MIJMERINGEN TIJDENS DE MAAND VAN HET SPANNENDE BOEK (3)
(
klik hier voor deel 1)
(
klik hier voor deel 2)
(Door Tomas Ross)
Het wordt me nogal eens nagedragen dat ik de
Gouden Strop wil afschaffen (de
Schaduwprijs trouwens ook) en het pleidooi houd om als thrillerauteur/-uitgever je roman aan te melden voor de
AKO- en/of de
Libris Literatuurprijs. Daar wordt tegenin gebracht dat een aparte prijs als de Strop juist status en bekendheid geeft aan het genre/auteurs, hij voor de bekroonde auteur enkele herdrukken kan opleveren, de kans groter is om dan een prijs te winnen en dat een separate prijs toch ook in '
de buitenlanden' bestaat.
Kortom, als thrillerauteurs moeten we ons juist onderscheiden van al die andere romans en prijzen , dan vallen we des te meer op.
Tja, dat laatste is alsof je als voetbalclub zegt: laten we maar in de Jupiler-divisie blijven spelen, in de eredivisie maken we toch geen kans.
En dan nog, opvallen? We zien het tijdens deze Maand van het Spannende Boek helaas weer voor het zoveelste jaar: in tegenstelling tot de AKO-, Libris- en de CPNB-publieksprijs (redelijk vergelijkbaar in aantallen aangeboden titels/auteurs) was er ook nu bitter weinig aandacht voor de genomineerden voor de Strop, laat staan voor de winnaar. Geen ruimte in
De Wereld Draait Door,
Pauw & Witteman,
Knevel & Van den Brink,
Kunststof-TV,
Nieuwsuur. Op de radio minieme aandacht, evenals in de dag- en weekbladpers. Zoals eerder voor de longlist.
Niet als vroeger uitvoerige besprekingen van de genomineerde boeken, portretten van of interviews met de genomineerde auteurs, zoals in
NRC Handelsblad, achtergrondartikelen over het genre en de '
Maand' (
Volkskrant), uitnodigingen voor radio en tv-programma’s (destijds bijvoorbeeld Opium, NOVA, P & W), tv-registratie van de uitreiking, nieuwsbericht in het Journaal. Dit jaar zelfs geen AT-5, de enige camera’s waren van de CPNB en een enkele stock-fotograaf. Kom daar eens om bij de uitreiking van de AKO- en Librisprijs (met, ik herhaal, met niet (veel) meer aantal auteurs in de races).
Laat ik het nog maar een keer zeggen, en met pijn in mijn hart want het zijn toch kinderen: de Strop is na ruim 25 jaar uitgewerkt (de Schaduwprijs heeft sowieso nooít gewerkt). Die enkele herdrukken (
Corine Hartmans argument pro)? Leuk, maar om hoeveel exemplaren gaat het dan? Ik wed om minder dan tienduizend. Mooi, maar het haalt niet bij winnaars van die twee andere prijzen voor romans (ik maak me niet de illusie dat we zullen meedoen voor de Huygens-, Multatuli- of PC Hooftprijs). Om maar niet te spreken van de oplages van thrillerauteurs die de Strop nooit wonnen zoals
Noort,
Baantjer,
Van der Vlugt,
Verhoef,
Vermeer.
Hoe zou 't komen? Want 't was ooit wél de bedoeling: meer aandacht, hogere oplages, meer erkenning voor het genre. Geen stiefkindjes meer van 'de literatuur', maar volwaardig kroost. We schreven en we schrijven per slot van rekening romans, net alle andere romanciers. Het enige onderscheid is dat er goede en slechte romans zijn, that’s it.
Waarom zou je je dan blijven beperken tot een subgenre? De enige reden die ik kan bedenken is de angst om ondergesneeuwd te worden. Een slecht argument dat voortspruit uit het minderwaardigheidscomplex dat we nu juist wilden bestrijden!
Dat we toen, 27 jaar geleden, die Strop bedachten was desondanks hard nodig want we wáren ook het stiefkindje. Een eigen met veel tamtam begeleide prijs moest daar verandering in brengen, in het spoor van VN’s Detective & Thrillergids. En dat deed het dus ook – zie hierboven. En vervolgens dus niet meer – zie nogmaals hierboven.
Opnieuw, hoe komt dat?
|
Bram Dehouck met zijn tweede Gouden Strop |
Allereerst. Ondanks het steeds groeiende aanbod van titels en van auteurs (nu meer dan honderd) , werd de Strop de afgelopen 26 jaar twee maal aan drie auteurs (
Appel,
Mendes,
Dehouck) en drie maal aan twee auteurs (
Ross,
Den Tex) uitgereikt. Twaalf van de 26 keer dus ! Dat zul je nou niet zien bij de '
AKO' of de '
Libris' die beide ongeveer even lang bestaan: al die jaren een andere bekroonde auteur. Zelfs bij de Publieksprijs, waarbij je ’t eerder zou verwachten, komt het zelden voor, slechts twee keer voor de immens populaire auteurs
Mak,
Haasse en
Schmidt. En overigens daar wel de prijs voor de thrillerschrijfsters Verhoef en Van der Vlugt die nooit een Strop wonnen.
De Strop is vooral een kwaliteitsprijs, wordt gezegd. Dat betekent dus met steeds dezelfde namen van winnaars (en genomineerden!) dat die kwaliteit niet met het aantal titels/auteurs is meegegroeid. Ik kan er ook niks anders van maken. Voor de pers en het publiek is 't een klein wereldje, zeker ook als je de jury's van de afgelopen jaren bekijkt: ook daar veelvuldig dezelfde personen. Kortom, wat ooit nieuw was, genomineerden, winnaars en juryleden, is verworden tot, om in voetbaltermen te blijven, een Micky Mouse-competitie. Ajax, PSV, Feyenoord en af en toe Twente of AZ. 'Ons kent Ons'. Laten we dus Champions League gaan spelen.
Ten tweede. Dat groeiende aantal auteurs/titels betekende en betekent niet, evenmin als de Strop dat bevordert, dat de verkoop van de gemiddelde Nederlandse thriller is toegenomen, die schommelt nog steeds zo rond de 2000 boeken per auteur. (als al) ’t Zal nu met de malaise in het vak minder worden, maar uitgevers gooiden het vaak op kwantiteit in de hoop op een witte (vrouwelijke) raaf als Noort, Van der Vlugt of Verhoef. Dat impliceert niet alleen behoorlijk meer investeringen, maar ook meer troep want kwantiteit levert zelden kwaliteit op - zie bijvoorbeeld VN’s Detective & Thrillergids van dit jaar en de schamele sterrenhonorering van de meeste Nederlandstalige thrillerdebuten. Subjectief als het ook is (zie de magere ster bij Stropwinnaar Berg!), het is geen toeval dat de buitenlanders er gemiddeld veel beter van afkomen. Natuurlijk niet, we krijgen hier, afgezien van de bestsellers, wél de kwalitatief betere spannende buitenlandse romans. Een effect is dan dat een koper 9 van de 10 keer dat hij een Nederlandstalige misdaadroman koopt, dat teleurgesteld een volgende keer niet doet, ongeacht of de auteur nu wel of niet genomineerd is voor de Strop of ‘m wint.(Als gezegd heeft de Schaduwprijs er nooit toegedaan). Hij koopt daarentegen
Slaughter of
Deon Meyer. Bijvoorbeeld.
Heeft de Strop dus aanvankelijk positief effect gehad, 't is nu niet veel meer dan een enkele herdruk voor de bekroonde auteur, 10.000 euro, een beeldje. Soms betekent de naamsbekendheid een hogere oplage van zijn/haar volgende boek maar ook dat geldt eigenlijk alleen voor auteurs die toch al aardig verkochten. Zie bij de lijst van winnaars sinds 1986 degenen die nog schrijven, ook hier weer zijn het dezelfde drie of vier auteurs. Nog afgezien van het feit dat de Strop ondanks alle beloften van de CPNB en het Fonds voor de Letteren geen enkele vertaling in welk buitenland dan ook heeft opgeleverd.
Dat gegeven is het geen wonder dat uitgever en boekhandel dan de vertaalde en succesvolle buitenlanders alle aandacht en promotie geven. En wees eerlijk, zonder hen zouden de meeste Nederlandstalige misdaadauteurs geen voorschot meer krijgen! Zie daar de vicieuze cirkel waarin we zijn beland en de reden waarom ik de Hollandse thriller uit zijn isolement zou willen halen want 't is letterlijk broodnodig.
Ik besef dat ik een roepende in de woestijn ben en dat die Strop wel zal blijven. Om toch opgewekt te eindigen daarom in de komende Bespiegeling ná de Maand van het Spannende Boek enkele positieve initiatieven.
(
wordt vervolgd)
Tomas Ross (Den Bommel, 1944) is het pseudoniem van Willem Pieter Hogendoorn. Sinds 1980 heeft hij tientallen boeken gepubliceerd. Ross werd driemaal bekroond met de Gouden Strop. Hij nam in 1986 het initiatief tot de oprichting van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs. Naast romanschrijver is hij ook scenarist, onder meer van de series 'De Brug', 'Bernhard, Schavuit van Oranje' en '0605'. Dit najaar krijgt de auteur een eigen imprint bij uitgeverij De Bezige Bij/Cargo: Tomas Ross Crime.