24 april 2007

Nederlandse misdaadauteurs (achtergrond, 1998)

Een 'lijk' in de tv-serie Baantjer

De polderthriller is volwassen, nu de uitgevers nog




Vrijdag 19 juni wordt de Bruna Gouden Strop, dé prijs voor het beste Nederlandstalige spannende boek, uitgereikt. Onder de vijf genomineerden bevinden zich maar liefst drie debutanten. Het gaat dus goed met de vaderlandse misdaadliteratuur, zou je kunnen concluderen. Maar kenners en schrijvers denken er heel anders over. Bestsellerauteur Appie Baantjer: 'In Nederland worden de detectiveschrijvers nog steeds in een hoekje gedrukt.'

(Door Monique Brandt en Peter Kuijt)

AMSTERDAM - Dit najaar ligt het vijftigste avontuur van de grijze speurder De Cock en zijn jonge assistent Vledder in de schappen van de boekhandel. Dat ook deze detective van Appie Baantjer een absoluut verkoopsucces wordt, is net zo zeker als een regenbui in juni. De van oorsprong Amsterdamse oud-rechercheur schat dat er zo'n zes miljoen van zijn detectives in ons land zijn verkocht. Bovendien wordt De Cock gevolgd door lezers in de Verenigde Staten, Rusland, China en Duitsland.

Baantjer denkt dat het succes van zijn boeken grotendeels te danken is aan het vertrouwde imago van zijn immer vermoeide held. 'Het is een soort huisvriend van de lezer. De Cock is een mens van vlees en bloed. Dat sjokken door de stad, het stamcafé van Smalle Lowietje, het vilten hoedje dat altijd de kapstok mist, dat zijn de dingen die de mensen aanspreken.'

Sinds RTL4 Baantjers verhalen op de buis brengt, slaat De Cock ook aan bij lezers van twaalf, dertien jaar. 'Wat verkoopcijfers betreft, zat ik elk jaar rond de 250.000. Nu de tv-serie er is, gaan er per jaar zo'n 125.000 meer over de toonbank.' Net als zijn held uit het aloude bureau aan de Warmoesstraat is ook diens geestelijk vader een Bekende Nederlander geworden. 'Dat is allemaal mijn eigen werk. In Nederland wordt een detectiveschrijver niet serieus genomen. Terwijl er in Amerika zelfs leerstoelen zijn ingesteld voor misdaadauteurs, worden wij hier in een hoekje gedrukt. Er is weinig erkenning.'

Persoonlijk zit Baantjer daar niet mee, hij zorgt wel voor zijn eigen promotie. Een boek is een product, dat moet je verkopen door een goede pr, vindt hij. 'Ik heb nu eenmaal een vlotte babbel, dus ik word vaak gevraagd voor tv-programma's. En dat doe ik dan ook.'

De torenhoge oplages van Baantjers politieromans staan in schril contrast met de teleurstellende verkoopcijfers van zijn veelal jongere Nederlandstalige collega-auteurs. En dat terwijl er de laatste jaren sprake is van een ware hausse aan misdaadliteratuur van eigen of Vlaamse bodem. De ene na de andere uitgever lanceert 'weer een nieuw vaderlands talent' in het spannende genre.

Maar waar in de boekwinkels de stapels thrillers van buitenlandse toppers als Grisham, Ludlum en Cornwell met de snelheid van het licht slinken, halen gevestigde Nederlandse namen als Jacob Vis, Tomas Ross, René Appel, Peter de Zwaan en Jac. Toes niet eens of nauwelijks oplages die de vijf cijfers overstijgen.

Potentie

Directeur Larry Iburg van de kleine uitgeverij Ellessy (Jacob Vis, Jan Kremer en Jan van Hout zitten in zijn fonds), vermoedt dat de lezer nog steeds uitsluitend Havank en Baantjer voor ogen heeft als de Nederlandse detective ter sprake komt. 'De lezer weet niet dat hier meer thrillers met internationale potentie worden geschreven. Daar zouden de uitgevers in de promotiesfeer wat aan moeten doen. Eigenlijk zouden de schrijvers meer op tv moeten komen; kijk naar het succes van Baantjer.'

Zelf speurt Iburg verwoed naar nieuw Nederlands talent. Volgend jaar presenteert hij al weer een debutant, Guido van der Kroef uit Breda, van wiens psychologische thriller hij veel verwacht. 'Daar is overigens wel vier jaar aan begeleiding en constant herschrijven van zijn manuscript aan voorafgegaan.'

Er is een sterke ontwikkeling gaande in het Nederlandse thrillergenre, zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin, constateert ook schrijver Jac. Toes, met zijn uit de kluiten gegroeide novelle Fotofinish kanshebber op de Bruna Gouden Strop, dé onderscheiding voor de beste Nederlandstalige spannende roman. 'Er ontstaan hier veel nieuwe subgenres, zoals de financiële thriller en de 'legal thriller'. Vroeger heerste er nog echt een taboe op het lezen van detectives en thrillers. Tegenwoordig mag je genieten van een spannend boek.'

Dat het desondanks nog niet wil lukken met verkoop van de polderthriller, wijt Toes zowel aan de uitgever als aan de boekhandelaar. 'Het is nog net geen complot van de uitgeverijen, maar het riekt er soms wel naar. Ze pompen grote bedragen in de buitenlanders, in het binnenhalen van rechten en vervolgens de promotie en voor ons blijft er dan niets over. Ook de handelaren zien natuurlijk liever stapels Grishams als vanzelf over de toonbank vliegen dan dat ze moeite moeten doen voor de nieuwe Toes.'

De Vlaamse auteur Bob Mendes, winnaar van de Bruna Gouden Strop 1997, weet waar Toes het over heeft. In 1994 verscheen zijn thriller Link bij Meulenhoff, tegelijkertijd kwam daar Het Jurylid van de toen volslagen onbekende Amerikaan George Dawes Green uit. 'Die man kreeg een affiche van twee bij twee, ik moest het doen met een A-viertje. Zijn boekomslag kostte zeker vijf keer zo veel als dat van Link. Zo gaat het altijd. De promotie van de Nederlandstalige misdaadboeken blijft ver achter bij die van de buitenlanders. Terwijl de kwaliteit van veel van de onzen die van de Amerikaanse thrillers ver overstijgt.'

Communicatie

Bob Mendes, die overigens niet te klagen heeft over geringe oplages (van zijn bekroonde Kracht van het vuur is inmiddels de zesde druk verschenen), kent nog zo'n voorbeeld. De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) brengt elk jaar in juni een cadeauboekje op de markt. Mendes zou als eerste Nederlandstalige auteur de eer krijgen om dit geschenk van de Maand van het Spannende Boek te schrijven. Mondelinge afspraken waren al gemaakt, maar werden niet omgezet in definitieve contracten. De CPNB was bevreesd dat Mendes niet bekend genoeg was bij het grote publiek en koos dit jaar voor de Amerikaan James Ellroy. Diens boekje Gedumpt (een op waarheid gebaseerd verslag van een moordonderzoek), werd overigens door de pers slecht ontvangen.

Volgens een CPNB-woordvoerster staat de uitverkiezing van de schrijver van het geschenk 'los van de kwaliteit'. 'We willen een auteur die zich al bewezen heeft. En als je kijkt naar de oplagecijfers van Nederlandse schrijvers, dan zijn die gewoon nog heel laag. Nogmaals, het gaat niet om de kwaliteit, maar om de communicatie met het publiek: we willen ze naar de winkels krijgen.'

Het boekje van Mendes, Kracht van het ijs, is naderhand door de Bruna-winkels geadopteerd. De Vlaming begrijpt niets van het CPNB-standpunt. Toes, die weet te melden dat voor 1999 weer een buitenlander is gestrikt, trouwens ook niet. 'De CPNB ziet elk jaar weer kans om de Nederlandse thrillerauteur te vernederen. Ze zouden dat eens met het Boekenweekgeschenk moeten flikken, dan was de Amsterdamse grachtengordel te klein geweest. Ze kunnen zich beter CPBB noemen, Collectieve Propaganda van het Buitenlandse Boek.'

Chris Rippen, schrijver en voorzitter van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs, nuanceert: 'Die felle kritiek is niet helemaal terecht. De CPNB moet zich elk jaar schikken naar de wensen van hun opdrachtgevers en dat zijn nu eenmaal de uitgevers en de boekverkopers. Ze kunnen ook geen ijzer met handen breken.'

Rippen is het met wel zijn collega's eens dat de promotie moet verbeteren. 'De handel moet heropgevoed worden. Uitgevers moeten zichzelf maar ook de boekverkopers ervan overtuigen dat de Nederlandse misdaadroman niet meer onderdoet voor de buitenlandse topauteurs.' Bob Mendes: 'Ik weet zeker dat dat ook snel gaat gebeuren, onder druk van de lezers. Alleen grijze uitgevers en andere bobo's uit het boekenvak denken nog steeds dat de lezer alleen maar Grisham wil hebben.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten