24 juli 2013

Wordt verwacht 350 (nieuws, 2013)

'RECHTS HEINEKEN, LINKS DODERER'

We hadden natuurlijk al 'De ontvoering van Alfred Heineken', de bestseller van Peter R. de Vries over de ontvoering van de bierbrouwer en zijn chauffeur in november 1983. Dat boek was verteld vanuit het perspectief van een van de kidnappers, Cor van Hout. We hebben er dertig jaar op moeten wachten, maar in oktober 2013 verschijnt bij uitgeverij Ambo een boek over de ontvoeringszaak, maar dan geschreven vanuit het standpunt van de politie. De auteur van 'Meneer Heineken, het is voorbij. Hoe de politie Freddy Heineken bevrijdde' is Gert van Beek, die een kwart eeuw bij de Amsterdamse politie heeft gewerkt.

Even het geheugen opfrissen van diegenen voor wie de kidnap iets uit een ver verleden is. Op 9 november 1983 verlaat biermagnaat Alfred Heineken zijn kantoor in Amsterdam. Buiten wordt hij overmeesterd door een aantal mannen. Samen met Ab Doderer, zijn vaste chauffeur, wordt hij een busje ingesleurd en afgevoerd. Diezelfde avond ontvangt de politie een brief waarin de ontvoerders het losgeld eisen: bijna 35 miljoen gulden.

Gert van Beek werkt op dat moment als hoofdinspecteur bij de Amsterdamse politie. Hij geeft leiding aan het team dat de ontvoering moet beƫindigen.

In zijn boek beschrijft Van Beek drie uiterst spannende werken. Anders dan Peter R. de Vries in zijn bestseller, schetst hij de ontvoering vanuit het perspectief van de Amsterdams recherche. Hij laat zien voor welke complexe opdracht de politie stond. Hou konden ze de ontvoerders te slim af zijn? Hoe hielden de ze vele media op afstand? En welke strategie zouden ze moeten volgen om Heineken en Doderer levend vrij te krijgen?

Op 30 november worden Heineken en Doderer gevonden in een loods niet ver van Amsterdam. Ze leven nog. Twee van de vijf ontvoerders worden meteen gepakt, een meldt zich later vrijwillig bij de politie. Ontvoerders Willem Holleeder en Cor van Hout ontkomen. Zij worden na intensief speurwerk van de recherche in februari 1984 in Parijs opgepakt.



Fragment uit 'Meneer Heineken, het is voorbij':

'Achter de nepwand kwam ik via een gangetje in een zijgangetje en dan bij de cellen. Rob en Jan liepen in mijn kielzog. Direct daarachter volgde Bernard met Kees en Dolf.

De commandant zei kortaf 'rechts Heineken, links Doderer' en verdween. Zijn taak zat erop. Ik stapte de cel in en zag meneer Heineken staan. In een pyjama welisweaar, maar de 'Heineken' van Heineken & Doderer was onmiddellijk weer 'meneer Heineken'.

'Meneer Heineken, ik ben Van Beek van de Amsterdamse politie. Het is voorbij. U bent bevrijd.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten