12 maart 2021

Met de kennis van nu #13 (interview, 2021)

 


Tomas Ross: 'Zo'n geheimzinnig pseudoniem heeft ook zijn nadeel'



Welk literair genre je ook beoefent, je debuut blijft een bijzonder iets. Vrij van de druk van uitgevers, recensenten en lezers is ineens jouw eerste proeve van bekwaamheid daar. De Spanningsblog vroeg thrillerauteurs met een aantal boeken op hun naam een 'trip down memory lane' te maken en hun debuut met de kennis van nu eens tegen het licht te houden. Vandaag: Tomas Ross. 'De Volkskrant besteedde er maar liefst twee pagina's aan, op groot formaat.'

Wanneer heb jij voor het laatst een blik geworpen in jouw thrillerdebuut De honden van het verraad?

Tomas Ross: 'Ik herlees mijn boeken nooit tenzij het om serie-idee/trilogie gaat zoals mijn King-reeks, Voor koningin en vaderland en de Indië-trilogie, inmiddels met mijn jongste Indisch Requiem dus een quadrologie. En voor dat boek herlas ik na bijna 40 jaar mijn debuut uit 1980 want ook dat speelt zich grotendeels af in Indonesië.'

Hoe verliep destijds de reis van de eerste woorden op papier naar daadwerkelijke publicatie?
'Ik werd indertijd gevraagd om het te schrijven. Dat zat zo: eerder dat jaar kwam mijn debuut onder eigen naam bij Unieboek uit, het non-fictieboek Loch Ness, mythe of werkelijkheid, dat onverwacht succesvol werd dankzij Sonja Barend. Waarop toenmalig redacteur Robbert Ammerlaan me vroeg ‘of ik nog meer kon’. Dat wilde en kon ik, want allang geïnspireerd door De Dag van de Jakhals (van Frederick Forsyth, red.) had ik van mijn oud-hoogleraar culturele antropologie Wertheim een fascinerend verhaal gehoord over een intrige rond de staatsgreep van 1965 in Jakarta. Daarbij was niet alleen de CIA maar ook onze eigen BVD betrokken. Ik was toen directeur van een stichting voor migranten en schreef het boek in de avonduren, weekenden en vakanties, binnen 6 maanden.'

Weet je nog hoeveel je van je eersteling hebt verkocht?
'Geen idee hoeveel er van de eerste druk werden verkocht.'

Wat waren destijds de reacties van pers en publiek?

De recensies waren lovend. De toenmalige nestor van de misdaadliteratuur Ab Vissser en ook Rinus Ferdinandusse prezen het de hemel in en de Volkskrant besteedde er maar liefst twee pagina’s aan, op heet grote formaat dus nog geen tabloid. Daarin was het vooral ook de vraag was wie Tomas Ross kon zijn. Moest haast om een Zuid-Molukker gaan. Mooi compliment, maar zo’n geheimzinnig pseudoniem heeft ook zijn nadeel, want je wilt meer publiciteit dus het aanvankelijke idee het geheim te houden verviel al snel (daarom snap ik ook niet waarom we nog altijd niet mogen weten wie Suzanne Vermeer is, die heeft die geheimzinnigheid niet nodig, tenzij voor de fiscus natuurlijk).'

Met wat voor gevoel kijk je naar jouw eerste thriller? Wat vind jij de pluspunten van het boek?
'Ik vind het, zeker voor een debuut, afgezien van beginnersfouten, een goed maar vooral dierbaar boek. Het is zoals ik altijd al wilde: een mengeling van spanning en geschiedenis vertellen, een combinatie die absoluut een meerwaarde heeft voor het genre dat helaas maar al te veel om vermiste meisjes en ontspoorde huwelijken gaat.'

Zou je, met de inmiddels opgedane kennis en schrijfervaring, nu een ander debuut hebben geschreven? Zo ja, wat zou je er aan veranderen?
'Ik zou er niets aan veranderen al is het hier en daar te ongedoseerd en te wijdlopig. Je leert er dus van, maar dat is het dan ook. Het enige zou zijn wanneer er alsnog nieuwe informatie over die staatsgreep zou komen en de plot niet meer zou kloppen, maar een debuut is een debuut. En voorts heb ik vooralsnog even genoeg van Indië en werk met veel plezier aan een verhaal over de Stasi in Nederland anno de jaren zestig van de vorige eeuw dat bedoeld is voor komend najaar.'

