02 maart 2012

Plaat van de maand (23)

De Spanningsblog besteedt met recensies, interviews en nieuws voornamelijk aandacht aan de hedendaagse thriller en de auteurs daarvan: Emily St. John Mandel, Tess Gerritsen, Lars Kepler, Tomas Ross, noem maar op. De vroege Nederlandse misdaadroman is op deze site een ondergeschoven kindje. Maar verzamelaar Wim van Eyle biedt uitkomst. Uit zijn rijke collectie richt Van Eyle eens per maand de schijnwerper op het werk van een - soms vergeten - Nederlandse misdaadschrijver uit vroeger tijden. Wie waren de grondleggers van het genre, wie waren de wegbereiders van de Nederlandse thriller? Vandaag de drieëntwintigste aflevering uit de serie Plaat van de maand. Over de stugge Johan Tersteeg.

SOEPEL EN STIJLVOL

(Door Wim van Eyle)

Johan Tersteeg werd op 25 maart 1873 geboren als zoon van de kunsthandelaar Herman Gijsbert Tersteeg en Maria Magdalena Alida Pronk. De voornaam Johan droeg de latere schrijver nooit, hij noemde zich in woord en geschrift altijd J. Tersteeg. Van pseudoniemen was hij al helemaal niet vies: Jafir, A. Betrand, J. Eilkema
de Roo
, J.T. van Leiden, Frank Farrington, Th.H. van de Velde, Simon van der Tocht, Evert de Bloch en Eva H. Post.

In zijn zeer omvangrijke oeuvre bevinden zich maar drie misdaadboeken waarbij hij de naam A. Betrand en J.T. van Leiden hanteerde. J. Tersteeg overleed in 1953 na een leven volgepropt met boeken, kunst, muziek, studies, vertaalwerk en handel. Stuk voor stuk soepel en stijlvol. Als persoon was Tersteeg niet zo soepel, hij hield niet van de moderne tijd en keek graag terug naar het verleden.

De vader van J. Tersteeg was een kunsthandelaar van niveau die graag zag dat zijn zoon later de zaak over zou nemen. De jonge Tersteeg voelde daar echter niets voor. Zijn hart trok in eerste instantie naar de krijgsmacht. Hij ging dan ook naar de K.M.A. in Breda (1899). Daar begon zijn schrijfwerk in de legeralmanak. Toen al ontopte hij zich tot een kritisch man die niet veel ontging.

In 1893 debuteerde hij als prozaschrijver met een schets in Elseviers Geïllustreerd maandblad, meerdere bladen volgden. In 1899 werkte hij mee aan het radicale en socialistische orgaan van Herman Heijermans, in 1903 werd hij mederedacteur van het weekblad Lente en plaatste hij artikelen over de moderne letteren en de schilderkunst.

In 1904 werd hij hoofdredacteur van De Militiewet. Er waren toen al wat boeken van zijn hand verschenen. In 1905 volgde zijn eerste boek met misdadige inslag, 'De geheimzinnige Japanees', uitgegeven bij H.J.W. Becht in Amsterdam en met acht platen naar tekeningen van Jan Sluijters.



In 1905 verliet hij de militaire dienst en ging hij toch voor de kunsthandel van zijn vader werken. Hij reisde honderden malen naar Parijs en Londen om daar de kunstveilingen af te stropen. Veel succes kende zijn tweedelige roman 'De weg van Paul de Raet', waaruit belangstelling voor het katholicisme bleek alhoewel hij er later bijna niet meer op terug zou komen. In 1919 verscheen zijn misdaadroman 'De avonturen van een
marconiman
' bij Sijthoff onder het pseudoniem J.T. van Leiden.



Inmiddels had de Eerste Wereldoorlog al het internationale verkeer lamgelegd. De kunsthandel raakte afgesneden van het Franse moederbedrijf Goupil en werd na de oorlog geliquideerd. Tersteeg werd mededirecteur van Sijthoff en redacteur van de Nederlandsche Bibliographie. Hij was op dat moment ook al hoofdredacteur van het maandblad van de Nederlandsche Uitgeversbond. In 1920 verscheen onder het pseudoniem Eilkema de Roo het boek 'Ontknoopingen'. Of dat iets met politie- of ander speurwerk te maken had is tot op dit moment nog niet achterhaald.

In 1922 verliet een medewerker van Sijthoff het bedrijf om de N.V. Leidsche Uitgeversmaatschappij op te richten. Tersteeg volgde een jaar later en werd mededirecteur. Bij deze uitgeverij verscheen weer een detective van zijn hand, in feite een stel korte verhalen (1927), opnieuw onder het pseudoniem J.T. van Leiden: 'James Witt, Detective '. Het boek telde de volgende verhalen: 'De duim van den bankier', 'De één-miljoenste kans', 'De kunstmatige papegaai, 'Het hoofd van Doctor Wood', 'De twee mislukkingen van James Witt' en 'De kapper en de slager'



Overigens was in 1926 al bij de Leidsche Uitgeversmaatschappij het boek 'De moordenaar' verschenen. Dit is echter geen misdaadroman, maar een boek handelend over euthanasie.

De Tweede Wereldoorlog deed zijn handel (kunst en boeken) geen goed en van een gefortuneerde heer zakte hij af naar iemand die de dubbeltjes om moest keren. Intussen was hij wel druk met lezingen om de 'boekheidenen' (zoals hij ze noemde) te bekeren. Hij was de initiatiefnemer van de commissie voor de propaganda voor het boek en hij stelde de Boekenweek in. Hij bleef gekend en gewaardeerd tot hij op 8 juni 1953 na een zware lijdensweg overleed.

(Bronnen: Wim van Eyle, Gerben Colmjon)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten