12 mei 2018

Babbelziek tutje (nieuws, 2018)

Anthos-auteur kraakt nieuwe Nicci French





Je bijt niet in de hand die je voedt, luidt het spreekwoord. Maar voor Jan van Mersbergen gaat die niet op. Voor uitgeverij Cossee schrijft hij onder eigen naam literair verantwoorde romans. Als Frederik Baas heeft hij twee thrillers laten publiceren door Ambo|Anthos, de uitgeverij die met veel succes Nicci French op de markt brengt. Van Mersbergen las De dag van de doden, het jongste boek van het duo, maar het werd slechts een deels plezierige kennismaking met hun werk.


De dag van de doden is het achtste en laatste deel in de reeks over psychotherapeute Frieda Klein. Sinds 2011 heeft Nicci French ieder jaar een thriller in deze serie uitgebracht, te beginnen met Blauwe maandag.

In De dag van de doden moet de lezer een tijdje wachten voordat Frieda Klein zelf opduikt. In het zevende deel moest ze onderduiken omdat ze op de hielen werd gezeten door moordenaar Dean Reeve. Niemand weet waar ze is. Lola, een studente criminologie die Frieda Klein heeft uitgekozen als onderwerp voor haar scriptie, gaat op zoek naar haar. Ze volgt letterlijk de voetsporen van Frieda door haar nachtelijke wandelingen langs de ondergrondse rivieren van Londen na te lopen en zo te proberen inzicht te krijgen in Frieda. 'Het brengt Lola bij mensen die in boten wonen, bij twee vissers, mensen die de hond uitlieten, wandelaars, fietsers, hardlopers', constateert Jan van Mersbergen.

'Nooit eerder las ik een boek van Nicci French', schrijft de auteur zijn website. 'Deze kennismaking is deels plezierig: delen van het boek zijn goed geschreven, maar ook komen er gaandeweg steeds meer passages langs die lukraak achter elkaar geplakt lijken en waar motieven ontbreken.'

Van Mersbergen schrijft dat hij aanvankelijk het boek van Nicci French uitstekend kan behappen. Hij vindt vooral de scènes met politiemensen Dugdale en Quarry ('sterke personages') om door een ringetje te halen. 'De stijl is helder en de zinnetjes zijn levendig en eenvoudig, soms heel beeldend.'

Maar op een gegeven moment krijgt hij er genoeg van. Dat begint zo ongeveer wanneer Lola en Frieda Klein beginnen te 'kletsen' in koffietentjes. Dat het volgens Van Mersbergen babbelzieke tutje Lola moet optreden als sparringpartner van Klein is teveel van het goede. 'Dan haak ik af. Dat is te bedacht, te rationeel, te ver weg. Dat is een puzzel om het puzzelen. Dan verlang ik naar een verhaal waarin de personages niet hun mond een duw geven en tegelijk belangrijke ontdekkingen doen, en wat nog belangrijker is: dan wil ik heel graag iets lezen waarin dode mensen niet als instrument dienen voor een cryptogram, maar waar stilgestaan wordt bij de overledenen.'

Het negeren van die willekeurige slachtoffers en hun familie voelt voor de auteur zo vervelend dat hij de oplossing van het moordmysterie helemaal niet meer wil lezen. Hij besluit zijn stuk met: 'Ik sta al voor de boekenkast en bekijk de ruggen van boeken die me wel iets doen.'

Bron: Website Jan van Mersbergen


Geen opmerkingen:

Een reactie posten