Bijzonder is natuurlijk, zeker bij een debuut, dat ik zelf de schets voor de cover maakte. Overigens debuteerde ik later nog eens, en wel met het duo Ross/ Sjöwall, De vrouw die op Greta Garbo leek (1990), ook internationaal.'

'En over debuten gesproken, één van mijn leuke nevenactiviteiten is het scouten en begeleiden van mogelijke debutanten. Zoals bijvoorbeeld Donald Nolet wiens debuut Versleuteld zowel de Gouden Strop als de Schaduwprijs won, maar ook – zie zijn eerdere bijdrageJacob Vis met Prins Desi die dat genereus memoreerde. En zo ook Peter de Zwaan met Dietz die dat niet deed. Maar ja, De Zwaan, altijd al afgunstig en rancuneus. Het is ook niet zo dat Het Spectrum Dietz wilde, zoals hij in zijn bijdrage stelde, integendeel. Het Spectrum zag er niet veel in maar ik wel. En het heeft nadien toch een paar fraaie thrillers opgeleverd. Jammer dus dat ze niet veel verkopen, wat toch ook wel met die rancune van doen heeft. want een goeie uitgever kan veel voor je doen. Mits je natuurlijk af en toe naar hem/haar luistert in plaats van op je pikkie getrapt weg te lopen.'


Over De honden van het verraad: 

Tomas Ross is het pseudoniem van Willem Hogendoorn (1944), 
auteur en scenarist, en vooral bekend geworden door een groot aantal misdaadromans in het factiongenre, maar hij schreef ook spannende jeugd- en kinderboeken. In 2003 won Ross zijn derde Gouden Strop met De Zesde Mei, zijn verhaal over de moord op politicus Pim Fortuyn. Eerder won hij deze prijs voor de beste Nederlandstalige thriller met Bêta (1987) en met Koerier voor Sarajevo (1996).

De honden van het verraad speelt zich af in de Gordel van Smaragd. Een groepje Zuid-Molukkers reist af naar Indonesië om mee te helpen aan het plegen van een staatsgreep tegen president Soeharto. De Binnenlandse Veiligheidsdienst is echter op de hoogte en stuurt een agent naar Djakarta om de zaak uit te zoeken. De dienstdoende spion heet Martin Finch. De held zou in latere thrillers van Ross opnieuw zijn opwachting maken, onder andere in Het Poesjkin plan, Schaduwen uit Gethsemane en De man van Sint Maarten.

De honden van het verraad kwam tot stand zonder dat de schrijver ook maar in de buurt van de Molukken verkeerde. De schrijver had destijds ontzettende vliegangst. Ross zat er vreselijk mee, zei hij in een interview met het Noordhollands Dagblad. 'Hoeveel research je ook pleegt, boeken en archieven zijn doods materiaal.'

In 1993 zei Ross in het Leidsch Dagblad over zijn debuut: ‘Toen ik dat eerste boek schreef, over Molukkers, woonde ik nog in Haarlem. Mijn vrouw had nog gezegd: doe dat nou niet. En dan wordt er dus gebeld en staat er een groep Molukkers voor de deur. Dan word je toch een beetje bang. Gelukkig bleken het aardige jongens en meisjes, die alleen kwaad waren omdat zij met hun groep niet in het boek waren genoemd.’

Lees ook:

René Appel
 vertelt hier over zijn debuut Handicap
Loes den Hollander vertelt hier over haar debuut Vrijdag
Corine Hartman vertelt hier over haar debuut Schone kunsten
Peter de Zwaan vertelt hier over zijn debuut
 Dietz
Lieneke Dijkzeul vertelt hier over haar debuut De stille zonde
Bavo Dhooge vertelt hier over zijn debuut 
Spaghetti
Michael Berg vertelt hier over zijn debuut 
Twee zomers
Almar Otten vertelt hier over zijn debuut Verdwenen chemie
Charles den Tex vertelt hier over zijn debuut
 Dump
Rudy Soetewey vertelt hier over zijn debuut
 Inbraak
Jacob Vis vertelt hier over zijn debuut
 Prins Desi
Elvin Post vertelt hier over zijn debuut
Groene vrijdag

Geen opmerkingen:

Een reactie posten