Walgend van Engeland
(Door Mark Moorman)
De Britse schrijver David Peace publiceerde in 1999 zijn eerste boek, '1974'. Het was het eerste deel van zijn romancyclus 'The Red Riding Quartet'. Dit jaar kwam de Nederlandse vertaling uit.
Peace woonde van 1994 tot 2009 in Japan, is getrouwd met een Japanse en schreef twee romans die in het naoorlogse Japan spelen. Op de dag dat hij in Nederland is om over zijn debuut te praten, spreekt hij van zijn heimwee naar Tokio, de stad waar hij al zijn romans heeft geschreven. Hij is nu bezig met het slotdeel van zijn Tokiose trilogie, een serie die speelt tijdens de Amerikaanse bezetting van Japan, en hij heeft al geconstateerd dat het schrijven in Engeland niet meer lukt. De man die acht veelgeprezen romans in tien jaar schreef, zit vast. Misschien is het daarom geen slecht moment even stil te staan bij de roman waarmee het begon.
'1974' is een misdaadroman waarin een jonge misdaadverslaggever van de Yorkshire Post stuit op een samenzwering tussen politiek, misdaad en politie, terwijl een seriemoordenaar zijn gruwelijke werk doet. Het is een duistere roman, een afdaling in een corrupte, seksueel geobsedeerde, zieke wereld, met op de achtergrond de soundtrack van de tijd en schreeuwende krantenkoppen van een land in crisis. Geen wonder, denk je na het lezen van dit boek (en de rest van de cyclus), dat deze auteur dit land vol walging heeft verlaten.
,,Het is vreemd naar mijn eerste boek terug te keren'', zegt Peace, ,,maar ook interessant. Om eerlijk te zijn: het is eigenlijk het enige boek waar ik nu niet meer helemaal achter sta. Ik schreef '1974' toen ik net in Tokio woonde, niet getrouwd, geen kinderen. Ik wilde de beste misdaadroman schrijven die ik in me had, en ik was toen diep beïnvloed door de Amerikaanse misdaadroman van de jaren negentig. Het genre maakte daar een echte bloeiperiode door met het werk van George Pelecanos, Walter Mosley en James Ellroy. Wij, de Engelsen, waren daarbij achtergebleven, had ik het gevoel. Ik kwam een paar keer per week in een boekenwinkeltje waar ze tweedehands Engelse boeken verkochten, en daar kocht ik ook de boeken uit Ellroys 'L.A. Quartet' (waarvan 'L.A. confidential' het bekendste is, red.). Zoiets wilde ik doen, maar dan voor West-Yorkshire in de jaren zeventig, de tijd dat ik daar opgroeide.''
,,Toen ik halverwege het boek was, merkte ik al dat ik nog niet klaar was. Het leven van iedereen die in de jaren zeventig en tachtig in die streek opgroeide, werd gedomineerd door de Yorkshire Ripper en ik begreep dat daar mijn echte onderwerp lag. Maar de echte Ripper was pas sinds 1975 actief: met terugwerkende kracht vind ik mijn fictieve moorden uit het eerste deel niet meer zo overtuigend.''
De echte naam van de Ripper was Peter Sutcliffe, een seriemoordenaar die tussen 1975 en 1981 ten minste dertien vrouwen op gruwelijke wijze vermoordde. Sutcliffe zit een levenslange gevangenisstraf uit.
,,Sindsdien heb ik nooit meer zoiets verzonnen: er gebeurt in het echt genoeg tragisch en verschrikkelijks; daar kan fictie niet aan tippen. Misschien is '1974' onvolwassen, maar ik hou er nog wel van; het was een noodzakelijk boek.''
Peace vertrok in 1991 uit Engeland, nadat twee romans waren afgewezen. ,,Het was een combinatie van persoonlijke en maatschappelijke malaise. We zaten onder de plak van een conservatieve regering, de economie stond er slecht voor net als nu eigenlijk. Ik voelde walging en besloot te vertrekken, om Engelse les in het buitenland te geven.'''Peace woonde drie jaar in Istanbul en vervolgens vijftien jaar in Tokio, waar hij zich ontwikkelde als schrijver en een reeks romans over zeer Engelse onderwerpen als de Yorkshire Ripper, Leeds United ('The damned united') en de mijnstaking ('GB84') schreef. In 2003 kwam hij terecht op de prestigieuze Grantalijst voor beste jonge Britse schrijvers.
,,Ik geloof dat de walging voor het land dat ik achterliet, de rode draad was door al de Engelse boeken die ik in Japan schreef. Dat ik ver weg zat, maakte het voor mij wel gemakkelijker naar die periode terug te keren: het huidige Engeland schoof niet steeds over mijn herinneringen heen. Ik probeerde me onder te dompelen in 1974 door muziek uit die tijd te draaien (waar in de roman ook voortdurend naar wordt verwezen) en romans en films uit die tijd te lezen en te zien. De afstand was juist heel belangrijk voor me.''
Twee jaar geleden keerde Peace na vijftien Japanse jaren naar West-Yorkshire terug, om erachter te komen dat hij niet in staat was daar te schrijven: ,,We gaan weer terug naar Tokio. Het klinkt pretentieus, maar ik moet ver van Engeland zijn kennelijk. Bovendien keerde ik naar huis terug op het moment dat de economie instortte en we weer een conservatieve regering kregen. Over slechte timing gesproken.''
In '1974' heeft één van de personages het over het seizoen van de pest en het barokke boek is doortrokken van verval en ziekte, die zich zowel fysiek als mentaal manifesteren. ,,Ik was zeven in 1974, heel jong, maar ik had toen al het gevoel dat de wereld in Noord-Engeland ten onder ging: de zware industrie verdween, er waren hoge werkloosheid, stakingen, veel lege gebouwen en braakliggend land. Op televisie waren voortdurend berichten over de oorlog in Noord-Ierland. En het leek alsof de Yorkshire Ripper naadloos bij deze atmosfeer aansloot.''
Eén van de vragen die Peace in zijn misdaadkwartet wilde beantwoorden, was of de Ripper toevallig in zijn geboortestreek actief was geweest of dat hij op de een of andere manier een product was geworden van de algehele malaise in Noord-Engeland. ,,Het antwoord is natuurlijk dat het gedeeltelijk toeval is, maar dat je ook kunt zeggen dat de sterk ontwikkelde cultuur van vrouwenhaat, gecombineerd met de door en door corrupte politie in West-Yorkshire de Ripper de kans heeft gegeven zeker zes jaar actief te blijven.''
Als een geest van het verleden zit Sutcliffe nog altijd in de gevangenis. ,,Er gaat geen maand voorbij of er duikt wel weer ergens een verhaal over de Ripper op. Hij is een geest die boven West-Yorkshire hangt. Vorig jaar was er een student in Bradford die drie prostituees vermoord had. Natuurlijk werd hij in de pers met de Ripper vergeleken en alweer dook de vraag op: waarom daar?''
Peace schreef zijn roman in de tweede helft van de jaren negentig. Er was geen internet. ,,Ik had niet eens telefoon.'' Hij schreef zijn moeder brieven met specifieke verzoeken om informatie, bijvoorbeeld berichten uit de Yorkshire Post, de krant die in '1974' een centrale rol speelt. ,,Mijn moeder ging dan naar de bibliotheek, fotokopieerde bepaalde verhalen en stuurde die op. Zo ging dat in die tijd.''
Wat hem ook opviel toen hij terugkeerde naar het jaar 1974, was de florissante staat van de cultuur: ,,Je had Bowie, Kraftwerk, 'A clockwork orange', het was een opwindende tijd. Peace herinnert zich zelfs nog het Nederlands elftal van toen. ,,Wij waren niet geplaatst voor het WK en wilden natuurlijk dat Nederland van West-Duitsland zou winnen.''
Peace is een uiterst gedisciplineerde schrijver; vandaar dat hij zo onthutst is over zijn onvermogen na zijn terugkeer in Engeland zijn Tokiotrilogie te voltooien. In een eerder interview heeft hij aangekondigd dat zijn literaire oeuvre uit exact twaalf boeken zal bestaan. Hij weet precies wat hij nog wil schrijven en dat hij dan ook klaar is, althans met fictie. Misschien zal nog een bundel met 'heel slechte poëzie' volgen, heeft hij laten weten. Maar goed, hij weet nu ook dat je als schrijver niet alles zelf in de hand hebt.
David Peace - 1974. Vertaling: Johannes Jonkers. Uitgeverij Cargo, 334 pag. Zie ook de recensie van Guido Huisintveld. '1977', het tweede deel van 'The Red Riding Quartet', zal deze zomer uitkomen.
(Bron: Het Parool)