02 augustus 2012

Plaat van de maand (28)

De Spanningsblog besteedt met recensies, interviews en nieuws voornamelijk aandacht aan de hedendaagse thriller en de auteurs daarvan: Don Winslow, Toes & Hoeps, Charles den Tex, noem maar op. De vroege Nederlandse misdaadroman is op deze site een ondergeschoven kindje. Maar verzamelaar Wim van Eyle biedt uitkomst. Uit zijn rijke collectie richt Van Eyle eens per maand de schijnwerper op het werk van een - soms vergeten - Nederlandse misdaadschrijver uit vroeger tijden. Vandaag de achtentwintigste aflevering uit de serie Plaat van de maand. Over Bob van Oyen, geestelijk vader van kapitein IJsvogel.

AMBTENAAR IN SPANNENDE ZAKEN

(Door Wim van Eyle)

Bob van Oyen is het pseudoniem van Jan van Beek die op 30 november 1919 in Arnhem geboren werd. Van Beek was technisch ambtenaar bij de Gemeentewerken in zijn geboorteplaats en schreef rond 1950 zijn eerste boeken, o.a. padvindersboeken waarvan twee titels het redelijk goed deden: 'De avonturen van de vossenpatrouille' en 'De zwerftocht van de everzwijnen'.

In 1953 deed hij mee aan een door uitgeverij Bruna georganiseerde detectiveschrijfwedstrijd, en niet zonder succes: Van Oyen won met zijn titel 'Na afloop moord'. Bij Bruna verschenen vervolgens van zijn hand vijf boeken (steeds met de fraaie covertekeningen van Dick Bruna). Een van die vijf boeken was de pocket 'De vrouw van ons achten', dat geschreven werd door een achttal auteurs, te weten Joop van den Broek, Theo Eerdmans, John Hoogland, Bert Japin, J.F. Kliphuis, Bob van Oyen, Gerth van Zanten en Jaap Romijn die het idee bedacht. Ook hier ging het weer om een prijsvraag, ditmaal voor de lezer, die moest raden wie welk gedeelte schreef.





Opvallend was dat Bob van Oyen zijn detectives in het leger liet spelen waar een zekere kapitein der marechaussee Anton Victor IJsvogel de oplosser van de mysteries was. Het gebeurde in die tijd zelden dat een verhaal zich in de sfeer van het Nederlandse leger afspeelde. Een auteur die er eerder over schreef was Anton Roothaert: hij schreef onder andere de detectives 'Spionnage in het veldleger' (1933), 'Onbekende dader' (1933) en 'Onrust op Raubrakken' (1935).

Kapitein IJsvogel was naast speurder overigens een verwoed pijproker. Nadat hij in een van de boeken weer van het roken geniet, spot een collega: 'De grote Sherlock Holmes steekt een pijp op...'.

Na de Bruna-periode volgden van Van Oyens hand nog uitgaven bij De Lanteern en Hoeve (cover getekend door R.D.E. Oxenaar en onder redactie van Ab Visser). Na 1964 was het afgelopen met de romans maar er volgde nog wel een aantal korte verhalen in Pulp (Bruna) en Crime (Bruna). In 1986 verscheen het laatste verhaal bij Holkema & Warendorf. In datzelfde jaar werd de schrijver ziek, laat zijn zoon Tijn van Beek weten. In 1988 overleed Bob van Oyen.





1953 'Na afloop moord' (Bruna)
1954 'IJsvogel en de rebel' (Bruna)
1955 'IJsvogel en de malle maagden' (Bruna)
1956 'De vrouw van ons achten' (met anderen) (Bruna)
1957 'IJsvogel en de schijn-heilige' (Bruna)
1963 'Bokkesprongen om een ton' (De Lanteern)
1964 'IJsvogel en de schorpioen' (Hoeve)

korte verhalen:
1968 'De blikken madonna' (Pulp)
1972 'De club' (Pulp)
1984 'Camera Obscura' (Crime)
1985 'De V.A.' (Crime)
1986 'Het zwakke punt' (Crime)

(Bronnen: Wim van Eyle, Alwin van Ee, www.dbnl.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten