09 juni 2010

Arnaldur Indriðason (interview, 2010)



'Ik schrijf niet voor reisgidsen'



Arnaldur Indriðason is één van de beroemdste schrijvers van IJsland. Zijn politieromans met inspecteur Erlendur in de hoofdrol zijn ook buiten IJsland razendpopulair. 'Ik denk de hele dag aan moord.'

(Door Maarten Moll)

REYKJAVIK - De crisis heeft ook op IJsland hard toegeslagen. Maar de lach op het gezicht van de man op de leren bank in een speciaal voor hem gereserveerde lounge in Hotel Holt vertelt een geheel ander verhaal. Die man is Arnaldur Indriðason, IJslands beroemdste misdaadauteur. Zijn nieuwste, het nog niet in het Nederlands vertaalde Svörtuloft, verscheen rond Kerstmis op IJsland en voert sindsdien de bestsellerlijst aan.

Indriðason is wereldberoemd geworden met zijn politieromans met inspecteur Erlendur Sveinsson (kortweg Erlendur genoemd) in de hoofdrol. Vertaald in dertig talen, uitgegeven in 36 landen. En hij houdt niet van het reizen om zijn boeken te promoten, noch van het geven van interviews. Het liefst zit hij achter zijn bureau om aan een nieuw boek te schrijven. 'Ik denk de hele dag aan moord', zegt hij. Hij kijkt de interviewer even doordringend aan en lacht. Als in een volgend boek een journalist wordt vermoord, weten we de bron.

Een heel grote meneer is hij dus, met een enorme schare Erlendur-fans. Erlendur, de gescheiden politieman met twee verslaafde kinderen én een duister verleden. Een meer dan intrigerend personage, die ook nog een uitstekende vakman is. Het weerhield Indriðason er niet van Erlendur niet te laten optreden in zijn voorlaatste roman Onderstroom.

'Commercieel niet goed? Wat heb ik daarmee te maken? Ik schrijf wat ik wil. Ik had gemakkelijk weer een boek met Erlendur in de hoofdrol kunnen schrijven. En daarna nog een. En dan zou ik nooit meer van hem loskomen. Ik zou claustrofobisch worden. Maar ik wil het voor mezelf ook spannend houden. Ja, er zullen lezers zijn die hem missen. Maar met de lezer heb ik tijdens het schrijven niets te maken. En ook in Svörtuloft zien we Erlendur niet terug. Daarna pik ik hem weer op waar ik hem heb achtergelaten.'

Wat goed nieuws is voor de Erlendur-volgers. Immers, aan het einde van Onderkoeld (het boek voor Onderstroom) ging Erlendur terug naar het woeste oosten van IJsland, waar hij in zijn jeugd in een sneeuwstorm zijn broer verloor. 'Onderkoeld is het tweede deel van een serie van vier boeken, die zich alle in dezelfde periode van het jaar 2005 afspelen. De middelste twee bieden ruimte aan Erlendurs naaste rechercheurs, Elínborg en Sigurdur Oli.'


Uitdaging
'Ik wilde mezelf verrassen door eens niet over Erlendur te schrijven. Noem het een uitdaging. Elínborg kennen we vrij slecht uit de eerdere boeken. Ik wilde haar een verleden geven, een familieleven.'

Dat is Indriðason in Onderstroom heel goed gelukt. Elínborg krijgt op een bijna onnadrukkelijke wijze - de roman draait om het oplossen van de moord op een verkrachter - reliëf. Een bijfiguur van wie op meesterlijke wijze een hoofdpersonage wordt gemaakt. Heel knap.

Indriðason komt terug op zijn lezers. 'Ik word heel vaak aangesproken. 'Wat is er met Erlendur gebeurd?' vraagt men dan. Dat vind ik grappig. Een goed teken. Hij zit in het hart van de mensen. Ze missen hem, en ik moet daar voorlopig mee leven. U vraagt ook waar hij is gebleven. Dat vind ik mooi, dat Erlendur een universeel personage is. En dat voor een IJslander!'

Lijden, dat is eigenlijk het thema van Indridason. 'Erlendur lijdt. Hij begrijpt hoe het is om te lijden. Hij kampt al zijn hele leven met het verlies van zijn broer. Die sneeuwstorm achtervolgt hem, kwelt hem. Vanuit dat gevoel begrijpt hij slachtoffers, voelt hij hun pijn. Het maakt hem menselijk. Hij roept sympathie op. Hij is vooral geïnteresseerd in mensen die zijn verdwenen. Hij trekt zich het lot van de achterblijvers aan, omdat Erlendur, in meerdere opzichten, ook een achterblijver is. Ik heb hem teruggestuurd om eindelijk eens in het reine met dat verleden te komen.'

Nu Indriðason dat zegt: het is opvallend dat in veel van zijn boeken sprake is van verdwenen mensen. De broer is wat dat betreft een constante in zijn boeken. 'Het leven op IJsland is hard. Er wil bar weinig groeien, het weer kan voor enorme problemen zorgen. Dat wil ik laten zien in mijn boeken. Er verdwijnen nog steeds mensen, die ook nooit meer zullen worden teruggevonden, al zijn het er niet meer zo veel als vroeger. Er is veel over geschreven, Erlendur leest die boeken. Ik gebruik de kracht van de natuur omdat die nu eenmaal voorhanden is. Maar ik maak mijn land niet mooier of slechter dan het is. Ik schrijf niet voor reisgidsen.'

'Het is moeilijk heel origineel te zijn als je een rechercheur schept. Laat hem gewoon een IJslander zijn, dacht ik. En dat is Erlendur, gewoon een IJslander.' Zo probeert Indriðason ook het gewone leven op IJsland in zijn boeken te verwerken. 'In de meeste boeken staat het familieleven centraal. Het is het enige instituut dat telt in de samenleving. Ik ben benieuwd naar wat in gezinnen omgaat, dat onderzoek ik ook in mijn boeken. Ik ben daar eigenlijk meer in geïnteresseerd dan in de vraag wie het gedaan heeft. Het gaat mij om de mensen over wie ik schrijf. Het gaat me nooit om het specifieke politiewerk, dat vind ik saai. Omdat het wel ongeveer moet kloppen, bel ik een vriend op het politiebureau. Maar ik wil niet worden gehinderd door de wetenschap hoe de politie van Reykjavik precies te werk gaat bij een onderzoek. Ik heb uit die hoek ook wel gehoord dat het in mijn boeken anders toegaat dan in werkelijkheid het geval is, maar daarentegen vinden ze Erlendur weer heel sympathiek. Ze houden van hem.'

We komen te spreken over misdaad op IJsland. 'Er is geen maffia hier. En er zijn ook geen seriemoordenaars. Soms worden vier mensen per jaar vermoord, soms één, soms nul. Dus struikel je in mijn boeken ook niet over lijken. Ik hou het graag realistisch. Als ik iemand met een kettingzaag losliet in mijn boeken, zouden ze me heel hard uitlachen. Wat je als schrijver kunt doen, is teruggaan naar het verleden. Naar die verdwijningen. Een andere tijd, een andere plek laten zien. Gebruikmaken van oude sages. Geloofwaardigheid is het woord. In je karakters zitten en ze zo opvoeren dat de lezer denkt dat hij ze kan zijn. Gewone mensen met gewone banen. Dat is het, denk ik, wat de lezers aanspreekt in mijn boeken. Gecombineerd met het beschrijven van de barre winters, de lange zomeravonden, de straten van Reykjavik. Herkenbaarheid.'

Ook al houdt hij niet van Reykjavik, Erlendur is nog nooit buiten IJsland geweest. 'IJsland is zijn land, al mijmert hij wel ergens in één van mijn boeken dat hij graag de Dom van Keulen wil zien.'

'Erlendur zit vast. Hij hoort niet in het verleden thuis, maar ook niet in het heden. Hij komt van het platteland en houdt niet van Reykjavik. Hij heeft een slechte relatie met zijn ex-vrouw, zijn dochter is aan de drugs, zijn zoon is een alcoholist. Ik merk wel dat vrouwen die mijn boeken lezen, voor hem willen zorgen. Er is me wel eens gevraagd wanneer Erlendur nu eens een vriendin krijgt. Ik wil hem graag een beter leven geven, maar dat is voor mijn verhalen denk ik niet zo goed.'

Arnaldur Indriðason - Onderstroom. Vertaling: Adriaan Faber, Uitgeverij Q, 255 pag.

(Bron: Het Parool)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten