23 april 2019

De Thriller Twaalfdaagse! #14 (column, 2019)



Een forse man met hoed en zonnebril  



(Door Tomas Ross)


Onlangs publiceerde de Koninklijke Boekverkopersbond de stand van zaken in het Hollandse boekenland. Verdere ontlezing, weer minder zelfstandige boekwinkels, minder diversiteit van aanbod, et cetera., et cetera. Sombermans dus. En maar 55 van de bijna 20.000 (!) auteurs die een modaal of hoger inkomen aan het schrijven overhouden.

Dat ‘auteurs’ is overigens wel te relativeren, de meesten zijn hobbyisten met een vaak veel beter betaalde baan. Therapeuten, journalisten, koks, wetenschappers, cabaretiers. Desondanks slechts 55 schrijvers met een jaarlijks bruto inkomen van 36.000 euro bruto of meer. Fictie en non-fictie. Een momentopname, er zal vast een vinoloog, diëtiste of onbekende uitschieter tussen zitten, maar het draait natuurlijk om het rijtje bekende bestsellerschrijvers.

Dan is het toch bijzonder dat er, met de gestaag minderende verkoop van vaderlandse misdaadromans, spontaan elf namen bij me opborrelden van – vooral - vrouwelijke en mannelijke auteurs in het genre. Van wie er zeker zes of zeven méér dan 2.100 euro netto per maand beuren. Iedere trouwe lezer(es) van De Spanningsblog zal weten om wie het gaat. Verrassend dus, eenvijfde van de 55. Zeker, als ik het goed inschat dat we, afgaande op de vier laatste VN Detective en Thrillergidsen, maar zo’n 30 ‘vaste’ misdaadauteurs hebben. Je zou zeggen ‘Hoera!’ als er geen circa 100 anderen zouden zijn die af en toe wat leveren, of debutanten, en die niet meer dan zo'n 1.500 à 2.000 exemplaren verkopen. Als al. Niet van te leven en weinig motiverend.

Wat dat betreft viel het recente voorstel van de auteur Tjeerd Langstraat niet uit de lucht om schrijvers door hun uitgever te laten salariëren. Als werknemers dus. Sympathiek, maar natuurlijk volslagen irreëel. Want waarop zou je dat salaris anders dan op de royalty's van een gepubliceerd boek/boeken moeten baseren? En die ontvang je al, zij het achteraf en verrekend met het voorschot. Bij dat ‘achteraf’, april na het jaar van publicatie, kun je wel je vraagtekens zetten, de uitgever heeft zijn inkomsten uit jouw boek dan allang binnen. Dus kan ik me, ook uit ervaring, iets anders voorstellen.

Heere Heeresma
Lang geleden, jongens en meisjes, betrad ik met mijn tweede manuscript het pand van de uitgever. Daar zat een forse man met een hoed en zonnebril en gekleed in een overjas in de wachtkamer. De indertijd fameuze schrijver Heere Heeresma (onder andere van enkele beroerde detectives) die me bars het volgende vroeg: ‘Bent u auteur?’

‘Zoiets, ja.’

‘U gaat een contract tekenen?’

‘Dat hoop ik, ja.'

’Dan gaat u straks aan tafel en vraagt naar de verwachte oplage. Stel dat die 2.000 bedraagt. Dan vraagt u naar de verkoopprijs. Twintig gulden. Vervolgens wilt u weten wat men u biedt aan royalty's. Tien procent, twee gulden per verkocht boek. Dan eist u als voorschot tien procent over de totale oplage, 4.000 gulden, in plaats van de gebruikelijke, luizige duizend gulden. Risico voor de uitgever maar daar is zo’n man voor. Bij eventuele herdrukken hetzelfde.’

Nerveus als ik toch was, leek me dat fair en aldus geschiedde ook. 4.000 gulden was in die dagen zoiets als 20.000 euro vandaag. Nog geen modaal inkomen, maar wel stimulerend en als je er twee schrijft, wat sowieso al goed is voor je naamsbekendheid, heb je dus méér, ook vastigheid, zoiets dus als een salaris. Mits je vanzelfsprekend geen wanprestatie levert, doorwerkt en navenant verkoopt. Maar dat geldt ook voor die uitgever en zijn werknemers.

++++++++++++

(c) Ben Kleyn
Tomas Ross is het pseudoniem van Willem Pieter Hogendoorn (Den Bommer, 1944). Hij won driemaal de Gouden Strop, de prijs voor de beste Nederlandstalige spannende roman. Die prijs werd hem toegekend in 1987 voor Bèta, in 1996 voor Koerier voor Sarajevo, en in 2003 voor De zesde mei.

De vader van de schrijver, Pieter Gerardus Hogendoorn (1912-1971), was tijdens de Tweede Wereldoorlog lid van de verzetsgroep Albrecht en werd na de oorlog gevraagd bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) te komen. Deze instantie komt in veel van Ross' boeken ter sprake.

Hogendoorn volgde het 'koninklijke'gymnasium Sorghvliet in Den Haag en deed in 1964 staatsexamen. Vervolgens studeerde hij korte tijd geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 1966-1969 deed hij de School voor Journalistiek in Utrecht en in 1975 studeerde hij af aan de Universiteit van Amsterdam in niet-westerse sociologie. Het pseudoniem Tomas Ross gebruikt hij sinds 1980. Aanvankelijk zou hij de naam Thomas Ross gebruiken, maar op de cover van zijn eerste boek ontbrak de 'h' en de schrijver heeft dat toen maar zo gehouden.

Hogendoorn werkte als journalist onder meer voor het dagblad Het Vaderland. Daarnaast was hij op televisie werkzaam voor de NOS en de TROS. Hij debuteerde in 1980 als schrijver van misdaadromans met De Honden van het Verraad, een politieke thriller over de vrijheidsstrijd van Zuid-Molukkers. Deze roman wordt al gekenmerkt door wat later zijn handelsmerk zou worden: spannende fictie, gebaseerd op feiten en grondige research, ook wel faction genoemd.

Tomas Ross is één van de initiatiefnemers van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs (GNM) dat in 1986 werd opgericht. De Gouden Strop werd door hem in het leven geroepen.

In een interview op De Spanningsblog vertelde Ross dat hij ooit zendeling wilde worden: het Woord verkondigen in Papoea Nieuw-Guinea. Dat was nadat hij een film had gezien over de goede werken van de arts-zendeling Albert Schweitzer in Afrika. 'Dat wilde ik ook. Met zo'n tropenhelm op. Ik wilde de wereld over en die negertjes vertellen over het geloof, zoals Jezus zijn discipelen aanspoorde om te doen.' Die gedrevenheid verloor hij toen hij van catechisatie werd gestuurd omdat hij gezegd had dat hij De Koperen Tuin van Simon Vestdijk het mooiste boek vond.

De schrijver wordt in september van dit jaar 75 jaar. Rond die tijd zal ook zijn vijfenzeventigste thriller verschijnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten