Enkele uren na de moord werd Ross op de 'plaats delict' aangesproken door een journalist die hem vroeg of hij nu 'De tweede november' ging schrijven. Ross zei geen complot te vermoeden zoals bij de moord op Pim Fortuyn. ,,Wat zou ik in zo'n boek moeten schrijven?''
Negen jaar later ligt dat boek er wel. Reden om de thriller wel te schrijven vond Ross onder meer in de documentaire 'Prettig weekend, ondanks alles' die onderzoeksjournalist Stan de Jong met Katja Schuurman en Gijs van de Westelaken al in 2005 maakte. Daarin worden nogal opmerkelijke feiten rond de moord op een rijtje gezet. Het zette Ross uiteindelijk aan het schrijven.
Op 10 november 2004, een dag na de crematie van Van Gogh, werden na een spectaculaire actie van politie en leger, drie leden van de Hofstadgroep gearresteerd in een woning in het Haagse Laakkwartier. Dat appartement bleek eigendom te zijn van de AIVD en zat vol met verborgen microfoontjes. Het OM vroeg vervolgens de tapes op van ruim een jaar afluisteren als ondersteunend bewijsmateriaal. Maar de AIVD meldde dat de tapes van drie maanden voor 2 november 2004 'kwijt' dan wel 'gewist' waren. Juist in die periode kwam Mohammed B. regelmatig langs bij zijn Haagse jihadbroeders.
Ross: ,,Het is buitengewoon aannemelijk dat daar over de moord werd gesproken. Wat zou betekenen dat de AIVD daar dus voorkennis van had. Wat de vraag oproept waarom de AIVD Mohammed B. op die regenachtige ochtend van de tweede november zijn dodelijke gang liet gaan.'' Als de stelling klopt dat de geheime dienst wist van het moordplan, dan is er volgens Ross sprake van een 'navrante parallel met de moord op Pim Fortuyn. ,,De AIVD luisterde ook diens moordenaar, Volkert van der G., al tijden af en volgde hem als verdachte van een andere moord.''
Geen opmerkingen:
Een reactie posten