23 april 2007

Ian Rankin (interview, 2000)


'Een schrijver moet een voyeur zijn'




Hij haalde het Guinness Book of Records door met acht boeken door te stoten in de Schotse toptien. En hij nam zich heilig voor nooit meer aan research te doen nadat hij verdachte was geworden in een moordzaak. Misdaadauteur Ian Rankin over zijn hekel aan 'big city'-Britten, dronken varkens en zijn alter ego, inspecteur John Rebus. 'Ik ben nu veertig en ik ga hem steeds beter begrijpen.'

(Door Peter Kuijt)

AMSTERDAM _ Hij heeft Schots weer meegebracht. Ian Rankin werpt een mistroostige blik uit het raam naar de bakken die uit de hemel vallen. Ooit, toen hij op de middelbare school zat, bracht een schoolexcursie zijn klas naar Amsterdam, maar een gewild uitstapje naar het 'red light district' zat er niet in. Ook nu niet, ook al zou het droog worden. De dag gaat verloren aan interviews en morgen brengt zijn promotietournee hem weer naar een ander land.

Aan de public relations in zijn eigen Hooglanden hoeft de veertigjarige misdaadauteur niet meer te werken. Hij is wereldberoemd in Edinburgh en omstreken. Zo befaamd zelfs dat een lokale krant binnenkort met graagte een foto van hem uit zijn punkperiode gaat afdrukken. Een moment waar hij met angst en beven naar uitziet. 'Ik had een nog erger kapsel dan nu. Een mislukte combinatie van Johnny Rotten en Sid Vicious. Als die foto in de krant staat, kan ik geen pub meer in.'

Vorig jaar stond hij met acht romans in de Schotse top tien, een prestatie die hem een eervolle vermelding opleverde in het Guinness Book of Records. De schrijver grijnst: 'Dat zal niet gauw meer gebeuren. Ik word nu stelselmatig dwarsgezeten door J.K. Rowling, de schrijfster van de Harry Potter-serie.'

Dertien romans heeft Ian Rankin inmiddels op zijn naam staan waarin zijn steeds beter gelijkende alter ego, inspecteur John Rebus van de Edinburgh City Police, in moordzaken duikt. Zijn prijzenkast is inmiddels behoorlijk gevuld. Hij won drie Dagger Awards, de prijs voor de beste Britse misdaadroman, en werd genomineerd voor de Edgar Award, de Amerikaanse thrillerprijs. Naast allerlei andere 'awards' staan er ook nog vertaalprijzen in Japan en Denemarken op zijn palmares.

Leugens

Op zeer jonge leeftijd maakte Rankin al zijn eigen boeken. Op zijn vierde tekende hij stripalbums over astronauten. 'Ik las al strips en dacht dat ik het beter kon. Dus vouwde ik vellen papier en tekende er kaders en figuurtjes met tekstballonnen op. Het waren strips in een zeer gelimiteerde oplage: 1 exemplaar. Ik liet ze altijd aan mijn moeder zien, maar ze begreep het niet. 'Waarom is Ian niet blij met de strips die wij voor hem kopen?'

'Mijn familie is niet bijzonder literair ingesteld. Mijn ouders lazen nooit. Ik was de eerste van de familie die naar de universiteit ging. Ik kom uit het mijnwerkersdorpje Cardenden, de meeste van mijn familieleden werkten in de mijnen. Ik heb geen flauw idee waar mijn interesse voor het schrijverschap vandaan kwam. Misschien heeft het wel te maken met het feit dat mijn vader vroeger veel verhalen vertelde. Hij verzon ze terwijl je bij hem op schoot zat. Mijn vader stierf toen ik dertig was en vier boeken had geschreven. Hij was bijzonder trots op me, maar kon er met zijn pet niet bij. 'Hoe kun je je brood verdienen met het vertellen van leugens', zei hij altijd. Hij heeft mijn eerste succes helaas nooit kunnen meemaken. Ook mijn moeder niet, zij overleed toen ik 19 was.'

Na de strips raakte Rankin in de ban van de popmuziek. Hij schreef op zijn twaalfde teksten voor een niet-bestaande groep, The Amoebes. 'De zanger heette Ian Kaputt. Dat was ik dus. Ik kan me niet meer herinneren waar de teksten over gingen, maar ik ben ervan overtuigd dat ze verschrikkelijk waren.' Een blauwe maandag lang speelde hij in de punkband The Dancing Pigs - 'Als je punk speelt, hoef je nergens goed in te zijn. Als je een instrument kunt bespelen, is het met je gedaan' - voor hij zich met allerlei baantjes van een schamel belegde boterham probeerde te voorzien. Hij was druivenplukker in Frankrijk en varkenshoeder. Dat laatste baantje eindigde abrupt toen hij de varkens druivenschillen voerde. 'Er stierf er een aan alcoholvergiftiging.' Van de weeromstuit werd hij 'alcohol-researcher'. 'Een nette baan, moet ik zeggen. Ik deed onderzoek naar het drinkgedrag. Ik kreeg een lijst met namen van mensen mee, die drie jaar eerder ook al aan zo'n onderzoek hadden meegedaan. Ik moest ze gaan opzoeken en optekenen of hun consumptie van alcohol in de loop der jaren was veranderd. Heel interessant, een soort detectivebaantje.'

Het schrijverschap bleef echter trekken. Rankins muziekteksten werden gedichten, de gedichten werden korte verhalen, de verhalen werden langer en langer. 'Voor ik het in de gaten had was ik bezig aan een roman. Het eerste boek dat ik schreef is nooit gepubliceerd. Het tweede werd op de markt gebracht door een kleine uitgever in Edinburgh. Ze hebben maar tweehonderd exemplaren gedrukt. Die worden nu voor ruim tienduizend gulden per stuk verkocht. Niemand leest ze, maar iedereen wil ze hebben omdat ze zo zeldzaam zijn.'

Therapie

Het derde boek van Rankin was de eerste in de John Rebus-cyclus, Knots and crosses (Kat en Muis). Tijdens zijn research voor deze thriller - 'ik wilde het soort boeken schrijven dat mijn vader graag las' - raakte hij in een netelige situatie verzeild. 'Ik wilde een boek schrijven over een kind dat ontvoerd was en ging naar een politiebureau om wat achtergrondinformatie te krijgen. Wat ik niet wist was dat de politie op dat moment bezig was met de kidnap van een kind. De twee agenten die ik sprak zeiden: 'Stel dat we jou beschouwen als verdachte en we stellen jou heel veel vragen, zou dat helpen in je research?' Ja, zei ik dolenthousiast. Ze hebben urenlang met me gepraat. Later bleek dat ze me serieus als dader op het oog hadden. Gelukkig hebben ze later de moordenaar van zeven ontvoerde kinderen gepakt, anders zat ik nog in hun systeem. Dat leerde me een belangrijke les: pleeg geen research. Als ik wat heb geschreven, laat ik het aan bevriende agenten lezen. Die corrigeren me dan.'

De meest recente in het Nederlands verschenen Rebus-roman is Hand & Tand, een thriller over een seriemoordenaar die Rankin evenals vele anderen begin jaren negentig schreef in de slipstream van Thomas Harris' Silence of the Lambs. 'Hand & Tand is een vreemde eend in de bijt, want het is de enige 'Rebus' die zich niet in Schotland afspeelt. Ik woonde destijds in Londen, een stad die ik haatte. Ik vond het te groot, te luidruchtig en te vies. Ik hield ook niet van de Londenaren, te arrogant. Ik dacht: ik breng Rebus voor een moordzaak hiernaartoe, zodat hij ze ook kan haten. Schrijven is een soort therapie voor me. Je kunt het uit je systeem schrijven. Al die haat tegen Londen en die patserige Big City-Britten, ik heb het eruit gekregen.'

De schrijver geeft toe dat hij steeds meer op John Rebus begint te lijken. 'In het begin begreep ik hem niet helemaal. Ik was te jong, toen ik startte. Ik was 22 en Rebus was toen veertig. Nu ben ik veertig en snap ik hem veel beter. Hij is nu begin vijftig, dus ik haal hem in.'

'We hebben beiden dezelfde muzieksmaak. We houden allebei van drank, ik iets meer dan hij. We zijn 'loners', graag onszelf, geen partybeesten. Rebus maakt 's nachts lange autoritten, hij slaapt weinig. Ik doe dat ook. Dan zit ik in een stoel en staar naar de sterren. Nadenken over de zin van het bestaan. We zijn ook allebei voyeurs. Dat moet je ook zijn als schrijver. De ene helft van je tijd de wereld beschouwen om er de andere helft over te schrijven.'

Rebus zal overigens niet tot in lengte van dagen Rankins metgezel blijven. 'Hij zal over een jaar of acht met pensioen gaan. Of dood gaan. Nog vier of vijf boeken en dan moet hij verdwijnen. Er zijn nog zo veel andere dingen waar ik over wil schrijven. Hij moet me niet mijn hele leven lastig vallen.'

De boeken van Ian Rankin verschijnen bij uitgeverij Luitingh

Geen opmerkingen:

Een reactie posten