22 april 2015

Esther Verhoef (interview, 2015)

'SCHRIJVEN KOMT NA ADEMHALEN'

Dat Esther Verhoef razend populair is, blijkt alleen al uit het feit dat haar nieuwe thriller 'Lieve Mama' onlangs in één klap op nummer 1 van de Bestseller60 belandde. De redactie van de website Hebban koos uit de stapel ingezonden lezersvragen de tien meest originele en legde die aan de auteur voor.


Je hebt altijd al geschreven, van informatieve boeken tot thrillers. Je houdt je ook bezig met fotografie. Maar wat was het geworden als het schrijven mislukt was?

Esther Verhoef: ''Dan was ik mogelijk dancemuziek gaan componeren. Een verhaal of boek schrijven lijkt daar soms ook wel op, vind ik. Je verrast, ontroert, voert de verwachting op, apotheose... Een muziekstuk vertelt net zo goed een verhaal.''
''En anders had ik misschien wel mijn oude bedrijf verder uitgebouwd. Voor ik kon leven van het schrijven heb ik in de jaren tachtig onder meer Engeland afgeschuimd op zoek naar aparte producten en buitenkansjes die ik aan winkels in Nederland, maar ook in België, Frankrijk en Duitsland verkocht. Ik kwam laatst nog een kasboek uit die tijd tegen. Dat waren helemaal geen verkeerde cijfers, die daarin stonden.''


Hoe heb jij het schrijverschap geleerd? Is dit door een cursus, schrijfcoach of heb je het vak geleerd door onder de naam Escober te gaan schrijven met je partner Berry?

''Ik schrijf al vanaf mijn zevende, elke dag, mijn hele leven lang. Schrijven komt vlak na ademhalen. Zodra ik uit school kwam, kroop ik achter mijn typemachine. Soms ook ’s nachts.''
''Ik schreef van alles. Columnachtige stukken, dialogen, losse scènes, maar zelden een rond verhaal met een kop en een staart. Toen ik volwassen werd, veranderde dat niet, ik schreef als ik thuis kwam van mijn werk en ook regelmatig midden in de nacht om mijn hoofd leeg te maken. Schrijven is onlosmakelijk verbonden met wie ik ben. Ik probeerde de wereld te begrijpen en te structureren door erover te schrijven. Nu nog, eigenlijk.''
''Sinds 1995 kan ik van het schrijven mijn gezin onderhouden. Voor ik mijn eerste thriller, Onrust, schreef, heb ik ongeveer zestig informatieve dierenboeken gemaakt die in meer dan honderd landen zijn vertaald. Daarnaast heb ik een dertigtal boeken van andere, vaak beginnende schrijvers begeleid naar publicatie. Ik nam ook interviews af, schreef rubrieken en informatieve artikelen voor allerlei bladen, was hoofdredacteur van een algemeen dierenblad en eindredacteur van een kattenblad. Er wordt gezegd dat je 10.000 uur moet oefenen om jouw persoonlijke topniveau te bereiken in sport en beroep. Daar zat ik op mijn zeventiende vermoedelijk al ver overheen.''
''En ik leer nog elke dag bij. Ik heb nooit een schrijfcursus gevolgd of iets dergelijks. Wel hecht ik waarde aan meningen. Ik heb kritische, belezen vrienden die heel eerlijk zeggen wat ze van een tekst vinden. Zij lezen alles wat ik schrijf, van columns tot manuscripten voor een boek. Ook de Escobers. Ik draag mijn lezers op handen. Zij kijken met een frisse blik naar een tekst, gaan uit van hun eigen beleving en denken nooit 'Esther zal het wel weten'. Dat is goud waard.''


In hoeverre is er voor jou de presentatie van je nieuwe boek nog een zenuwslopend gebeuren? Kijk je dan ook nog dagen- dan wel wekenlang naar de verkoopcijfers van je nieuwe boek?

''Ik probeer het niet te doen, maar ik betrap me erop dat ik elke woensdag toch onrustig word. Dan wordt de Bestseller60 ververst – de officiële lijst van bestverkochte boeken in Nederland. De laatste vier soloboeken (Déjà vu, De Kraamhulp, Tegenlicht en Lieve Mama) zijn meteen na verschijnen op 1 binnengekomen. Dat is heel bijzonder, besef ik terdege. Het schept ook torenhoge verwachtingen. Hoger dan 1 kan niet, lager is er natuurlijk plaats genoeg. Maar dat soort gedachtes komen pas bij me op als het boek op het punt staat van verschijnen. Tijdens het schrijven ben ik alleen met mijn personages bezig, bevind ik me in hun wereld.


Welk boek heeft veel invloed gehad op jouw schrijfstijl?

''Alles wat je leest heeft invloed, lijkt me. Als kind vond ik Guus Kuijers Pappa is een hond heel bijzonder. Ik heb dat vervreemdende boek op de lagere school meer dan één keer gelezen en kon er niet over uit dat het eindigde zoals het eindigde. Toen ik in de twintig was las ik vooral thrillers, waaronder ook die van Felix Thijssen. Zijn hardboiled Charlie Mann-thrillers vond ik geweldig. Achteraf gezien zijn die misschien wel één van de inspiratiebronnen geweest voor de Sil Maier-trilogie (Onrust, Onder druk en Ongenade). Door Doodsangst van Greg Iles ben ik mijn eerste thriller gaan schrijven. Dat was een eyeopener. Inmiddels gedateerd vanwege voortschrijdende technologie, maar de fusie tussen roman en thriller – spanning, diepgang, psychologie, sfeertekening – heb ik zelden zo goed gelukt gezien. Ik wilde meer van dat soort boeken lezen, maar kreeg ze niet gevonden.''
''Ik was in die tijd een veellezer en las geen romans, alleen maar thrillers en vooral bergen nonfictie. Aan het verplicht lezen op het voortgezet onderwijs had ik een aversie overgehouden aan zogenaamde literaire romans. Die gingen over onderwerpen die mij niet aanspraken. Dat verplichte ook. Boeken ontleden, ik heb er nu nog een hekel aan, het vermoordt alle lust tot lezen. Boeken moet je ervaren, ondergaan. In 2001 kocht ik Het waanzinnige van sneeuw van Alex Boogers naar aanleiding van een bespreking in Vrij Nederland. Het was de eerste roman die ik vrijwillig las ná de middelbare school. Daarna ben ik meer en meer romans gaan lezen.Zout op mijn huid van Benoîte Groult, bijvoorbeeld. Al die boeken, goed of slecht, zullen op een of andere manier invloed hebben gehad en in de toekomst nog van invloed zijn.


Hoe komt het dat wij mannen nog steeds moeite schijnen te hebben om openlijk te erkennen dat ook vrouwen inmiddels bewezen hebben een (heel) goede thriller te kunnen schrijven?

''Het zit schijnbaar in de mens opgesloten om te denken dat een man iets beter kan dan een vrouw, ongeacht wat. Zelfs vrouwen maken zich er schuldig aan. Dat verzin ik niet, daar zijn talloze onderzoeken naar gedaan. Je ziet het ook in het dagelijkse leven. De meeste literaire prijzen gaan naar mannen. Niet omdat ze beter zijn, het heeft een sociaal-biologische oorsprong. Mannen zijn stelliger, overschatten zichzelf eerder, slaan zich op de borst en roepen dat ze goed zijn – óók tegen zichzelf. En het werkt. Met die houding dwingen ze respect af.''
''Vrouwen nuanceren meer, zijn bescheidener, minder driest, staan open voor andermans meningen en dus gaat de aandacht en bewondering meer uit naar mannen. Lange tijd werd de harde plotgedreven 'testosteron'-thriller duidelijk hoger gewaardeerd door recensenten. Omschrijvingen van gevoelens en subtiele sociale verhoudingen in families en onder vrienden werden als vrouwelijk en dus inferieur afgedaan. Kortzichtig, maar het was nu eenmaal de tijdgeest. Er begint duidelijk verandering in te komen, maar we zijn er nog lang niet. Als ik kijk naar mijn favoriete boeken, dan is de man/vrouw-verhouding in balans.''


De laatste tijd gaat het vaak over plagiaat in de muziek en de literatuur. En het betreft dan het overnemen van een 'gevoel' en dus niet letterlijk een tekst of beat. Beïnvloedt dit ook jouw schrijven?

''Die rechtszaken gaan voor zover ik dat heb begrepen niet alleen maar over een gevoel. Er wordt vaak lacherig of oppervlakkig over bericht, maar er is meestal echt wel wat meer aan de hand. Ik volg de discussie, maar betrek die niet op mezelf en ben er verder ook niet zo mee bezig.'' ''Schrijven is een intuïtief proces, een boek ontstaat bij mij gaandeweg en bijna volledig via mijn onderbewuste. Ik schrijf niets uit van tevoren; geen schema’s, geen voorbedachte personages of verhaallijnen. Het komt uit mijn onderbewuste. Het kan dus voorkomen dat je iets oppikt uit je omgeving en dat dat verdraaid in een boek terechtkomt. Maar dat is iets anders dan plagiaat.''


Wat is de leukste herinnering die je hebt aan jouw moeder?

''O, ik heb er zoveel en er komen er hopelijk nog vele bij, want mijn moeder is nog relatief jong. Zij begreep dat als ik ’s nachts had zitten schrijven, ik ’s ochtends vroeg niet om halfnegen in de klas kon zitten. Mijn moeder had zelf een hekel aan school gehad en ik mocht van haar dus ongegeneerd schoolziek zijn. Ze schreef zonder omhalen briefjes voor de gym. Dat vertrouwen dat ze in me had, was zo geweldig. Ze stond altijd vierkant achter me.''


Van wie heb je het schrijftalent geërfd?

''Dat is het best bewaarde geheim in de familie. Mijn vader was muzikant en zanger, maar hij componeerde niet zelf. Mijn moeder tekende veel en hield een dagboek bij, maar heeft daar nooit iets mee gedaan. Mijn opa’s en oma’s hadden niets met schrijven, al konden allebei mijn opa’s geweldige verhalen vertellen. Ik hoop ooit eens mee te kunnen doen aan dat tv-programma waarin je stamboom wordt uitgespit. En dat dan blijkt dat er iemand van mijn verre voorvaderen een bekende schrijver of dichter was...''
''Maar even zonder gekheid: het lijkt me meer voor de hand liggen dat er talent in de familie aanwezig is geweest dat zich door de leefomstandigheden niet heeft kunnen ontwikkelen. We vinden alles nu vanzelfsprekend, maar lezen en schrijven was vroeger alleen weggelegd voor de elite. Dat waren geen vanzelfsprekende zaken.''


Kun je iets vertellen over de research die je voor Lieve mama hebt gedaan?

''Om te beginnen heb ik gesprekken gehad met verpleegkundigen die op en rond de operatiekamer werken. Met hen heb ik ook de afdelingen bekeken en hun dagroutine doorgenomen. Ik heb hen letterlijk gevolgd van de parkeerplaats naar hun werkplek. Zo kon ik me een beter beeld vormen van de routine van Helen Möhring uit Lieve mama. Deze verpleegkundigen hebben het manuscript ook voorzien van opmerkingen.''
''Om de achttienjarige Ralf te kunnen vormgeven ben ik gaan praten met allerlei jongens van rond die leeftijd. Zij hebben me een inkijkje gegeven in hun denk- en belevingswereld. Dat was een eyeopener. Er heersen blijkbaar veel vooroordelen. Jongens die nog zoekende zijn en qua kleding, haardracht en houding niet automatisch beantwoorden aan het beeld van de ideale schoonzoon, worden vaak negatief bejegend door politie en andere machtsfiguren. Dat vormt, maakt ook boos.''
''Voor Lieve Mama ben ik voor het eerst in jaren weer naar Engeland geweest. Dat werkt toch het beste, locaties bezoeken. Ik had de sfeer op het veer en in die Engelse dorpen nooit zo kunnen omschrijven als ik er niet zelf was geweest.''


Jouw thriller Rendez-vous is verfilmd en je hebt 'm al een paar keer gezien. Hoe bijzonder is het om je eigen boek op het scherm te zien?

''Geweldig natuurlijk. De acteurs doen het zó goed. Ze hadden niet beter gecast kunnen worden. Ik ben op de set in Frankrijk geweest en het was heel interessant om te zien hoe zo’n film wordt gemaakt, hoeveel mensen daarbij betrokken zijn. Dat hele Franse dorpje is maandenlang geannexeerd geweest door de filmploeg. Overal stonden vrachtwagens, aanhangers en auto’s met Nederlandse kentekens.''
''Maar het is geen een-op-eenboekverfilming geworden. Het boek is van mij, Antoinette Beumer heeft voor haar film andere keuzes gemaakt. Dat verhaallijn wijkt dus op punten af van het boek. Dat is ook prima, want daardoor blijft het spannend. Als je de film hebt gezien, zul je verrast zijn door het boek en andersom.''

(Bron: Hebban|Crimezone)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten