10 november 2010
John le Carré - Ons soort verrader (2010)
Hoe het wél moet
(Door Hans Knegtmans)
Bij elke roman die John le Carré uitbrengt, sta ik perplex dat iemand zo prachtig kan schrijven. Mijn enige verklaring voor deze geheugenstoornis is dat elke nieuwe Le Carré, ook al doordat de schrijver in zijn latere werk geen vaste hoofdpersoon gebruikt, volstrekt uniek is. Thematisch en stilistisch, ook al worden zijn boeken gemakshalve als spionageroman gepresenteerd. Zelfs binnen één en hetzelfde boek varieert hij, beter dan welke collega, zijn schrijfstijl. Afhankelijk van wiens perspectief hij hanteert en het soort gebeurtenis dat hij onder de loep neemt.
In Ons soort verrader beschrijft hij de natte tennisfinale van Roland Garros in 2009. Federer wint in straight sets van Söderling. Het is een ongelijke strijd: God tegen iemand van vlees en bloed. Die paar bladzijden illustreren perfect het verschil tussen een journalist en een begenadigde romancier.
Roland Garros is de plaats waar Perry Makepiece heeft afgesproken met de Russische zakenman Dima, naar eigen zeggen de beste witwasser ter wereld. Tijdens een tennisvakantie op Antigua raakten de universitair docent en zijn vrouw, advocate Gail Perkins, in de ban van de hartelijke Rus en zijn familieschare. Zozeer zelfs dat ze een goed woordje voor hem wilden doen bij de Britse geheime dienst. Dima's plan: met zijn gezin een veilig heenkomen zoeken in Engeland, waar de Russische maffia, die hem wil vermoorden, geen greep op hem heeft. Als tegenprestatie kan hij bewijsstukken overleggen van frauduleuze samenwerking van Russische gangsters, de regering in Moskou en een handvol prominente leden van de Britse elite.
Geheim agent Hector en zijn rechterhand Luke - die op elke mooie vrouw verliefd wordt, dus ook op Gail - zien wel heil in de onderneming, waarna Perry en Gail naar Parijs vertrekken om daar onder leiding van Luke Dima's desertie voor te bereiden.
Misdaadromans zijn vaak niet spannend. Omdat de auteur niet onderhoudend genoeg schrijft, of omdat de personages de lezer niet aanspreken. Le Carré laat zien hoe het wél moet. Het is een bizarre gewaarwording hoe hij in een montere, soms bijna baldadige schrijftrant onder de huid van de lezer kruipt. We weten dat Dima's leven aan een zijden draadje hangt en we zouden het hem en zijn familie zo gunnen als ze gelukkig konden worden in hun nieuwe vaderland. Ons soort verrader is in al zijn opgewektheid een onnoemelijk treurig boek.
John le Carré - Ons soort verrader. Vertaling: Rob van Moppes. Uitgeverij Luitingh, 336 pag.
(Bron: Het Parool)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten