(Door Maarten Moll)
De Zweedse thriller is populair in Nederland. Camilla Läckberg, Henning Mankell, Stieg Larsson, Håkan Nesser, Åke Edwardson, Roslund en Hellström, Liza Marklund, Leif G.W. Persson; hun boeken worden verslonden.
En de nieuwe thrillerschrijvers uit Zweden blijven opstaan. Jens Lapidus met zijn harde Stockholmtrilogie, waarin de kant van de misdadigers werd belicht. En het schrijversechtpaar dat onder de naam Lars Kepler zijn inspecteur Joona Linna-thrillers publiceert. Hjort Rosenfeldt met de Bergmankronieken.
En waar Henning Mankell na zijn laatste Kurt Wallander-roman De gekwelde man uit 2010 stopte met het schrijven van thrillers, pakte Håkan Nesser na voltooiing van zijn tiendelige reeks rond politieman Van Veeteren, de draad weer op. Hij bedacht een nieuwe inspecteur, Gunnar Barbarotti, en schreef rond hem vijf thrillers.
De tweede Barbarotti, Een heel ander verhaal, is net uit. Waar Nesser in zijn eerste Barbarotti, het prachtige De man zonder hond, nog tot pagina 189 wachtte voor hij Barbarotti introduceerde, is Barbarotti nu vanaf pagina 21 van de partij. Hij krijgt te maken met een moordenaar die hem uitdagende brieven stuurt vlak voor iemand vermoord wordt.
Wat de romans van Nesser zo goed maakt is zijn stijl. Nesser schrijft mooi en wil de lezer daar ook van laten genieten. Het lijkt hem meer om dat schrijven te doen te zijn, dan het speurwerk van zijn hoofdpersoon.
Helaas schrijft Nesser in dit deel van de Barbarottireeks niet zo mooi, al kan dat ook aan de vertaling liggen. Ronduit zoetsappig zijn de passages die Barbarotti met zijn nieuwe geliefde doorbrengt. Bouquetreeksachtig schrijven is dat, en dat ben je helemaal niet van Nesser gewend. Ook een woord als 'prakkeseren' detoneert. Lelijk is ook, als Barbarotti iets denkt: 'Waarom uitgerekend deze gedachte bij hem opkwam kon je je afvragen.' Nesser had deze aan de lezer gerichte zin moeten schrappen, zoals hij veel uit deze te dikke, 598 pagina's dikke roman had moeten schrappen.
Omdat je toch geïnteresseerd bent in hoe Barbarotti de zaak denkt te gaan oplossen, lees je verder, maar afgezet tegen 'De man zonder hond' is 'Een heel ander verhaal' een stapje terug in kwaliteit. Heel erg jammer.
Verpleegster
Anders, en heel goed, is Vuurdoop, de debuutthriller van Alexander Söderberg. Söderberg is van de nieuwe lichting Zweedse thrillerschrijvers.
Hoofdstukken waarin voortdurend van perspectief wordt gewisseld waardoor er een enorme vaart in het verhaal wordt gebracht, en de bijna vijfhonderd pagina's bijzonder snel en prettig weglezen.
Vuurdoop is het eerste van drie delen rond de Stockholmse verpleegster (dat klinkt wat suf, maar is het niet) Sophie Brinkmann. Zij komt in het ziekenhuis in contact met Hector Guzman. Guzman doet zich voor als uitgever, maar blijkt verantwoordelijk te zijn voor de drugsdistributie in Zweden.
Een speciaal politieteam met verregaande, bijna oncontroleerbare bevoegdheden, rekruteert Brinkmann, die in het ziekenhuis bevriend is geraakt met Guzman. Zij moet hem bespioneren en verslag uitbrengen bij het team.
Söderberg moet het vooral hebben van de actie en de vaart, maar zijn manier van schrijven is bijzonder aangenaam. Bovendien verrast hij de lezer op een aantal momenten, momenten die bij de veel bedachtzamer, meer psychologiserende Nesser bijna niet te bespeuren zijn.
Het is vooral uitkijken naar de tweede thriller van nieuweling Söderberg. Is die ook zo goed als zijn debuut? Oudgediende Nesser kan zich alleen maar revancheren, maar heel erg naar het derde deel uit de Barbarottireeks kijken we niet uit.
(Bron: Het Parool)
Je slaat de plank mis waar je schrijft dat 'we' niet uitkijken naar de derde Barbarotti. Jij mag er dan niet op zitten te wachten, maar ik wel! Heb genoten van zowel 'De man zonder hond' als van 'Een heel ander verhaal'.
BeantwoordenVerwijderen