SYMPATHIEKE DOORZETTER
(Door Arno Ruitenbeek)
De tweede aflevering van Clive Cusslers vierde reeks – de
avonturen van privédetective Isaac Bell begin 20e eeuw - is onderhoudend. De auteur is voor zijn doen sober met de
overtreffende trap (van rijkdom, doortraptheid, intelligentie, charme,
voorkomen).
Held Bell groeit uit tot een sympathieke doorzetter, die in
opdracht van de eigenaar van een spoorwegmaatschappij er achter moet komen wie
de onderneming kapot dreigt te maken. En waarom deze boef, natuurlijk de
Saboteur genoemd, treinen laat ontsporen
waardoor vele onschuldige personeelsleden en reizigers de dood vinden.
Cussler maakt
het zijn vele fans niet moeilijk; al snel wordt de identiteit van de slechterik
duidelijk. Maar de wijze waarop hij te werk is gegaan, is knap bedacht. Zodat
je tot het eind blijft puzzelen waarom die proloog zich afspeelt in 1934 in
Garmisch-Partenkirchen.
Clive Cussler en Justin Scott - De saboteur. Vertaling: Pieter Kramer. Uitgeverij The House of Books, 431 pag.
HOOP GEDOE
(Door Arno Ruitenbeek)
Weer een typische Cussler, meer in het bijzonder een ‘echt’
Dossier Oregon. Dat gaat ongeveer zo: ‘het penthouse op een torenflat in Dubai
was zo somptueus als een vijfsterrenhotel’. Het moet van nog dikker hout zaagt
men planken, anders is het blijkbaar niet goed.
Superman Juan Cabrillo neemt
het bijna in zijn eentje op tegen een Argentijnse overmacht om een plutoniumcel
uit de jungle in dat Zuid-Amerikaanse land zeker te stellen. Hij kan nauwelijks een douche nemen, of heeft een marsorder richting Antarctica te
pakken. Daar is een wetenschappelijke groep gedecimeerd.
En passant heeft de
stoere Cabrillo een verloren gewaand Amerikaans luchtschip teruggevonden en
worden we afgeleid door de zoektocht naar een schat op een eilandje in de staat
Washington. Hoop gedoe, weinig wijzer geworden.
Clive Cussler en Jack Du Brul - De Stille Zee. Vertaling: Theo Horsten. Uitgeverij The House of Books, 351 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten