeuws recept
(Door Marjolijn de Cocq)
Men neme lang vervlogen tijden, een decor met hoge toeristische waarde, een plot met Grote Geheimen, een sympathieke debutant en een gisse uitgever met oog voor ruwe diamanten. Eventueel nog een toefje religie en voilà: daar is weer zo'n fijne cultureel verantwoorde historische 'pageturner'. Zo'n boek dat in één rijtje kan worden opgesomd met Dan Browns De Da Vinci Code, Het Laatste Avondmaal van Javier Sierra en die andere Spaanse megaseller, De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafón.
De Catalaanse advocaat Ildefonso Falcones is met zijn eerste boek, De Kathedraal van de Zee in ieder geval meteen toegetreden tot het gilde van Spaanse bestsellerauteurs. 'Thracul' wordt het genre in Spanje inmiddels genoemd: thriller-historico-religioso-aventurero-cultural. Al valt dat thrillerachtige bij De Kathedraal nog wel mee. Het mysterie in het boek dat de hoofdpersoon zelf pas tegen het eind zal doorgronden, is vanaf het eerste hoofdstuk voor de lezer zo klaar als een klontje. Maar de aspecten h, r, a en cul zijn ruimschoots aanwezig.
Voor h, de historische setting, heeft Falcones het Catalonië van begin veertiende eeuw gekozen, vol lijfeigenen, feodale leenheren en rijke kooplieden. De r van religie staat voor de Inquisitie en jodenhaat. De a van avontuur is de wordingsgeschiedenis van hoofdpersoon Arnau, in lijfeigenschap geboren maar tot grote hoogten gestegen, van horige tot edelman. En cul is dat voor het internationaal toerisme zo gunstige aspect: de bouw in Barcelona van de kathedraal des volks, de Santa Maria del Mar, die dankzij Falcones' boek nu al één van de topattracties van de stad is, zoals het Parijse Pantheon sinds De Da Vinci Code.
Kortom, alles zit erin. En van dat alles soms een beetje te veel. Falcones zou het oorspronkelijke manuscript, waaraan hij had gewerkt op de 'schrijfschool', de Escola d'Escriptura de l'Ateneu Barcelonás, naar zes uitgeverijen hebben gestuurd voor hij een agent vond die er heil in zag, mits fors ingekort en grondig herschreven. Ondanks die ingrepen is dosering nog steeds niet het sterkste punt van De Kathedraal, bij tijd en wijle vervalt Falcones in historische uitleggerij die de vaart er flink uit haalt. Sprankelend of anderszins opmerkelijk is zijn schrijfstijl niet te noemen, adequaat maar braafjes stapt hij door Arnaus levensverhaal heen.
Wat maakt De Kathedraal van de Zee dan toch zo'n lekker boek, dat sinds de verschijning in 2006 door meer dan een miljoen Spanjaarden is gelezen en waarvan de vertaalrechten aan zeventien landen zijn verkocht? En dat ook hier in Nederland - de vertaling verscheen in mei 2007 - aan een gestage opmars bezig is. Er zijn hier inmiddels zo'n twintigduizend exemplaren verkocht, meldt uitgeverij Luitingh-Sijthoff. Het zal toch de a zijn van avontuur, de a van Arnau. Het eerste hoofdstuk hakt er onmiddellijk in als Arnau op beestachtige wijze wordt verwekt _ zijn geboorte is het gevolg van het in veertiende-eeuws Catalonië geldend recht (lees: onrecht) dat leenheren de jonge bruiden van hun pachters mochten 'inwijden'.
En het gaat van kwaad tot erger: hoe die arme baby voor dood wordt achtergelaten, zijn moeder tot hoer gemaakt. Hoe zijn vader wordt vermoord, hoe hij wordt beschimpt en bespot, hoe hij honger, oorlog, pest en foute liefde overleeft, hoe hij verraadt en wordt verraden. En telkens maar weer opkrabbelen, en een goed mens blijven of trachten te zijn. Hoeveel leed kan een mens verdragen? Met alles wat Falcones' sjofele stenensjouwertje Arnau doorstaat en groot(s) maakt - en het lot van Arnaus verkrachte moeder als klein maar verpletterend zijlijntje - is Falcones 'lekker', vooral huiveringwekkend lekker.
Ildefonso Falcones - De Kathedraal van de Zee. Vertaling: Marleen Eijgenraam. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 656 pag.
Deze bespreking werd eerder gepubliceerd in juli 2007
Geen opmerkingen:
Een reactie posten