29 juni 2009

Erken mij (nieuws, 2009)

ESTHER VERHOEF: 'GOUDEN STROP IS GEEN 'DING' VOOR MIJ'

,,Het is bijna gênant als ik nu zeg dat ik de Gouden Strop ook ooit nog wil.'' Dat heeft schrijfster Esther Verhoef gezegd in een interview met Het Parool.

Volgens de auteur hebben haar boeken al veel waardering ontvangen. ,,De zeven thrillers die ik schreef onder eigen naam en met Berry (haar man, red.) onder het pseudoniem Escober, zijn elf keer genomineerd, en ze hebben drie prijzen gekregen.'' De Gouden Strop heeft ze nooit gewonnen, al is ze drie keer genomineerd. ,,Het is geen 'ding' voor mij. Ik haal voldoening uit het schrijfproces en erkenning uit de verkoop en lezersreacties. Met die erkenning zit het wel goed, er zijn in Nederland nu zo'n 750.000 exemplaren van mijn thrillers verkocht. Ze zijn vertaald in het Russisch, Duits, Engels, en Amerikaans. Goed ontvangen ook.''

Verhoef (1968) zegt nog steeds niet te zijn toegekomen aan een thriller van de thans zo populaire Zweedse schrijver Stieg Larsson. ,,Hetzelfde geldt voor Henning Mankell. Die zit in de categorie 'zestig pagina's en opzij gelegd'. Dat hoeft niet aan het boek te liggen, hoor. Meestal niet zelfs. Voor elk boek moet een moment zijn, en voor Mankell is dat moment blijkbaar nog niet aangebroken. Neem Greg Iles. 'Doodsangst' legde ik na zestig pagina's weg. Ik vond het een rotboek. Vervelende personages. Tot er op een gegeven moment niets anders te lezen was in huis. Ik pakte het weer op en tot dit moment is het de beste thriller die ik heb gelezen.''

Over haar eerste thriller 'Onrust' deed ze anderhalf jaar. ,,Het is volledig intuïtief geschreven. Ik kon ook niet uitleggen waar het feitelijk over ging, ik zat er te dicht bovenop. Ik heb het manuscript naar een uitgever gestuurd en vijf dagen later tekende ik een contract. Er is niets aan veranderd, zoals ik nooit iets wezenlijks hoef te veranderen in mijn manuscripten.''

Als ze aan een boek werkt, komt ze altijd in contact met mensen die haar 'verder op weg' helpen, zegt de schrijfster. ,,Ik schreef aan 'Chaos' in Frankrijk en moest iets voor de bouw van ons huis ophalen in een dorpje verderop. Ik kom bij een armoedig tweekamerappartementje en tref er een intelligente, gevoelige maar getraumatiseerde jongen met een drankprobleem. Hij had zwart-witfoto's aan de muur hangen. Oorlogsgebieden. 'Ben je in Bosnië geweest?' vroeg ik. Hij schrok en begon te praten. Bleek dat hij persfotograaf was geweest. Hij had de gruwelijkste dingen meegemaakt. Ik was de eerste aan wie hij zijn verhaal vertelde, vijf uur lang. Ik was helemaal kapot toen ik zijn huis verliet. Zijn ziektebeeld en herinneringen heb ik gebruikt in 'Chaos'. Maar er waren lezers die juist die passages ongeloofwaardig vonden.''

(Bron: Het Parool)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten