Subsidiestop (nieuws, 2011)

SLUITING DREIGT VOOR POE MUSEUM

Het gemeentebestuur van de Amerikaanse stad Baltimore heeft voor het tweede achtereenvolgende jaar besloten geen subsidie toe te kennen aan het museumpje dat in de arbeiderswoning is gevestigd waar ooit Edgar Allan Poe heeft gewoond. Het besluit heeft tot gevolg dat het huis, dat van 1833 tot 1835 onderdak bood aan de armlastige schrijver, waarschijnlijk binnenkort zal moeten sluiten.

Sinds Baltimore zijn jaarlijkse subsidie van 85.000 dollar aan het museum introk, heeft het huis nog kunnen doordraaien op reservefondsen. Waarschijnlijk zit het museum vanaf komende zomer zonder geld. De gemeente heeft wel enkele consultants ingehuurd, die een businessplan moeten maken waarmee het Edgar Allan Poe House zichzelf kan bedruipen. Maar het huis heeft één groot nadeel: het ligt ver van de toeristische trekpleisters van Baltimore. Jaarlijks komen er slechts vijfduizend bezoekers. Baltimore continueert overigens wel zijn subsidie van 55.500 dollar aan het museum dat gewijd is aan de legendarische honkballer Babe Ruth. Dit gebouw is centraal gelegen en trekt zes keer zo veel bezoekers als het Poe House.

Decennia heeft Baltimore te koop gelopen met de associatie van de stad met de schrijver, de meester van het macabare, die de inspiratie vormde voor de naam van de plaatselijke football-club, The Ravens. In deze stad vormde Poe zich als schrijver. In deze stad stierf hij ook, in 1849, op veertigjarige leeftijd, nadat hij ijlend was aangetroffen in een taveerne. Hij stierf twee jaar na de dood van zijn jonge vrouw Virginia, die bezweek aan de gevolgen van tuberculose.

De tentoonstellingen in het Poe House zijn bescheiden van aard. Er staat wat porselein en glaswerk van Poe's pleegvader uitgestald, er is de telescoop die door Poe werd gebruikt, er zijn haarlokken van Poe en Virginia en een scherf van Poe's doodskist. Het huis ligt anderhalve kilometer van de Westminster Burying Ground, waar Poe ligt begraven en waar decennia lang een mysterieuze bezoeker op Poe's geboortedag, 19 januari, een fles cognac en drie rozen achterliet.

(Bron: The New York Times)