'De vrijheid maakt schrijven zo mooi'
In zijn nieuwe boek schrijft Elvin Post over ontvoeringen door aliens. Maar Arizona Blues is geen sciencefiction, aldus de auteur die in 2004 als eerste debutant de Gouden Strop won. ‘En ook geen thriller. Toen ik dat etiket losliet, kwam het verhaal op gang.’
(Door Peter Kuijt)
ROTTERDAM Houthakker
Travis Walton was op 5 november 1975 aan het werk in het Apache-Sitgreaves National Forest in Arizona toen hij naar zijn zeggen werd ontvoerd en vastgehouden door buitenaardse wezens. Walton schreef er een verfilmd boek over. Collega
Steve Pierce, toen 17, was getuige van de kidnap en zei later dat hij voor gek werd versleten als hij erover vertelde. ‘Ik werd uitgelachen en van mijn toenmalige vrouw mocht ik het er niet over hebben op verjaardagen. Ze schaamde zich ervoor.’
Ruim twintig jaar later werden er boven de staat Arizona door honderden ooggetuigen enkele uren lang ufo-achtige verschijningen waargenomen boven de stad Phoenix. Dit fenomeen werd later bekend als
The Phoenix Lights.
Schrijver
Elvin Post (1973) gebruikte deze twee gebeurtenissen als kapstok voor zijn nieuwe boek
Arizona Blues. Daarin komt Gerald Treadway voor die miljoenen vergaarde met een boek over zijn ontvoering door aliens. Treadway opende later in Snowflake, Arizona, een toevluchtsoord voor mensen die beweren ook slachtoffer te zijn van een ufo-kidnap. Journaliste Karen Hart, werkzaam bij de New York Times, krijgt autopech in Snowflake en besluit van de nood een deugd te maken door Treadway te interviewen. Tegelijkertijd zijn er anderen die minder nobele plannen hebben met de ufo-miljonair. Zoals een huurmoordenaar die dol is op viersterrenkruiswoordraadsels, maar bang voor zijn narrige moeder.
Op jouw eerdere vijf fictieboeken staat het stempel ‘literaire thriller’. Nu staat er niets. Hou zou je Arizona Blues willen omschrijven?
Elvin Post: ‘Ik wilde sowieso niet meer dat etiket erop. Het schrijven van een bepaald genre vind ik lastig. Hoewel er wel spanningselementen in zitten, wijkt
Arizona Blues nog meer dan mijn andere boeken af van een pure thriller. Als iemand van de boeken van
Lee Child houdt en op mijn boek ‘thriller’ ziet staan, zou hij na lezing toch kunnen denken: het is anders dan ik verwacht had.’
Het is ook geen sciencefiction.
‘Nee, hoewel mijn jongste dochter dat wel gehoopt had. Ze had het eerste hoofdstuk gelezen en vroeg: ‘Pap, komen er ook aliens in voor?’ Ik moest haar teleurstellen. ‘Nee, lieverd’.’
Geen ‘thriller’ op de omslag. Maar mag jouw uitgever het boek wel inzenden voor de Gouden Strop?
‘Dat laat ik aan hen over. Ik zal ze niet tegenhouden. Maar ik denk dat er wel spannender boeken onder de inzendingen zullen zijn. Dus de kans dat ik de Gouden Strop win, acht ik niet zo groot.’
Je vorige boek, Dame Blanche, verscheen in 2015. Daarna liet je weten dat je jaarlijks een boek wilde publiceren. Waarom heeft het zo lang geduurd voordat Arizona Blues het licht zag?
‘Ik ben niet de snelste schrijver, ik vind het ook leuk om andere dingen tussendoor te doen. Maar het was ook moeilijk. Ik ging een beetje blokkeren omdat ik te veel met de wetten van het thrillergenre in mijn hoofd zat.
Stephen King heb ik ooit geïnterviewd en die zei: ‘Ik ga gewoon achter mijn pc zitten en laat de personages het verhaal vertellen.’ Dat heb ik van hem overgenomen. Toen ik het etiket ‘thriller’ losliet, kwam het schrijven ook op gang.’
Is het plezier dat je had met het schrijven van je debuut Groene Vrijdag anders dan de ervaring die je met het maken van Arizona Blues had?
‘Jazeker. Ik was alleen maar bezig met schrijven en ik wilde dat doen zoals mijn grote voorbeeld
Elmore Leonard. Ik wilde hem in ieder geval een klein beetje benaderen. Gaandeweg ontdekte ik dat ik nooit aan hem kon tippen en ontwikkelde ik meer mijn eigen stem. Destijds schrapte ik veel meer van wat ik geschreven had dan nu. Ik ben minder hard voor mezelf geworden, kan het meer loslaten.’
Al jouw boeken spelen zich af in de Verenigde Staten. Komt er ooit een dag dat een boek van jou in Nederland is gesitueerd?
‘Het kan. Maar ik heb nog geen idee waar mijn volgende boek over zal gaan.’
Vind je deze nieuwe je beste boek tot nu toe?
‘Dat kan ik niet zeggen. Ik heb na het voltooien van mijn vorige boeken ook nooit het gevoel gehad dat dit het beste was wat ik ooit geschreven. Ik ben er tevreden mee, het is anders dan de andere. En als ik mijn oudste dochter het met plezier zie lezen, dan is dat een moment dat je altijd zal bijblijven.’
In Arizona Blues komen personages voor die of Donald Trump ophemelen of verafschuwen.
‘Ik ben niet iemand die anderen zijn mening door de strot wil duwen. Ik wil het vooral luchtig houden.’ Grijnzend: ‘Maar als je bekijkt welke karakters iets over de president zeggen, dan kun je wel zien hoe ik over hem denk.’
In het boek snijd je het thema aan of er geen groter plan schuilgaat achter alles wat we meemaken. Hoe denk jij daar zelf over?
‘Toen ik zo’n jaar of negentien, twintig was, had ik het idee dat er niets ‘geks’ bestond en alles wel verklaarbaar was. Maar in de loop der jaren heb ik wel een paar dingen meegemaakt die je doen afvragen of toeval wel bestaat. Een simpel voorbeeld: ik ben al sinds mijn zestiende fan van popmuzikant
Tom Petty. Toen hij vorig jaar oktober overleed, was ik daar behoorlijk verdrietig over. Rond die tijd had ik een boek gelezen over mensen die van recent overleden personen ‘een groet’ hadden gehad. Ik had Petty in gedachten bedankt voor zijn mooie muziek en wenste hem een goede reis. Een paar dagen later ging ik met een vriend eten in mijn stamcafé. Vlak voordat ik erheen ging wilde ik nog een cd met zijn muziek meenemen zodat ze dat daar konden afspelen. Ik dacht aan het nummer
Into the great wide open. Maar ik heb het niet gedaan. Komen we bij het café, is daar een straatmuzikant met een gitaar met twee snaren. Toen hij bij ons tafeltje stond, sloeg hij een akkoord aan en ik kreeg meteen kippenvel. Hij speelde en zong
Into the great wide open. Een soortgelijke ervaring heb ik in het boek verwerkt.’
Een krant bracht laatst het bericht dat de boekenmarkt met eenvijfde is gekrompen: van 51 miljoen verkochte boeken in 2008 naar 41 miljoen in 2017. Kun jij van het boeken schrijven leven?
‘Niet echt.
Vals beeld en
Roomservice zijn mijn bestverkochte boeken, maar mijn laatste,
Dame Blanche, deed het veel minder. Ik heb een
Paul McCartney-biografie vertaald. Met
Lex Passchier een aflevering van de tv-serie
Moordvrouw geschreven en andere schrijfklussen gedaan. Ik krijg nog goede voorschotten omdat ik destijds, na het winnen van De Diamanten Kogel met
Roomservice, een goed contract heb afgesloten. Hiermee kan ik na
Arizona Blues nog een boek schrijven. Daarna zal ik toch iets vast omhanden moeten hebben om de huur te kunnen betalen.’
Wat maakt het schrijven dan zo leuk?
‘Zolang ik het kan doen, wil ik mijn best blijven doen om een boek zo mooi mogelijk te maken. Maar je moet niet meer met allerlei wilde verwachtingen blijven rondlopen. Het is vooral de vrijheid om te doen wat je wilt, te verzinnen wat je wilt, dat schrijven zo mooi maakt. Ook als de markt zo blijft en er geen wonderen gebeuren, zal ik het nog blijven doen. Ik ben niet jaloers op collega’s die van het schrijven kunnen leven. Zo steek ik niet in elkaar.’
Arizona Blues is verschenen bij uitgeverij Ambo|Anthos. Dit interview verscheen eerder in het AD. De foto van de auteur is gemaakt door Didier Cohen.