Bloedrood visgraatmotief op witte tegels
(Door Peter Kuijt)
Bij uitgeverij Anthos zijn dit jaar binnen een tijdsbestek van zes maanden drie 'literaire thrillers' verschenen waarin een tbs'er centraal staat. Simone van der Vlugt scoorde een dikke hit met Blauw water, over een ontsnapte tbs-patiënt die een moeder en haar dochtertje gijzelt. Marion Pauw schreef Daglicht, over een autistische man die in een tbs-kliniek verblijft. En recent verscheen van Joost Heyink zijn thrillerdebuut Proefverlof. Daarin probeert een man die binnen de muren van een tbs-inrichting zijn dagen slijt, eerder vrij te komen.
Stuk voor stuk 'actuele en indringende' thrillers, aldus Anthos. Maar zijn drie thrillers over min of meer hetzelfde onderwerp niet eerder een goed voorbeeld van een beroerde coördinatie bij de uitgeverij? 2009 Is het jaar van de sterrenkunde. Misschien een uitstekend moment voor Anthos om thrillers te publiceren over moord en doodslag onder astronomen?
Het is jong en blond wat tegenwoordig de klok slaat bij de succesvolle uitgeverij, maar dat gaat voor Joost Heyink niet op. Hij werd geboren in 1946 en studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waaraan hij ook dertien jaar lang als wetenschappelijk onderzoeker verbonden is geweest. Vervolgens legde hij zich toe op het schrijven van jeugdromans. Daarvan zijn er tot dusver tien verschenen bij Van Holkema & Warendorf. Dit voorjaar kwam Heyink in het nieuws toen een usb-stick met daarop zijn elfde jeugdroman werd gestolen uit zijn woning in Zuidwolde.
Altijd afkeurenswaardig, zo'n inbraak. Maar we mogen blij zijn dat het niet het manuscript van Proefverlof was dat op die usb-stick zat. Want dan hadden we nog even moeten wachten met de vaststelling dat Heyink qua stijl een van de betere auteurs uit de Anthos-stal is.
'Een moderne Kaïn en Abel', meldt de achterflap van Proefverlof. De thriller gaat over Paul Fonteyn, een begin veertiger met een mislukt verleden als dichter. Hij moet al drie jaar een tbs-kliniek als zijn onderkomen beschouwen en komt elke dag Penitentiaire Inrichtings Werkers tegen. Het heeft er alle schijn van dat hij zijn tweelingbroer Peter heeft vermoord. In flashbacks wordt verteld over zijn broer die geld verdienen altijd een heilig moeten vond, die een bedenkelijk gevoel voor humor had - toen Paul eens in het ziekenhuis lag met een liesbreuk, stuurde Peter een kaartje met de tekst 'Is het uit met Lies?' - maar ook de broer die meer succes bij de vrouwen had.
Paul slijt zijn dagen in de kliniek met het illegaal bottelen van wijn, gemaakt van appelsap, suiker en gist, het kleien van zijn eigen evenbeeld op de 'crea' en het stansen van houten koffiespateltjes. Maar hij probeert ook zo snel mogelijk uit de kliniek te komen. Hij wil een proefverlof aanwenden om nog een rekening te vereffenen.
Heyink beschrijft een en ander in een opmerkelijke, droogkomische stijl. Over elke zin lijkt diep te zijn nagedacht. Als een hitsig meisje Paul commandeert zich uit te kleden, schrijft Heyink bijvoorbeeld heel nonchalant: 'Voor lange zinnen schoot haar adem tekort'. De dialogen zijn veelal kort en bondig en staan als een huis.
Maar Proefverlof is geen adembenemende thriller. Wie na de stevige proloog, waarin de moordenaar een rood visgraatmotief op een witte tegelvloer achterlaat met zijn bebloede Scapinoschoenen, een huiveringwekkend vervolg verwacht, zal teleurgesteld zijn. De terugblikken op zijn pre-tbs-verleden afgewisseld met de schermutselingen met zijn advocaat, sociotherapeut en bewaarders, zijn te weinig enerverend om te imponeren. En de twist die had moeten verrassen, ziet een beetje routineuze thrillerlezer van verre aankomen. Proefverlof is als debuut half geslaagd, maar geldt wel als een belofte voor een geslaagde recidive.
Joost Heyink - Proefverlof. Uitgeverij Anthos, 233 pag.
Beste Peter,
BeantwoordenVerwijderenDegelijke recensie van Proefverlof.
De golf van TBS-thrillers is inderdaad opmerkelijk. Wist ik veel, toen ik mijn manuscript opstuurde, voorjaar 2007. Toch ben ik Anthos dankbaar dat ze doorgepakt hebben.
Over mijn zinnen denk ik trouwens niet lang na. Het moet snel en aan herkauwen heb ik een hekel.
Dat het middengedeelte niet huiveringwekkend op je over komt, verbaast me niet. De spanning zit meer onderhuids en op het eind (als het goed is). De thematiek is in dit boek een belangrijke factor die moet intrigeren.
Er zijn mensen die het een roman noemen met thrillerelementen. Ik vind het allemaal goed.
Het was een lekker boek om te schrijven.
Groet,
Joost Heyink