30 maart 2011
Jed Rubenfeld - Doodsinstinct (2011)
Adembenemend goed
(Door Hans Knegtmans)
In Jed Rubenfelds romandebuut 'oordduiding verrichtte in 1909 Freudiaan Stratham Younger de eerste psychoanalyse op Amerikaans grondgebied. De therapie was een doorslaand succes, inclusief de noodzakelijke 'overdracht': na afloop trouwden Stratham en zijn patiënt Nora met elkaar.
Elf jaar later is er veel veranderd. De Eerste Wereldoorlog is ten einde, maar in de VS gaat het sociale leven allerminst over rozen. Niet alleen de oorlog, maar ook de wereldwijde griep heeft zijn tol geëist. De regering heeft de drooglegging uitgevaardigd. Corruptie en schaamteloze graaizucht hebben vrij spel in politieke en economische krijgen.
Het persoonlijke leven van hoofdpersoon Stratham Younger verloopt al even turbulent. Zijn huwelijk met Nora is jammerlijk mislukt. Door de helse praktijk van de loopgravenoorlog heeft zijn mensbeeld een forse knauw gekregen. Zelfs heeft hij zich van de psychoanalyse afgekeerd, zonder dat overigens de vriendschap met Freud daaronder leed.
Tijdens de oorlog is Younger bevriend geraakt met de mooie Colette Rousseau, radiumonderzoeker en protegee van Nobelprijswinnaar Madame Curie. In januari 1920 bezoeken ze in New York zijn oude vriend en strijdgenoot, rechercheur Jimmy Littlemore. De volgende dag overleeft het drietal ternauwernood een bomaanslag op Wall Street, pal voor de deur van de J.P. Morgan bank. Bij die historische aanslag, op dat moment de grootste in de geschiedenis van de VS, kwamen 38 mensen om het leven, terwijl meer dan 140 gewond raakten. Tot de dag van vandaag is die misdaad nooit opgelost. Maar je kunt het wel aan Younger en Littlemore overlaten om in 'Doodsinstinct' de fictieve toedracht te ontrafelen.
Het factiegenre - de schrijver onthult feiten die de officiële geschiedschrijving nooit gehaald hebben - herbergt het risico dat het de auteur niet lukt zijn onthullingen even losjes en vanzelfsprekend te presenteren als de romanpassages die hij uit zijn duim zuigt. Zelfs onze nationale expert Tomas Ross nam in zijn trilogie Voor koningin en vaderland soms zijn toevlucht tot futloos journalistiek proza om de lezer voldoende te informeren.
Jed Rubenfeld heeft daar geen last van. Hij behoort tot die zeldzame auteurs die over vrijwel alles meeslepend en met gezag kunnen schrijven. Bij hem is een gesprek tussen Younger en Freud even spannend als het afluisteren van een bijeenkomst van corrupte politici en zakenlui.
Het onderzoek naar de bomaanslag vormt maar een van de vele verhaallijnen. Het jongere broertje van Colette vertikt het te praten, hoewel hij het fysiek wel kan. Younger is smoorverliefd op zijn vriendin, maar om redenen die alleen zij begrijpt, is ze geobsedeerd door een Duitse soldaat die ze in de oorlog verpleegde. En een ogenschijnlijk goedmoedige industrieel stelt zijn personeel bloot aan levensgevaarlijke arbeidsomstandigheden. Het kan niet op. Toch heb je nooit het idee dat Rubenfeld te veel hooi op zijn vork neemt. Doodsinstinct is adembenemend goed.
Jed Rubenfeld - Doodsinstinct. Vertaling: Gertjan Cobelens. Uitgeverij Sijthoff, 400 pag.
(Bron: Parool)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten